Ronse: Utexbel in nauwe schoentjes

Ronse is een oude tweetalige industriestad. Tijdens de eerste helft van vorig eeuw zagen textielbedrijfjes het licht. De Société Génerale nam er na de crisis in 1929 eentje over in Ronse en herdoopte het tot Utexbel (Usines Textiles Réunies de Belgique), later verkocht aan de groep Samain-Zurstrassen. Albert Samain gaf het bedrijf door aan zijn zoon Jean Samain…die het in 1990 op zijn beurt doorgaf aan zijn neef en huidig CEO Jean-François Gribomont.

Van al die textielbedrijven blijven er nog enkele over: Alpani, vasttapijt-producent Associated Weavers, Tardel, Utexbel. Utexbel is de grootste met een achthonderdtal werknemers en vestigingen in Vlaanderen, Wallonië, Frankrijk en Marokko. In Ronse zijn er nog drie afdelingen: een garenververij aan de Ninovestraat, een spinnerij in de Spinsterstraaten een weverij annex textiel-stukververij aan de César Snoecklaan. Het gaat om oude, gedeeltelijk verwaarloosde gebouwen die de sfeer in het midden van de stad bepalen. Utexbel produceert jaarlijks 8000 ton garen en 13 miljoen meter stof. Het werkt o.m. voor het Franse leger en kreeg recent een belangrijk order voor de volgende vijf jaar van het Zwitsers leger omwille van zijn specialiteit: camouflagestoffen behandeld met permethrine, een muggen afwerend middel.

Centen.

De groep Utexbel boert de laatste jaren goed: er is een eigen vermogen van ongeveer 25 miljoen €, een jaarlijkse winst van ongeveer 2 miljoen € en een reserve van 11 miljoen €. Aandeelhouders zijn de familie Gribomont via Beltex Investen Texbel Invest. De CEO Gribomont zelf is een kleurrijk en invloedrijk figuur, die o.m. het nationale nieuws haalde via de PANO-uitzending ‘Omgeving verwaarloosd’, waarin hij de Milieuinspectiediensten opriep ‘wat vriendelijker’ te zijn. Hij maakt deel uit van het Strategisch Comité van het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen), de textielfederatie Fedustria en is vice-voorzitter van de Europese Federatie Euratex. Als de man een verdienste heeft, dan is het wel dat hij het grootste deel van zijn productie in België hield. Dit evenwel ten koste van gezondheid en leefmilieu van werknemers en omwonenden. Bij elke onderhandeling met de overheid wordt dan ook het argument ‘tewerkstelling’ op tafel gelegd. Ook op sociaal vlak is de man niet te onderschatten. In 2017 haalde hij opnieuw de pers omdat hij stakers uitsloot van het jaarlijkse cadeautje (een pakje koekjes) voor de werknemers: "Ik heb het uit mijn eigen zak betaald", reageerde hij in Het Laatste Nieuws. "Ik mag toch cadeautjes geven aan wie ik wil. Door aan de niet-stakers te geven wil ik ze ook bedanken. Daar kan toch niemand iets op tegen hebben."Zoiets gebeurde wel in de 19de eeuw in de Ronsese textielindustrie, maar nu is het gewoon belachelijk." Reageerden vakbondsmensen in dezelfde krant. Bij vorige stakingen ging het in 2008 onder meer over de installatie van machines waarbij geen afzuiging geïnstalleerd werd. Uit interne verslagen en verslagen van de Milieuinspectie blijkt dat er regelmatig problemen zijn met tanks voor de opslag van gevaarlijke stoffen (waarvan de beschermingsmuur niet hersteld wordt of oxidatie optreedt bijvoorbeeld) met veiligheidsincidenten als gevolg. Vorige week legden werknemers het werk neer omdat ze niet geïnformeerd worden over de actuele problemen van de fabriek.

De hoofdeigenaar van de gebouwen is de NV Parto, ook al een constructie met dezelfde familie als aandeelhouder. Ook Fimmobel Esders is eigenaar van bepaalde terreinen. Bestuurder en de man die naar voor geschoven wordt als mogelijke opvolger is Wim Dekeyser van het adviesbureau DKR8 uit Zwijnaarde. Een solide structuur dus die onderling verweven is via deelparticipaties en wel wat investeringen kan dragen. Dat men in een modern bedrijf ook investeert in het leefmilieu en probeert de milieuwetgeving na te leven, dringt evenwel moeilijk door tot de bewindslui van Utexbel.

