Nieuw Climaxi-project in Vlaams-Brabant. Een klimaatneutrale toekomst... Is iedereen mee?


Dit najaar vindt in Warschau de 19de VN-klimaattop plaats. Sinds Kopenhagen heeft dat onderhandelingsproces veel van zijn glans verloren. Een globaal klimaatakkoord blijft uit en zal pas ten vroegste vanaf 2020 in voege treden. Veel te weinig en veel te laat dus. Het enige lichtpuntje in het verhaal komt van onderuit: steeds meer steden en provincies wachten niet langer op een globaal akkoord om zelf ambitieuze klimaatdoelstellingen na te streven. Ook in Vlaanderen willen een aantal steden en provincies tijdens de komende jaren hun uitstoot flink reduceren. De vraag is echter of er niet opnieuw een hele groep van mensen uit de boot zal vallen? Climaxi gaat hierrond aan de slag in Vlaams-Brabant.

 

In Vlaanderen willen steden als Gent of Leuven klimaatneutraal worden.

Antwerpen op papier ook, al kwam het woordje klimaat slechts één keer voor in het Antwepse bestuursakkoord, en dan nog als deel van de samenstelling ‘ondernemingsklimaat’. Dat belooft niet veel goeds. Ook de provincie Limburg wil klimaatneutraal worden en recent nam ook de provincie Vlaams-Brabant de princiepsbeslissing om te gaan voor een klimaatneutrale toekomst. Vaak wordt er dan een deadline gesteld (2020, 2030, 2050...). Maar eigenlijk is het vooral belangrijk dat er gefaseerd ambitieuze reducties gerealiseerd worden (in lijn met de aanbevelingen van het IPCC).

Uiteraard gaat het vandaag enkel om plannen, soms vage plannen, soms uitgewerkte plannen op basis van een wetenschappelijke nulmeting. Maar het werk moet veelal nog gebeuren. Het is dus te vroeg om te juichen. Bovendien zien we de beperkingen ook wel van dergelijke projecten en blijft een wereldwijd klimaatakkoord broodnodig. Anderzijds kunnen die klimaatneutrale ambities van onderop wel het begrijpelijke pessimisme doorbreken en zouden al die opgetelde inspanningen wel een verschil kunnen maken. Koolstofarm worden heeft niet uitsluitend, maar toch heel wat te maken met het globale energieverbruik verminderen, energie efficiënter inzetten en radicaal kiezen voor hernieuwbare energie. In Leuven bleek uit de nulmeting dat zestig procent van de lokale uitstoot van broeikasgassen wordt veroorzaakt door gebouwen, waarvan de huishoudens ongeveer de helft voor hun rekening nemen.

Uit de boot

Dat toont meteen aan dat het cruciaal is om volop in te zetten op isolatie, op passiefbouw, op zuinige ketels en toestellen, op lokale productie en consumptie van hernieuwbare energie... Duurzaam wonen en leven mogelijk maken voor iedereen, is dus één van de sleutels naar een klimaatneutrale toekomst (naast structurele ingrepen in niet-residentiële gebouwen, mobiliteit, landbouw, economie, voedselaanbod...). Maar net op het vlak van energiebesparing en hernieuwbare energie hebben we het jongste decennium gemerkt dat het beleid een grote groep mensen in de kou laat staan. De minst begoeden vallen uit de boot als het om energie-besparende maatregelen gaat. Vaak omdat ze geen eignaar zijn van hun woning en dus afhankelijk zijn van de investeringen van de huisbaas. Maar ook omdat ze de noodzakelijke investeringen die er, naast eventuele subsidies, mee gepaard gaan niet kunnen dragen. Soms ook omdat ze de weg naar de subsidies niet vinden. Hetzelfde geldt rond de zonnepanelen: de villabewoner heeft een dak vol met zonnepanelen, die elk jaar voor fikse inkomsten zorgen via de groene stroomcertificaten, terwijl de huurder van een sociaal appartement wat verderop zijn reeds hoge factuur ziet stijgen doordat de netbeheerder de prijs voor de opname op het net van die groene energie doorrekent aan de alle klanten...

