World Day for Glaciers op 21 maart.

Secretaris-Generaal Celeste Saulo van het WMO (Wereld Meteorologische Organisatie) van de Verenigde Naties (VN) benadrukt deze urgentie en stelt: “Smeltend ijs en gletsjers bedreigen op lange termijn de waterzekerheid van miljoenen mensen. Dit internationale jaar moet een wake-up call zijn voor de wereld.” De vraag kan gesteld worden of die wereld tussen de oorlogstrommen en het populistische geroep nog luistert naar zo’n wake-up calls.

Wat verstaan we onder gletsjers?

Een gletsjer is een bewegende ijsmassa die gevormd wordt uit sneeuw die op land is gevallen. Sneeuw vormt een gletsjer als de sneeuw lang genoeg blijft liggen en dik genoeg wordt om in ijs te veranderen. Kenmerkend voor gletsjers is dat ze bewegen onder hun eigen druk, daarbij heel langzaam stromende rivieren vormend. Ze bedekken ongeveer 15 miljoen vierkante kilometer aardoppervlak, wat ongeveer 10% van het totale landoppervlak vormt. Dit voornamelijk op AntarcticaGroenland en het noorden van Canada. Ze bevatten 29 miljoen kubieke kilometer ijs, wat overeenkomt met ongeveer 87% van al het zoet water op aarde. Op dit ogenblik zijn op aarde twee ijskappen groter dan 50.000 km²: de ijskap op Groenland, die ongeveer 9% van al het ijs op aarde bevat, en de Antarctische ijskap, waarin 90% van het ijs op aarde zit opgeslagen. Deze ijskappen zijn op sommige plaatsen tot 4.000 meter dik.

Gletsjers functioneren als natuurlijke reservoirs en voorzien rivieren van smeltwater, vooral in droge periodes. In gebieden zoals de Himalaya, de Alpen en de Andes spelen gletsjers een cruciale rol in de watervoorziening van miljoenen mensen. Het verdwijnen van deze ijsmassa’s bedreigt de drinkwatervoorziening, landbouw en hydro-elektrische energieproductie.

Afname van gletsjervolumes.

De opwarming van de aarde veroorzaakt wereldwijd een versnelling van het smeltproces van gletsjers. Volgens studies van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering (IPCC) smelten gletsjers in een ongekend tempo, en steeds sterker in de afgelopen decennia. In 2023 leden gletsjers het grootste verlies in massa sinds de start van de metingen 50 jaar geleden. Het was ook het tweede jaar op rij waarin alle regio’s met gletsjers in de wereld verliezen in ijs rapporteerden. De kleine gletsjers dreigen tegen 2100 in de wereld 80% van hun huidige massa te verliezen. Dr. Lidia Brito, adjunct-directeur-generaal voor natuurwetenschappen bij UNESCO, verklaarde tijdens het lanceringsevenement voor het internationale jaar voor het behoud van de gletsjers in Genève dat de "50 UNESCO-erfgoedlocaties met gletsjers bijna 10 procent van het gletsjeroppervlak van de aarde vertegenwoordigen." Een recente studie waarschuwt echter dat gletsjers in een derde van deze locaties tegen 2050 zullen verdwijnen.

Alpen, Groenland en Antarctica.

In de Alpen zijn veel gletsjers al meer dan de helft gekrompen sinds de 19e eeuw. Tussen 2000 en 2023 ging zelfs 39% van de gletsjermassa verloren.

Oostenrijk telt ongeveer 900 gletsjers. Maar al die gletsjers zijn ten dode opgeschreven, waarschuwt de Oostenrijkse Alpinevereniging (OAV). Die tekent al 133 jaar lang de grootte van hun gletsjers op, en publiceert daar ook elk jaar een rapport over. Nooit eerder zagen ze de Pasterze, de grootste gletsjer van Oostenrijk, zoveel smelten. Tussen 2022 en 2023 verminderde de totale lengte van 8,4 kilometer met maar liefst 203,5 meter. In totaal gaat het om een massa van 14 miljoen kubieke meter ijs, wat je kan voorstellen als een ijsblok met een zijde van 241 meter. Het OAV besluit in recente rapporten dat geen enkele van de Oostenrijkse gletsjers nog genoeg ijsmassa heeft om ook nog maar een kans te maken op overleven. De vereniging heeft het over ‘gletsjerdood’. "We kunnen de gletsjers niet meer redden", zegt Gerhard Lieb van het OAV onomwonden. "De verdwijning van de Oostenrijkse gletsjers is de volgende decennia niet meer te stoppen." Daarvoor gaat de klimaatverandering te snel en worden beschermingsmaatregelen te traag genomen.

