Voeding en vervuiling: Interview met dokter Staf Henderickx
PFAS-vervuiling heeft België en Vlaanderen op zijn kop gezet. Heel wat mensen kregen een brief in de bus met de mededeling geen groenten en eieren uit de tuin te eten. Ondertussen blijven saneringsplannen op zich wachten en is de portemonnee van de vervuiler onbereikbaar geworden. Climaxi interviewt dokter Staf Henderickx. Hij komt in november met een nieuw boek ‘Dit slik ik niet meer’ over vervuiling en het winstmodel achter onze voeding.
Hoe erg is het volgens u gesteld met de vervuiling in Vlaanderen?
Staf Henderickx: Vervuiling in Vlaanderen bestaat al lang. Begin jaren 80 schreef ik het boek ‘De zoete dood’ over milieuvervuiling door zware metalen in de Noorderkempen. De vervuiling door cadmium, arsenicum en lood was zo extreem dat bewoners rond de fabrieken geen groenten uit hun tuin mochten eten, geen vis uit kanalen en rivieren en geen grondwater mochten gebruiken. Door onze boeken, pamfletten en acties werd het beleid wakker geschud. Ondertussen zijn er gelukkig grote saneringsoperaties uitgevoerd, maar de regio blijft vervuild door zware metalen. Arsenicum en cadmium kunnen al bij lage concentraties als trigger voor kanker fungeren.
Maar de vervuilingsverhalen blijven zich opstapelen. De Amerikaanse chemiereus DuPont is de koploper in de productie van allerlei emulgators. Van additieven die producten met een laag vetgehalte crèmig maken tot andere die hun toepassing vinden in kauwgom, maar ook in PVC. En nog andere, die het cakebeslag en de kruimelstructuur versterken, maar die ook in plastics verwerkt worden. DuPont is ook de producent van allerlei PFOS-moleculen die, eens in het lichaam, er voor altijd blijven. Daarom worden PFOS ook ‘forever chemicals’ genoemd.
Meer recent in 2021 kwam bij graafwerken voor de Oosterweelverbinding aan het licht dat er in een straal van 15 km rond het chemiebedrijf 3M een zware vervuiling met PFOS bestaat. Hoewel de toxiciteit al bekend is sinds de jaren 70 en de vervuiling bekend is sinds 2017, kwam het beleid pas in actie na het losbarsten van het milieuschandaal. Volgens een rapport uit 2016 van het Environmental Protection Agency veroorzaken PFOS cholesterolverhoging, gestoorde leverenzymen, geboorteafwijkingen, hoge bloeddruk en zaadbal- en nierkanker. Vanaf januari 2023 heeft de Europese Unie maximumwaarden voor PFOS in vis, schaaldieren, vlees, eieren en melk vastgelegd. PFOS in de grond betekent PFOS in de mond. Dit voorbeeld toont ook hoezeer de voedingsindustrie onderdeel is geworden van de chemische industrie.
In 2021 hadden we het PFAS-schandaal. PFAS is de overkoepelende naam voor de 6000 fluorverbindingen waarvan PFOS en PFOA kankerverwekkend zijn benoemd. Een decennia eerder waren het dioxines en zware metalen. Hoe kijk jij naar de toekomst? Is de vervuiling aan het afnemen of is het wachten op het volgende schandaal?
Vlaanderen is qua bodem, rivieren, grondwater en lucht een van de meest vervuilde gebieden op aarde. De industrie, de landbouw, de bouwnijverheid en het verkeer zijn de grote boosdoeners. De milieuwetgeving is niet erg goed aangepast, maar vooral het afdwingen van de milieuwetten loopt totaal mank. Wie durft en kan tegen grote bedrijven de juridische strijd aangaan?
De groene economie is daarbij een pleister op een houten been. Ze neemt de oorzaken van vervuiling niet weg, maar doet alleen een nieuwe parallelle industrie ontstaan die op zich ook erg vervuilend kan zijn. Denk aan de grote batterijen voor elektrische wagens en trucks.
Vlaanderen is een klein lapje grond dat sterk geïndustrialiseerd is en in de jaren 70 en 80 een slecht afvalbeleid heeft gevoerd. Daarnaast hebben we ook intensieve landbouw die nog steeds pesticiden gebruikt. In je boek wijd je een stuk aan de rol van de korte keten. Hoe zie jij dat?
In 2022 publiceerde de FAO van de Verenigde Naties in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) een uitgebreid rapport over de maximaal toegelaten residu’s van pesticiden in landbouwproducten. Wie het raadpleegt kan alleen verstomd staan over het aantal pesticiden en de complexiteit om voor elk van de pesticiden en landbouwproducten een maximale residuwaarde te bepalen. Die veiligheidslimieten worden voor elke stof apart vastgelegd, maar we weten helemaal niet wat die cocktail van pesticiden in ons lichaam aanricht. Het Europees Milieuagentschap geeft zelf toe dat de maximumwaarden vrij theoretisch zijn en herziet hen daarom regelmatig. Volgens het milieuagentschap is de nulwaarde de enige veilige grens voor zo’n extreem toxische stoffen.
