Utexbel Ronse: binnenkort beslissing rond langdurige vergunning.
Een paar weken geleden adviseerde de Gewestelijke Omgevings Vergunningen Commissie positief in verband met Utexbel Ronse. Utexbel vraagt een vergunning om vijf jaar lang verder te kunnen produceren. Daarbij worden gevaarlijke afvalstoffen als PFAS en permethrine in de al zwaar vervuilde Molenbeek gekieperd. Climaxi vindt het dossier wankel en vroeg minister Demir om de bestaande proefvergunnig maar voor anderhalf jaar te verlengen en zo het bedrijf de kans te geven zich verder in orde te stellen met de Vlaamse en Europese regels.
Men probeert het bedrijf nu ruimtelijk in orde te brengen door een zoveelste Planologisch Attest dat de Stad Ronse uitreikte op 03/05/21. Zo een attest zegt dat je mag blijven verder werken in een zone waar dat normaal niet toegelaten is. Utexbel bevindt zich in feite in een woonzone. Zo een attest moet in korte tijd gevolgd worden door een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. De startnota van dat plan werd inderhaast gestemd, maar zegt niet dat het bedrijf er kan blijven, enkel dat men de mogelijkheid gaat onderzoeken. Bovendien blijkt er op de Provincie weinig animo te zijn om rond dit dossier verder te werken. De inspraakronde over deze RUP is nog niet gebeurd en vorige pogingen om het bedrijf in de woonzone te laten blijven, werden herhaaldelijk door de Raad van State vernietigd. Deze oplossing is dus alle behalve zeker. Ons lijkt het eigenaardig om een vergunning af te leveren aan een bedrijf op basis van juridisch nog niet bevestigde plannen.
Het dossier bevat volgens het verslag van de GOVC zelf, zeer veel onzekerheden. Blijkbaar hadden veel van de deelnemers aan de commissie (o.m. VMM Vlaamse Milieumaatschappij) toch nog bemerkingen op het dossier en hadden ze liever een directe afkoppeling (het bedrijf zuivert zijn water zelf in plaats van op riolering te lozen)gezien.
- Het project is gelegen in het stroomgebied van de Molenbeek. Sinds 1 januari 2023 zijn de nieuwe watertoetskaarten in voege. De projectlocatie is gelegen in een gebied met een middelgrote kans op overstromingen door intense neerslag. Het bedrijf moet maatregelen nemen om bij overstromingen op te treden en de toekomstige installaties worden op een hoger platform geplaatst. Nergens in het advies kunnen wij lezen welke gevolgen die ophoging heeft voor de buren en andere handelszaken in de omgeving. Neemt voor hen dan het risico van overstroming toe?
- In het zelfcontrole programma, waarin het bedrijf zelf zijn afvalwater moet meten, worden overschrijdingen vastgesteld voor de gevaarlijke stoffen als nonylfenol, HCBCD, EDTA, toxafeen, acenafteen, benzofluorantheen, kationische detergenten en non ionische detergenten. Hoe die overschrijdingen gaan weg gewerkt worden is verder niet uitgelegd. Het bedrijf kwam tijdens metingen tot de conclusie dat er te weinig resultaten waren voor permethrine (de flessen met afvalwater verdwenen in het transport naar het labo, sic!), organische fosfor en DMPPA. Er konden bijgevolg geen conclusies geformuleerd worden. Vreemd toch dat er normen vastgelegd worden en vergunningen uitgereikt worden op basis van ‘onvoldoende metingen’?
- Het bedrijf gaat het gevaarlijkste deel van zijn afvalwater indampen en afvoeren. Een goed initiatief, ware het niet dat die indamper pas eind 2024 in werking zal zijn en er ondertussen een soepeler vergunning toegekend wordt dan de aflopende proefvergunning.
- Maandelijkse metingen van PFAS werden uitgevoerd. De opgelegde normen worden volgens de milieustudie gerespecteerd. Maar nu is evenwel al duidelijk dat Europa de grenzen voor PFAS naar beneden gaat halen. Qua PFAS moeten we toch in de reeds duideljk bezoedelde Molenbeek naar een nullozing gaan?
- Uit het overzicht van de ter beschikking gestelde luchtemissiemetingen is gebleken dat er in 2022 geen metingen werden uitgevoerd. Volgens de exploitant was dit te wijten aan de onbeschikbaarheid van het labo voor het uitvoeren van metingen. Hiervan kon geen schriftelijk spoor getoond worden. Aangezien het dichtbijzijnde habitat en VEN overlappen is de depositiebijdrage berekend via de online-impactscore-tool dezelfde. De depositie ten opzichte van het habitatrichtlijngebied bedraagt op het meest kritische punt voor verzuring en vermesting 0,45% op bestaande habitats en 0,46% op te ontwikkelen habitats. Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsplichtige activiteit geen betekenisvolle aantasting impliceert voor de instandhoudingsdoelstellingen van de speciale beschermingszone. Er werden geen metingen uitgevoerd, maar toch is er een berekening van de stikstofdepositie? Moet men ook geen rekening houden met andere stoffen? In de vergunning heeft men het over luchtemissies op basis van branders en stookoliebronnen, maar er is toch ook een afzuiging bij de aprrets die mogelijks chemische en gevaarlijke stoffen in de omgeving brengt?
Op basis van deze vragen en vaststellingen en er aan koppelend dat de Afdeling Handhaving ondertussen opnieuw PV opmaakte voor een aantal vaststellingen en in zijn advies zegt dat Utexbel regelmatig een aantal zaken niet rapporteert, vinden wij dan ook het uitreiken van een vergunnig voor de komende vijf jaar geen optie. Hoogstens kan voor ons de proefvergunning voor 18 maanden verlengd worden. In die tussentijd kan het bedrijf dan hopelijk via ernstige studies aan iedereen duidelijk maken dat de doelstellingen gehaald worden. Graag willen wij ook vragen dat het bedrijf de kaarten op tafel legt in verband met een mogelijke verhuis van het bedrijf binnen Ronse zelf. Er wordt voortdurend gezegd dat dit onhaalbaar is. Zelf zijn wij geen voorstander van het verdwijnen van werkgelegenheid in Ronse, maar evenmin gaan we graag voort op geruchten zoals ‘Dit is onmogelijk’ zonder dat die gestaafd worden door ernstige cijfers. Nu reikt men een vergunning uit op basis van het ‘vermoeden’ dat die zullen gehaald worden.
Filip De Bodt