Stukververij César Snoecklaan

De stukververij aan de César Snoecklaan is een reusachtig bedrijf midden in een woongebied. Het gewestplan beschrijft de site ook als woongebied met culturele historische en/of esthetische waarde. In een woongebied is normaal enkel plaats voor kleinere bedrijven die met de omgeving verzoenbaar zijn. Een Klasse 1 bedrijf met gevaarlijke stoffen in huis, behoort daar niet toe. Toch staat het bedrijf er, ondanks herhaaldelijke aanmaningen tot verhuis naar een industrieterrein (wat andere bedrijven in Ronse blijkbaar wel allemaal klaarspeelden) nog steeds. Drie pogingen om via een gewestplanwijziging of een RUP (Ruimtelijk UitvoeringsPlan) de bestemming van de gronden te wijzigen naar industriegebied werden door de Raad van State vernietigd. De laatste dateert van 2015. Dit jaar deed de Stad Ronse in mei opnieuw een geste naar het bedrijf toe door een positief Planologisch Attest uit te reiken. Zo een Planologisch Attest kondigt aan de stad de intentie heeft om via een RUP het Gewestplan te wijzigen. Men kan moeilijk stellen dat hiermee de geest van de wetgeving gerespecteerd wordt. Op basis van dit door de stad uitgereikte attest verkreeg het bedrijf op 1 juli een nieuwe milieuvergunning voor onbepaalde tijd. Er kwam beroep van omwonenden, de Vlaamse Milieu Maatschappij, Aquafin en Milieufront Omer Wattez. VMM stelt in zijn beroep: “Het huidige planologisch attest van 03.05.2021 is slechts geldig voor 5 jaar. In deze periode dient een RUP opgemaakt te worden. In het kader van het vorig planologisch attest van 04.07.2016 werd geen aanzet tot RUP gestart. In een eventueel RUP kunnen voorwaarden opgenomen worden waar momenteel geen rekening kan gehouden mee worden. Het steeds weer opnieuw aanvragen van een nieuw planologisch attest was geenszins de bedoeling van de wetgever.”

Bovendien stuit het bedrijf in de César Snoecklaan ook op afvalwaterproblemen. Op 9 januari 2020 leverde de Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen een afwijkende vergunning af voor het RWZI (Rioolwaterzuiveringsinstallatie) van Aquafin te Ronse. Voor de laatste maal werd Aquafin tot 2024 toegestaan om méér te lozen dan wettelijk mag. Dit is te wijten aan Utexbel, zeggen de specialisten van VMM in hun beroep: “De afwijkende normering is immers toe te schrijven aan de lozing van Utexbel stukververij waarbij de redenering werd gemaakt dat bij de hervergunning van de Stukververij bijgevolg nog uiterlijk 3 jaar rest om een duurzame oplossing voor deze vestiging te realiseren. In 2017 werd vastgesteld dat niet langer aan de sterk versoepelde voorwaarden kon voldaan worden voor de parameter totaal P: de jaargemiddelde effluentconcentratienorm van 2 mg/l werd niet langer gehaald. Hiermee voldoet RWZI Ronse bovendien ook niet meer aan de eisen van de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater (ofwel voldoen aan 80 % ofwel aan 2 mg/l jaargemiddeld). Deze normoverschrijding is integraal toe te schrijven aan de recalcitrante, gebonden fosfor die met technologieën voor zuivering van stedelijk afvalwater niet kan worden verwijderd.” Samengevat: België en de installatie van Aquafin riskeren door de lozingen van Utexbel een Europese boete aan het been te krijgen van zodra iemand dit bij Europa signaleert: Ondanks de installatie en optimalisatie van een uitvlakkingsbuffer op de terreinen van UTEXBEL, werd de Europese en Vlaamse grenswaarde voor het effluent van een huishoudelijke zuivering, zijnde 125 mg CZV/l, nog regelmatig overschreden. In 2018 betrof dit 21 van de 52 stalen, in 2019 waren er geen overschrijdingen (nipt), in 2020 opnieuw 3 van de 24 stalen.” zegt VMM nog.