In Groenland en Antarctica verliezen de ijskappen jaarlijks honderden miljarden tonnen ijs, wat direct bijdraagt aan de stijging van de zeespiegel.

Situatie op de continenten Afrika en Azië.

De gletsjers op Mount Kenya, de Kilimanjaro en het Rwenzori-gebergte, op de grens tussen Oeganda en de DR Congo, smelten aan een alarmerend tempo. In de voorbije twee decennia zijn ze met ongeveer de helft gekrompen. Sinds begin vorige eeuw is dat zelfs 90 procent, blijkt uit een studie in het vakblad ‘Environmental Research: Climate’.

In 1899 had Mount Kenya nog een oppervlakte van 1,64 vierkante kilometer ijs, maar die oppervlakte is geslonken tot slechts 0,07 vierkante kilometer. In het Rwenzori-gebergte is het ijs gekrompen van 6,51 vierkante kilometer in 1906 naar amper 0,38 vierkante kilometer. Het ijsoppervlak op de Kilimanjaro, het grootste in Afrika, is afgenomen van 11,4 naar 0,98 vierkante kilometer. De drie gletsjergebieden in Afrika zijn voor klimaatwetenschappers erg interessant omdat ze zich pal in de tropen bevinden. IJs vormt zich daar enkel door de hoogte van de toppen en is dus minder afhankelijk van de stijgende temperatuur in de regio, zoals bijvoorbeeld in de Alpen wel het geval is. De snelle teloorgang van het ijs in Afrika is vooral te wijten aan het gebrek aan neerslag, stellen de wetenschappers van de Friedrich-Alexander-Universität (FAU). Daardoor wordt het ijs niet aangevuld en begint de gletsjer zich terug te trekken.

Tussen 2011 en 2020 zijn de gletsjers in de Hindu Kush Himalaya maar liefst 65 procent sneller verdwenen dan in het decennium daarvoor, blijkt uit het rapport Water, Ice, Society, and Ecosystems in the Hindu Kush Himalaya.

Gevolgen door de afname van gletsjers.

Ongeveer twee miljard mensen in de wereld zijn afhankelijk van het water dat is opgeslagen in gletsjers en sneeuw.

Naarmate er meer sneeuw op de top ligt, wordt het voor tientallen jaren en eeuwen opgeslagen als ijs. In droge maanden komt dat in mondjesmaat weer vrij als smeltwater. De gletsjers fungeren dus als een buffer in de cyclus van water. Als ze verdwijnen, wordt er geen sneeuw meer opgeslagen en smelt die grotendeels op het einde van de winter, met meer overstromingen en minder smeltwater tijdens droge periodes tot gevolg. Door de afname van permafrost (=permanent bevroren ondergrond) zouden er ook meer aardverschuivingen zijn.

Een van de meest zorgwekkende gevolgen van het smelten van gletsjers is de zeespiegelstijging. Wetenschappers schatten dat wanneer alle gletsjers ter wereld zouden smelten, de zeespiegel met tientallen meters zou stijgen. Dit zou catastrofale gevolgen hebben voor kuststeden zoals New York, Jakarta en Amsterdam. Landen als Bangladesh en eilandstaten in de Stille Oceaan lopen dan groot gevaar om gedeeltelijk of geheel onder water te verdwijnen.

Het verdwijnen van gletsjers beïnvloedt ook lokale ecosystemen. Veel dieren en planten zijn afhankelijk van het koude, zoete smeltwater dat gletsjers leveren. Het smelten van ijs leidt tot veranderingen in de watertemperatuur van rivieren en meren. Dit kan schadelijk zijn voor vissoorten zoals de zalm, die afhankelijk is van koude waterstromen. De stromen van rivieren kunnen ook veranderen. Bovendien kunnen plotselinge gletsjerinstortingen leiden tot natuurrampen, zoals overstromingen en aardverschuivingen. Er zal meer neerslag vallen in de vorm van regen en minder in de vorm van sneeuw.

Eén oplossing.

Voor het bewaren van lokale stukken gletsjer worden allerlei technologische oplossingen voorgesteld: reflecterend geotextiel, geo-engineering door aerosolen in de atmosfeer te brengen, sneeuwkanonnen, etc. Maar deze zijn niet afdoende. Er is maar één echte oplossing: geen CO2 uitstoten. Maar hierin moeten we ons geen illusies maken. Zelfs al komen we morgen tot een nuluitstoot, dan nog zal een deel van de bestaande gletsjers een tijdlang verder smelten.

 

Sammy Roelant