Door de stijgende energie-prijzen valt hoe dan ook een steeds grotere groep landgenoten uit de boot. Ze kunnen hun energie-factuur niet langer betalen en worden gedropt door hun energie-leverancier. Zo komen ze terecht bij de netbeheerder en betalen ze vaak 10 tot 15 procent meer voor dezelfde energie. Wanneer ze er niet slagen om hun schulden te vereffenen en terug bij een commerciële leverancier klant te worden, gaat het van kwaad naar erger. Ze krijgen een budgetmeter voor electriciteit en gas en dienen nu ook hun schulden mee af te betalen

1/2

door het opladen van een kaart. Voor een kleine groep eindigt de rit zelfs met een afsluiting van

basisnutsvoorzieningen als electriciteit, gas of zelfs water. Hoe slechter je er voorstaat, hoe meer je betaalt. Je betaalt meer bij de netbeheerder dan op de markt. Maar bij een een afsluiting van water ben je bijvoorbeeld aangewezen op flessenwater, dat vele malen duurder is dan kraantjeswater...  In Vlaanderen alleen al hebben meer dan 100.000 gezinnen te maken met deze problematiek. Deze mensen zijn vooral bezig met overleven, trachten de eindjes aan elkaar te knopen en uit de schulden te geraken...

Valkuil voor klimaatneutraliteit

Soms wordt er wat te makkelijk vanuit gegaan dat de problematiek van energie-armoede eigen is aan grote steden als Brussel of Antwerpen. Dat klopt niet. Volgens cijfers van de Vlaamse Regulator van de Electriciteitsen Gasmarkt, kortweg VREG, waren er op 31 december 2011 in een welvarende stad als Leuven 448 huishoudens met een budgetmeter voor electriciteit. Slechts 49 van hen konden als beschermde klant terugvallen op een sociaal tarief. Bij 85 huishoudens was de gegarandeerde minimumlevering van 10 ampère uitgeschakeld, waardoor deze mensen zichzelf afsluiten wanneer ze hun kaart niet opladen. Op datzelfde moment waren er 213 huishoudens in Leuven met een budgetmeter voor gas. Bij dergelijke budgetmeters is een minimumlevering zoals bij electriciteit niet mogelijk. Wie niet oplaadt, sluit zichzelf af en niemand hoeft dat te weten. Dat betekent dus dat er ook in een welvarende stad als Leuven honderden gezinnen zijn die de winter tegemoet zijn gegaan zonder een garantie op verwarming.

Energie-armoede is een valkuil voor een klimaatneutrale toekomst. Zolang een aanzienlijke groep van je bevolking in slecht geisoleerde huizen woont, het met oude en dus energie-verslindende toestellen moet doen en geen recht heeft op toegang tot hernieuwbare energie zal je simpelweg je ambitieuze doelstellingen niet halen. Het betekent ook dat je niet puur op de markt of op de portefeuille van je inwoners kan rekenen om die ommekeer naar hernieuwbare energie en passief wonen mogelijk te maken. Klimaatneutraliteit vereist een actief overheidsoptreden, publieke investeringen in steden en gemeenten en een scherp sociaal beleid. Zolang een aanzienlijke groep uit de boot blijft vallen, zal het trouwens ook aan een maatschappelijk draagvlak ontbreken, dat net zo belangrijk is indien je die ambitieuze klimaatdoelstellingen wilt realiseren. Klimaatneutraal worden kan enkel wanneer iedereen mee is, en daar wringt vandaag het schoentje...

Aan de slag

In Vlaams-Brabant gaat Climaxi nu heel concreet aan de slag rond dit thema. De provincie heeft de ambitie uitgesproken om klimaatneutraal te worden en Climaxi zal nu, mede via een subsidie van de provincie, de problemen in kaart brengen maar ook de puzzel leggen van initiatieven die vandaag reeds trachten oplossingen aan te reiken voor mensen die te maken krijgen met energie-armoede. We zullen die energie-armoede als valkuil voor een klimaatneutraal project gedocumenteerd beschrijven en er ook een reizende expo rond opzetten om organisaties, overheden maar ook de bevolking te sensibiliseren. Uiteindelijk is het doel van het project om tot een aantal politieke aanbevelingen te komen, waarrond we in de provincie een hele reeks ronde tafels willen opzetten.

Climaxi is daarom op zoek naar vrijwilligers die mee werk willen maken van dit project. Interesse? Stuur dan een mailtje naar david[at]climaxi.org