Na het ongeval: open brief aan de burgemeester van Aalst.

Mijnheer de burgemeester

Een jongen van 11 sterft op de parking van Tereos. Aangereden door een vrachtwagen. De ergste nachtmerrie van elke ouder. De tragiek is onbeschrijfelijk. Er zijn geen woorden voor.

Wat ook opvalt: niemand in Aalst is verbaasd. Werkelijk niemand. De gelatenheid is groot. Dit stond in de sterren geschreven. We wisten allemaal dat dit ging gebeuren. We wisten alleen niet wanneer. “An accident waiting to happen”, “De kroniek van een aangekondigd drama”, zijn net na het dramatisch ongeval maar enkele van de veel gehoorde uitspraken die de pers gretig overneemt in de ochtendkranten.

Zelf woon ik net naast de fabriek. Wanneer ik mijn ochtendkrant uit de brievenbus haal, kijk ik uit op een immense garagepoort waar tientonners dagelijks in- en uitrijden. Vanuit de slaapkamer van mijn dochter van 10 jaar zie ik elke dag letterlijk vele ‘accidents waiting to happen’. Fietsers die op het laatste nippertje wegspringen, voetgangers die bewust een omweg maken, ouders met kinderen die naar school gaan en daarbij met de wagen tot net voor de schoolpoort rijden uit angst dat hun kind iets overkomt. Wie kan hen, zeker nu, ongelijk geven?

We stellen het niet meer in vraag. De spreekwoordelijke “macht der gewoonte” zorgt ervoor dat we die vrachtwagens dulden op nog geen honderd meter van vier grote scholen met duizenden kinderen. Op nog geen tweehonderd meter van een bruisend stadscentrum waar elke week duizenden mensen graag komen winkelen. Net naast een cultureel centrum waar elke week voorstellingen gehouden worden in de schaduw van fabriekswalmen.

We zien het niet meer. De tientonners die voorbij denderen. En we ruiken het niet meer. De stank die onze stadslucht vult en voor een Aalstenaar soms zelfs absurd ‘aangenaam’ of op zijn minst ‘typisch’ ruikt. We horen het ook niet meer. Het constante gezoem van de fabrieksmachines die ons ook ’s nachts in slaap krijgen. We zijn het gewoon. Ik ben het gewoon.

Het duurt tot iemand van buiten Aalst er mij op wijst. Iemand die in ons karaktervol negentiende-eeuws station aankomt en vanuit de trein de fabriek al ontwaart. “Toch raar, zo een fabriek middenin de stad”, hoor ik dan als Aalstenaar. En ik haal de schouders op en antwoord dat die er altijd al heeft gestaan.

Maar het klopt niet. Dit is niet normaal. Neen, het kan niet dat er dagelijks honderden vrachtwagens door het stadscentrum rijden omdat er daar een fabriek is. Het klopt niet dat mensen vanop een gezellig terras op de Grote Markt zicht hebben op een industriegebied.

Dat besef komt pas ten volle na het drama dat zich afspeelt en een dodelijk slachtoffer eist. Als een klap in het gezicht. En het komt aan. Gruwelijk hard. Als inwoner van Aalst, als buur van de fabriek, en zeker als vader van twee dochters van 10 en 8 jaar. 

De gelatenheid, de ‘macht der gewoonte’ zorgt voor uitspraken die niet te dulden zijn. Van inwoners, raar genoeg, maar ook van onze politici. Het behoort nochtans tot de taak van beleidsmakers om te zorgen voor een leefbare en veilige stad. En om, zoals ze zelf van de daken schreeuwen in verkiezingstijd, de kracht te vinden om voor verandering te zorgen waar nodig. Niet om zoals nu schouderophalend te verkondigen dat de fabriek een economische realiteit is waar je als Realpolitiker niet om heen kan.

Mijnheer de burgemeester, u kent mij. U weet dat ik de voorbije jaren een strijd gevoerd heb tegen de fabriek. En zeker tegen de uitbreiding ervan en de omgevingsvergunning waarvoor u twee jaar geleden, ondanks de 638 bezwaarschriften die ik u persoonlijk bezorgd heb, gunstig advies voor hebt verleend. 

Die bewuste omgevingsvergunning stelt dat vrachtverkeer moet vermeden worden in het stadscentrum van 8 tot 9 uur, en van 15 tot 16.30 uur.  Als burgemeester noemt u dat in mijn ochtendkrant een ‘engagementsverklaring’. Laat ons niet juridisch muggenziften en maak dat engagement simpelweg en op korte termijn afdwingbaar. Dat is al een eerste concrete stap. U kan dat als burgemeester. 

En u kunt nog meer doen om het verkeer rond de fabriek en bij uitbreiding in heel onze charmante stad veiliger te maken. Zorg voor veilige wegen voor voetgangers en fietsers. Zoveel mogelijk afgescheiden van het auto- en vrachtverkeer. Zorg voor mensen die het verkeer regelen rond de schooluren. Er is veel wat u kunt doen op korte termijn. Aarzel niet en begin eraan. Niet morgen. Nu.

Verandering in Aalst is nodig. Op veel vlakken. Dat vergt visie op lange termijn, politieke moed en échte maatregelen. Maatregelen die ervoor zorgen dat onze kinderen voortaan veilig naar school kunnen. 

Burgemeester D’Haese. Er stierf een jongen op de parking van Tereos. Doe er asjeblieft alles aan opdat dit nooit meer gebeurt. 

Mijn innige deelneming aan de familie van Celio.

Kerim Helaut, buurtbewoner en stichtend lid van de actiegroep ‘amylum.be’