Vlaamse regering zet stikstof-koehandel op
De Vlaamse Regering bereikte vannacht een stikstofakkoord. Dat akkoord is geschreven op maat van de industrie, de agrarische inbegrepen. Ratcliffe krijgt zijn Ineos Project One, de industriële landbouw mag de familiale boeren verder doodknijpen en de natuur is de sigaar. Tegelijkertijd hoopt de Vlaamse Regering zijn eigen infrastructuurprojecten door een aantal juridische procedures te loodsen.
Het stikstofakkoord wordt mooi voorgesteld: Ineos mag zijn gang gaan, de landbouwers krijgen meer soepelheid rond de rode bedrijven in de landbouw en de plaatsen waar een plafond ingesteld was, tenminste als ze daar zwaar voor betalen.
Climaxi blijft zich verzetten tegen Ineos Project One en vindt dat daar andere argumenten voor zijn: het gebruik van schaliegas, het verder bouwen op fossiele brandstoffen en plastiek. We hebben nu andere investeringen nodig.
Men kiest ook binnen de landbouw voor de industriële belangen (luchtwassers en co) en zet op die manier de kleine familiale boeren buiten spel. Men weet goed dat die niets over hebben om te investeren en dat ze nu sowieso nog meer zullen beconcurreerd en opgekocht worden door grote agro-bedrijven. Om dat te stimuleren kunnen stikstofuitstootrechten door verkocht worden onder mekaar. We krijgen er dus een nieuw soort van stikstofhandeltje bij. Op Europees niveau zien we dat handel in CO2-uitstootrechten bewezen heeft dat die niet werkt.
Tegelijkertijd hoopt de Vlaamse Regering allicht om hiermee een aantal infrastructuurprojecten zoals de Brusselse ring, de N60 en N42 in het zuiden van Oost-Vlaanderen en de Oosterweelverbinding te kunnen redden van de ondergang door verdere procedures.
Climaxi begrijpt niet dat men een compromis gesloten heeft waarbij men alles op zijn beloop laat en iedereen verder zijn zin kan doen. Het lijkt wel of we zijn terug in de vorige eeuw beland, waar er over klimaatverandering geen sprake was.
Misschien moeten we de Vlaamse regering ergens vasthouden op een eiland midden in het overstromende West-Vlaanderen, in de hoop dat de ministers op deze manier wat meer met de realiteit geconfronteerd worden.
Filip De Bodt en Katrin Van den Troost