Pesticiden belanden in ultrabewerkte voeding, maar zijn in de eerste plaats gevaarlijk voor de boeren, hun familie en de omwonenden van bespoten velden. Volgens een rapport van de Verenigde Naties uit 2017 sterven jaarlijks ongeveer 200.000 boeren en landarbeiders aan pesticiden-vergiftiging. In Argentinië steeg het aantal sterfgevallen door kanker van 20% naar 30% in de streken van sojaplantages met een hoog pesticidegebruik. Ook het aantal miskramen en geboorteafwijkingen nam daar toe. Die soja belandt in allerlei ultrabewerkte voeding, in veevoeder, en dus ook in bijvoorbeeld het brood en de kip in onze supermarkt.
Om dat te vermijden, biedt de korte keten een oplossing. In Frankrijk en Duitsland bestaat er al een grote cultuur om rechtstreeks bij de boer te kopen. In België ligt dat percentage nog erg laag. Ik breek een lans voor de korte keten, het rechtstreeks kopen van voeding bij de boer in zijn hoevewinkel of op de boerenmarkten.
Een goede gezondheid is goud waard, luidt de zegswijze. Uw boek gat dieper in op ultrabewerkte voeding. Wat verstaat u daar juist onder?
Vandaag ondergaat bijna alle voeding een of andere bewerking. Denk bijvoorbeeld aan snijden, invriezen, koken, pasteuriseren of gisten. Die bewerkingen vergemakkelijken de opslag, vergroten de veiligheid, vermijden verspilling en maken voeding gebruiksvriendelijker. Er bestaan tal van voorbeelden: biologisch volkorenbrood, diepgevroren groenten, bio yoghurt, enz. Die bewerkingen zijn positief en laat het duidelijk zijn, die bewerkingen hebben niets te maken met ultrabewerkte voeding.
Ultrabewerkte voeding heeft intensieve behandelingen ondergaan en bevat quasi altijd te veel suikers, vetten, zout en chemische additieven en te weinig vezels, vitamines en mineralen. Het is voeding die geheel of gedeeltelijk bereid is met stoffen die niet in de huiskeuken worden gebruikt zoals bijvoorbeeld gehydrolyseerde eiwitten, maltodextrine of gehydrogeneerde vetten en waaraan additieven zijn toegevoegd zoals kleurstoffen, conserveermiddelen, antioxidanten, antiklontermiddelen, smaakversterkers en zoetstoffen. Tot deze categorie behoren producten zoals frisdranken, voorverpakte maaltijden, broodbeleg en schijnbaar onverdachte producten zoals beschuit, ontbijtgranen, crackers, smoothies en vruchtenyoghurt.
In uw boek haalt u de achterliggende systemen naar boven ‘van boeren tot beurzen’. Wie maakt er winst op ultrabewerkt eten? Wat is de rol van voedselgiganten als Cargill of Unilever in gezonde voeding?
In de tweede helft van de twintigste eeuw kwam de hele voedselproductie - van landbouw tot verkoop - steeds meer in handen van industriële multinationals. Voedselproductie werd onderdeel van de internationale concurrentiestrijd. In dat gevecht zijn de wetten simpel: wie het goedkoopste en meest verkochte product aflevert, wint. Maar het best verkoopbare voedselproduct is niet het gezondste. Wat zout, zoet en vet is, verkoopt het best. Die voorkeur zit in ons DNA ingebakken. In een interview op tv-zender Een Vandaag van 20 september 2023 legt hoogleraar Voeding en Gezondheid van de Vrije Universiteit Amsterdam Jaap Seidell uit waarom: ‘Grote voedingsmiddelenfabrikanten willen zoveel mogelijk verkopen en dat doen ze door hun product zo lekker en verslavend mogelijk te maken. Ze gebruiken een combinatie van zout, zoet en vet, wat wij heerlijk vinden. De aandeelhouders van deze bedrijven willen dat hun verkoopcijfers omhooggaan.’
Vandaag controleren de vier grootste agromultinationals (Cargill, Tyson Foods, BRF en Alltech) ongeveer 81% van het rundvlees, 73% van het schapenvlees, 57% van het varkensvlees en 50% van de braadkippen. Dat vee graast niet langer op groene, malse weiden, maar blijft op stal en wordt gevoed met graan, soja en maïs. De teelt van die gewassen voor veevoeder leidt vooral in Zuid-Amerika tot massale ontbossing. Deze manier van voedselproductie is verantwoordelijk voor een derde van de globale uitstoot van broeikasgassen en verbruikt 70% van de totale zoetwatervoorraad. Dat zorgt nu al, zelfs in onze 'natte' streken, voor watertekorten. Momenteel wordt 44% - praktisch de helft van de grond wereldwijd - gebruikt voor landbouw en toch blijft men maagdelijke wouden en savanne vernietigen voor akkers en plantages. Het is de voornaamste oorzaak van het verloren gaan van biodiversiteit en het uitsterven van diersoorten. Ook de gigantische uitstoot van stikstof, fosfor en pesticiden zorgt voor dode gebieden zonder enige biodiversiteit.