Permethrine.

Permethrine is een insecticide waarmee het door Utexbel gefabriceerde legertextiel gedrenkt wordt om de manschappen te beschermen tegen allerhande soorten muggen. Permethrine wordt sinds 2000 door de Europese Unieniet meer toegestaan als gewasbeschermer. Het mag wel nog gebruikt worden als biocide voor insectenbestrijding bij kledij, als bestrijder van teken en luizen of als geneesmiddel. Het middel is beperkt schadelijk voor de mens maar doodt veel waterorganismen. In de VS werd het middel als mogelijk kankerverwekkend geklasseerd, dit bij inname van het product.

De Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen gaf het bedrijf voor deze stof een toelating voor het lozen van 5 microgram per liter, méér dan wat actueel gemeten wordt (2,8 microgram). Het bedrijf ging zelf ook in beroep tegen zijn eigen vergunning en vraagt het dubbele. VMM reageert: “Dit betreft een stof welke aan de REACH verordening onderworpen is. Permethrine wordt gebruikt voor het muggenafstotend maken van textiel. Permethrine is zeer acuut giftig voor waterorganismen. Uit de impactberekeningen (tov de PNEC) is gebleken dat de lozing van permethrine door het bedrijf verwacht wordt een belangrijke impact (zowel gemiddeld als worst case) te hebben op de ontvangende waterloop gezien de grootte van de bijdrage t.o.v. de toetsingswaarde: gemiddeld 548894% en worstcase 2353781% van de toetsingswaarde. “

Een giftige cocktail.

In de luchtemissies van het bedrijf worden af en toe overschrijdingen van het gehalte aan formaldehyde vastgesteld. Formaldehyde is bewezen kankerverwekkend voor de mens. Bij het brandvrij maken van stoffen stoot men dan weer op hoeveelheden fosfor en chemishe detergenten waar Aquafin bij verwerking in zijn zuivering een uitzondering moet voor krijgen. Die werd een laatste keer toegekend tot eind 2024.

Bij de productie en het verven van textiel komen ook de hormoonverstorended Nonylfenol (NF) en het gevaarlijke nonylfenoletholxylaten (NFE) vrij.  Utexbel vraagt in zijn nieuwe vergunningsaanvraag een lozingsnorm van 25 μg/l NF aan. Uit het bijhorende plan-MER blijkt dat de norm voor nonylfenol dient beperkt te worden tot 1,7 μg/l om als aanvaardbaar beschouwd te worden in worst case omstandigheden.

PFAS

Het bedrijf zegt geen PFAS te gebruiken bij zijn productie (voor bijvoorbeeld het waterdicht maken van textiel) maar vraagt toch in het beroep terug te mogen vallen op de sectorale normen, die dateren uit 2009. Na de huidige verwikkelingen rond PFAS kwam VMM tot het besluit dat men onder de detecteerbare grens moet blijven, conform de aangekondigde Europese verstrengingen en Vlaamse richtlijnen.

