Klimaatopwarming: de zee is naar de zak

In de zomer van vorig jaar werd de kust opgeschrikt door een klimaatstudie van verschillende overheden. De zeespiegel stijgt met één meter. Dan zijn er eigenlijk maar twee keuzes: je laat de Westkust onderlopen of je bouwt metershoge dijken. De Westkustburgemeesters riepen om ter luidst dat dit een boycot was. Een andere bedreiging is de opwarming van het water: de vis trekt naar het Noorden.

Dat laatste aspect heeft nooit veel pers gehaald. De belangen van een kleine sector halen meestal geen pers. Doordat er teveel CO2 in de lucht komt, stijgt de temperatuur op aarde. Aangenaam voor wie in het Noorden wil wijn maken, maar veel minder aangenaam voor al de rest van de wereldbevolking. Door die stijging van de temperatuur,  warmt ook het zeewater op. Wat de CO2-uitstoot van de visserij betreft, die is verwaarloosbaar: ongeveer 0,56 % van het maritiem transport zegt een studie van Ecosonos uit 2007, tegenover 50 % voor cargo’s en containerschepen.

De visserij draagt wel mee de gevolgen: koud water minnende vis verhuist, warmte minnende en ongewenste soorten komen in de plaats én hier en daar gaan planten of bacteriën zich wat anders gedragen.

Twee gerenommeerde instituten (ICES en IMARES) kwamen samen met anderen tot de conclusie dat de discussie over het schol- en tongbestand allicht evenveel te maken heeft met migratie door temperatuur als met visserijdruk. Zo is éénjarige schol bijna niet meer te vinden in de kinderkamers (de kweekzones) en staat vast dat die vis opschuift naar het Noorden én het Westen. Wat tong betreft ligt het allemaal iets ingewikkelder, maar de trend wordt gevolgd. Ook garnaal, kabeljauw en schelvis schuiven op naar het Noorden. De grijze garnaal verlaat vb. grotendeels het Noorden van Frankrijk. Je zal dan maar geïnvesteerd hebben in een garnalenschuit.

Geen probleem, hoor je, de Belgen volgen de vis toch van Spanje tot Ijsland en gaan wel achter hun buit aan. Kustvisserij is er nauwelijks.

Daar zijn wel een aantal grenzen aan: méér en méér landen denken er aan delen van ‘hun’ zee te sluiten. Groot-Brittannië wil ongeveer dertig procent van de Ierse zee sluiten. Het zit er dus dik in dat we in de toekomst toch enigszins gelimiteerd zullen worden in onze verplaatsing. Is het niet door de overheden, dan door de centen. De prijs van de brandstof staat tamelijk laag op dit moment, maar dat blijft niet zo.

Nieuwe soorten als zeebaars en inktvis kunnen voor extra-inkomsten zorgen maar brengen in hun kielzog kwallen en andere invasieve soorten mee. Om nog te zwijgen van het groeiend aantal algen en wieren én een aantal bacteriën die blijkbaar beter gedijen bij warm water

OVERSTROMINGEN

Daarnaast komt dan inderdaad de dreiging van mogelijke overstromingen. De zeespiegel steeg tussen 1927 en 2006 al met 1,67 mm per jaar. Dat is weinig, maar tel dat op en doe er nog een aantal tientallen jaren bij en we zitten in de problemen. Je kan dan delen land laten onderlopen. Je kan ook delen op zee veroveren, constant baggeren, één meter hoge dijken bouwen enz… Alleen mogen we één ding niet vergeten: dat kost allemaal geld, handenvol geld. En bovendien: het volstaat niet om dijken te bouwen, de rivieren moeten ook nog naar de zee kunnen lopen. Bergop is dat moeilijk.

We zijn dan ook benieuwd of die verontwaardigde kustburgemeesters daar iets aan doen. Tijdens de Fietstocht aan zee bezocht Climaxi deze zomer alle gemeentebesturen. In Koksijde en Oostende had men concrete plannen gemaakt om het eigen energieverbruik en de erbij horende uitstoot gecontroleerd te gaan terug schroeven. Van de anderen vernamen we niets. Wie dat niet doet, moet ook niet komen huilen.

Filip De Bodt