De internationale agribusiness is de laatste decennia ook beursgenoteerd. Op de grondstofmarkten wordt druk gespeculeerd. En speculatie maakt ook de voedselmarkten gevoelig voor bubbels en een financiële crash. Dat zou de wereldwijde voedseldistributie in gevaar brengen. Vooral arme landen zouden de rekening betalen want zij zijn het meest afhankelijk van graanimport. Deze monopolie met voedsel kreeg de naam van foodopoly. Maar foodopoly is geen spel, het is harde realiteit.
Hoe legt u de link tussen het huidige voedselsysteem en klimaatverandering? Welk effect heeft de klimaatverandering op ons eetpatroon en visa versa?
De opeenvolgende Belgische regeringen, het Europese beleid en de Boerenbond hebben een beleid gepromoot en gesubsidieerd van steeds grotere stallen van koeien, varkens en kippen. In België en Nederland heeft die ongebreidelde groei van megastallen zijn grenzen bereikt. Het stikstofprobleem is daarvan een schrijnend voorbeeld. Methaan van de uitstoot van koeien en varkens is immers dertig keer gevaarlijker voor het klimaat dan CO² en daardoor bedraagt het aandeel van de landbouw in de stikstofproblematiek 78%. Vandaag krijgen boeren die zich in de schulden hebben gestoken voor de uitbouw van hun megastallen, van dezelfde overheid te horen dat ze moeten afbouwen of stoppen. Het gevolg van een kortzichtig beleid.
De luchtvervuiling met gezondheidsproblemen als gevolg, de verzuring van water en bodem, het vernietigen van de biodiversiteit en de klimaatopwarming zijn de desastreuze gevolgen van deze wildgroei aan megastallen. Normaal kan de aarde 62 miljoen ton stikstof per jaar verwerken. Nu zitten we aan 300 miljoen ton per jaar. Een vermindering van onze veestapel met 60% is de enige oplossing. Voor die omschakeling is veel geld nodig. Nederland zet daar 14 miljard euro voor opzij. Vlaanderen voorziet een povere 3,6 miljard euro tot 2030.
Wat is, om af te sluiten, uw advies aan de bezorgde lezer van dit tijdschrift? Wat zijn de te nemen stappen als individu maar ook op collectief vlak?
De twee bronnen van rijkdom - natuur en menselijke arbeid - staan vandaag in dienst van kapitaalaccumulatie. Dat is een absurde situatie als je kijkt naar de catastrofale gevolgen op sociaal en ecologisch vlak. In feite moeten we terugkeren naar het principe dat niemand eigenaar is van de aarde, zeker niet de agribusiness, maar dat we samen het tijdelijke vruchtgebruik hebben gekregen. We moeten de aarde in een goede staat doorgeven aan de volgende generaties. Onze eigen boeren met een agro-ecologisch model zijn daarvoor de beste garantie. De aarde in vruchtgebruik hebben, betekent ook dat we de relatie tussen de menselijke arbeid en de natuur moeten herstellen. Daar ligt de enige uitkomst om nog meer desastreuzere pandemieën te voorkomen. Duurzame en ecologische landbouw waar de boer centraal staat, is het enige echte alternatief.
Is zo’n plan naïef, als straks 10 miljard mensen gevoed moeten worden? De sleutel zit in de grond onder onze voeten: een oeroude, wondere wereld van bacteriën, schimmels, wormen, insecten, spinachtigen en voedingsstoffen, die samen een voedselketen voeden. Planten lozen via hun wortels suikers in de bodem die bacteriën en schimmels activeren, die op hun beurt de immuniteit van de planten verzekert. Zo zitten in één gram gezonde grond naar schatting meer dan een miljard bacteriën van meer dan tienduizend soorten. Decennia van monoculturen, zwaardere landbouwmachines en pesticiden hebben die dragende rijkdom vernietigd. Geloven dat het zo verder kan, dat is pas naïef.
Dit interview komt uit het Climaxi Magazine van herfst 2024. Wil je ook een Magazine ontvangen? Schrijf je hier in.
Staf Henderickx schrijft aan een nieuw boek ‘Dit slik ik niet meer’. Het komt in november 2024 uit bij uitgeverij Lannoo. Goed Geboekt nodigt binnenkort Staf uit voor een diepgaand debat in ’t Uilekot.
Katrin Van den Troost