In oktober wees een OVAM-studie uit dat er te veel PFAS aanwezig is op de oevers van de Molenbeek. Meer zelfs dan op de bodem van de beek. Een logische vaststelling, gezien de overstromingen van de Molenbeek. Pittig detail: de fabriek aan de César Snoecklaan ligt gedeeltelijk in overstromingsgebied. Het gevaar ligt hem volgens OVAM in mogelijke combinaties met de aanwezige gebromeerde brandvertragers die teruggevonden werden. Gebromeerde brandvertragers zijn vanwege hun stofeigenschappen slecht afbreekbaar, schadelijk, giftig en mogelijk kankerverwekkend. De aanwezigheid van PFAS (op sommige plaatsen tot meer dan dertigmaal de richtwaarde) wijst eerder op vormen van historische vervuiling. Na een eerste studie raadde men de bewoners ook in Ronse af om te spelen op de oevers of eieren en groenten te eten uit de tuinen die aan de Molenbeek grenzen. Vorige week werd het bestaan van een tweede méér gedetailleerde studie bekend gemaakt. Vlaamse opdrachthouder Karl Vrancken noemt de resultaten voorzichtig positief: “De resultaten van deze meetcampagne zijn eigenlijk vooral goed nieuws voor de inwoners van Ronse. De verontreiniging is minder verspreid dan we op basis van de eerste metingen vooraf gevreesd hadden.” Groen-raadslid Lech Schelfout liet op de gemeenteraad van maandag 22/11 weten er anders over te denken: “Dit is een heel vreemde manier van werken. Je kondigt een aantal no regret maatregelen aan en noemt dat positief nieuws voor Ronse. Daarbij verwijs je heel de tijd naar de recente staalnames, maar de resultaten zelf hou je achter. OVAM wil mij het rapport niet bezorgen en de stad zegt dat ze het niet heeft.” Wat ondertussen wel geweten is, is dat de vervuiling zich niet alleen beperkt tot twee woonwijken maar ook te situeren is aan de oevers van de beek in het Stadspark, rond het Cultureel Centrum en de wijk Beeksstraat. Daarom besliste men de maatregelen uit te breiden tot de volledige lengte van de Molenbeek, de Lievensbeek en de Vloedbeek. Kinderen die daar spelen moeten goed de handen wassen en de voeten vegen als ze thuis komen, zegt men in de bewonersbrief. Dit doet meerdere bewoners de wenkbrauwen fronsen: “Net alsof kinderen niets in de mond stoppen? Of zich gedragen als robots?” Dit tot aan de grens met Wallonië. De sociale klimaatbeweging Climaxi vraagt de onmiddellijke bekendmaking van de cijfers: “Vermits Utexbel (en andere textielbedrijven langs de Molenbeek) nog PFAS uitstoot is de bekendmaking van die resultaten ook cruciaal in verband met de vergunning van Utexbel.” In de naburige gemeente Frasnes en het Waalse Parlement worden tussenkomsten aangekondigd door Ecolo.

De Gewestelijke Omgevings Vergunningen Commissie (GOVC) formuleert zijn advies na een hoorzitting op 23/11/21. Na dit advies moet minister Zuhal Demir voor 21 december (het einde van de bestaande vergunning) een beslissing nemen. Verwacht wordt dat het bedrijf ook hier de strategie van de verbrande aarde zal gebruiken door in beroep te gaan bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen en in mogelijke Cassatie tegen een uitspraak hiervan bij de Raad van State.

Garenververij Ninovestraat.

Aan de tweede bedrijfssite in Ronse, de garenververij in de Ninovestraat, creëerde Utexbel minstens evenveel problemen. In november 2018 verkreeg het bedrijf een vergunning om op deze site te blijven werken tot 2023. Het bedrijf loost zijn afvalwater er rechtstreeks in de Molenbeek. Omwille van gelijkaardige problemen met de vestiging in de Snoeckstraat (de aanwezigheid van te veel fosfor) kreeg het bedrijf evenwel de opdracht om die lozingen te stoppen en te lozen op de aanwezige collector, die het afvalwater naar het RWZI van Ronse brengt. Dit RWZI is evenwel in zijn huidige vorm evenmin in staat om dit bedrijfsafvalwater te verwerken. Het zuiveringsstation dient uit te breiden en de kosten daarvan moeten volgens Aquafin, volgens de wetgeving, gedragen worden door Utexbel. De kosten worden geraamd op 800.000 €. Dit contract wordt gecontesteerd door Gribomont en co, met ook hier veelvuldige beroepen en vragen tot het opnieuw in overweging nemen van de vergunning. Het bedrijf ging ook hier in beroep tegen de eigen vergunning bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen en de Raad van State, maar ving opnieuw bot.

Parket.

De rechterlijke diensten van het parket namen de zaak ernstig en startten een onderzoek. Sindsdien wordt elke vraag correspondentie of inspectieverslagen in het kader van openbaarheid van bestuur door de Afdeling Milieuhandhaving in strikte zin geweigerd. Dezelfde afdeling stuurde evenwel een brief naar Utexbel waarin men per 15 december een verbod op het lozen van afvalwater oplegt. Dit brengt de afdeling Ninovestraat in serieuze problemen. Vakbonden vroegen al een speciale ondernemingsraad aan en zeggen dat het bedrijf ook naar hen toe geen open kaart speelt. Een oplossing ligt niet voor de hand. Bij de werknemers circuleren geruchten over het uitbesteden van de ververij naar andere firma’s zoals bijvoorbeeld Tardel in Ronse. Ook daar is volgens buurtbewoners de zuiveringscapaciteit te klein om zo een operatie succesvol af te werken.

In een antwoord op een parlementaire vraag van Mieke Schauvlieghe (Groen) zegt Zuhal Demir dat men oplossingen zoekt: “Er lopen momenteel besprekingen met Aquafin, Utexbel en mijn kabinet, onder meer om een aansluiting op de RWZI mogelijk te maken voor de vestiging in de Ninovestraat. Bedoeling is om een gezamenlijke oplossing uit te werken waarbij de vestiging in de Snoecklaan zijn afvalwater zelf zou zuiveren en op die manier niet langer voor problemen op de RWZI van Ronse kan blijven zorgen. Voor deze vestiging loopt er momenteel een beroepsprocedure tegen de omgevingsvergunning van de deputatie dd 01/07/2021. Naast de mogelijkheid van aansluiting op de RWZI, worden ook alternatieve oplossingen onderzocht, zoals de mogelijkheid van een eigen waterzuivering op de terreinen van Utexbel.”  De minister is evenwel verondersteld ook te weten dat er een probleem is van zonevreemdheid in de César Snoecklaan, waarbij acties tegen mogelijke regularisatie van het bedrijf op die plaats met succes leiden tot vernietigen van de regularisatie door de Raad van State.

Conclusie.

Volgens Climaxi speelt Utexbel met vuur. Hoewel het bedrijf voldoende financiële middelen heeft zet het zijn toekomst en die van zijn werknemers op de helling door halsstarrig te weigeren zich te schikken naar de actuele milieuwetgeving en het gewestplan. Het zal niemand verwonderen als het bedrijf binnenkort weer zwaait met het argument van de ‘tewerkstelling’ en de ‘groenen’ of ‘administraties’ die Utexbel ‘zogezegd’ slecht genegen zijn. Wie het dossier volgt weet beter: Utexbel heeft centen in huis, bestellingen op de lange termijn en voldoende knowhow om zowel aan de wetgeving rond afvalwater als die rond ruimtelijke ordening te voldoen. Als het bedrijf niet beweegt, dan betekent dat dat zijn aandeelhouders een winstgevende fabriek in de kou laten staan omdat men de kosten van de productie er niet bij wil en een financieel rendement zoekt zonder milieukosten.

Filip De Bodt

VERSION FRANCOPHONE:

Utexbel dans des chaussures serrées

Bien que les eaux usées toxiques retiennent progressivement l'attention de l'usine textile de Ronsese, l'entreprise ne semble pas bouger. Jusqu'où iront les actionnaires d'Utexbel dans leur quête de rentabilité financière au détriment des hommes et de l'environnement?

Depuis 1929, Utexbel fabrique des textiles à Ronse, une ville textile du sud de la province de Flandre orientale. En 2021, l'entreprise est mêlée à un enchevêtrement de plaintes. C'est l'une des rares grandes entreprises qui parvient encore à fonctionner sans station d'épuration. Les eaux usées, pleines de substances dangereuses comme la perméthrine, substance cancérigène dangereuse à laquelle les poissons survivent difficilement, finissent dans le Molenbeek directement ou via un collecteur (et débordent). Dans le passé, les travailleurs se sont mis en grève contre le manque de mesures de sécurité et même le parquet du département d'Audenarde en Flandre orientale ne peut plus ignorer l'affaire.

Ronse est une ancienne ville industrielle bilingue. Les entreprises textiles ont vu le jour dans la première moitié du siècle dernier. Après la crise de 1929, la Société Générale en rachète une à Ronse et la rebaptise Utexbel (Usines Textiles Réunies de Belgique), vendue par la suite au groupe Samain-Zurstrassen . Albert Samain a légué l'entreprise à son fils Jean Samain… qui à son tour l'a transmise à son cousin et actuel PDG Jean-François Gribomont en 1990 .

De toutes ces entreprises textiles, il ne reste que quelques-unes : Alpani , producteur de tapis Associated Weavers , Tardel et Utexbel. Utexbel est la plus grande avec environ huit cents employés et succursales en Flandre, en Wallonie, en France et au Maroc. A Ronse, il y a encore trois départements : une filature de teinture sur Ninovestraat, une filature dans Spinsterstraat et une filature annexe de teinture textile sur César Snoecklaan. Ce sont des bâtiments anciens, en partie délaissés, qui déterminent l'atmosphère de la ville. Utexbel produit 8 000 tonnes de fil et 13 millions de mètres de tissu par an. Il travaille pour l'armée française, entre autres, et a récemment reçu une commande importante pour les cinq prochaines années de l'armée suisse en raison de sa spécialité : les tissus de camouflage traités à la perméthrine, un anti-moustique.

Centimes

Le groupe Utexbel se porte bien ces dernières années : il dispose d'un capital social d'environ 25 millions d'euros, d'un bénéfice annuel d'environ 2 millions d'euros et d'une réserve de 11 millions d'euros. Les actionnaires sont la famille Gribomont à travers Beltex Invest et Texbel Invest . Le PDG Gribomont est lui-même une personnalité haute en couleur et influente, qui a fait l'actualité nationale à travers l'émission PANO « Environnement négligé », dans laquelle il a appelé l'Inspection de l'environnement à être « un peu plus amicale ». Il est membre du Comité Stratégique de la FEB (Confédération des Entreprises Belges), de la fédération textile Fedustria et il est Vice-Président de la Fédération Européenne Euratex .

Si l'homme a un mérite, c'est qu'il a gardé l'essentiel de sa production en Belgique. Mais au détriment de la santé et de l'environnement des salariés et des riverains. Dans chaque négociation avec le gouvernement, l'argument « emploi » est mis sur la table.

L'homme n'est pas non plus à sous-estimer sur le plan social. En 2017 il a aussi fait la presse car il a exclu les grévistes du cadeau annuel (un paquet de cookies) pour les salariés : "Je l'ai payé de ma poche", a-t-il répondu dans Het Laatste Nieuws. "Je peux toujours offrir des cadeaux à qui je veux. En offrant aux non-grévistes, je veux aussi les remercier. Personne ne peut s'y opposer."

"Quelque chose comme ça s'est produit au 19ème siècle dans l'industrie textile de Ronse, mais maintenant c'est tout simplement ridicule", ont réagi des syndicalistes dans le même journal. Les grèves précédentes en 2008 comprenaient l'installation de machines sans extraction. D'après des rapports internes et des rapports de l'Environnement L'inspection montre qu'il y a des problèmes réguliers avec les réservoirs pour le stockage de substances dangereuses (dont la paroi de protection n'est pas réparée ou une oxydation se produit) entraînant des incidents de sécurité.

Le principal propriétaire des bâtiments est NV Parto , également une construction avec la même famille comme actionnaire. En outre Fimmobel Esders possède certaines zones. Le directeur et l'homme proposé comme successeur éventuel est Wim Dekeyser du cabinet de conseil DKR8 de Zwijnaarde.

Il s'agit donc d'une structure solide, entrelacée via des participations partielles pouvant supporter certains investissements. Mais le fait qu'une entreprise moderne investisse également dans l'environnement et essaie de se conformer à la législation environnementale est difficile à réaliser pour les responsables d'Utexbel.

Teinturerie pièces - César Snoecklaan

La teinturerie pièces de la César Snoecklaan est une énorme entreprise au milieu d'un quartier résidentiel. Le plan régional décrit également le site comme une zone résidentielle à valeur culturelle, historique et/ou esthétique. Dans un quartier résidentiel, il n'y a normalement de place que pour les petites entreprises qui peuvent se réconcilier avec l'environnement. Une entreprise de classe 1 avec des substances dangereuses dans la maison n'en fait pas partie. Pourtant, malgré les avertissements répétés de déménager dans une zone industrielle (ce que d'autres entreprises de Ronse ont apparemment toutes réussi à faire), l'entreprise est toujours là.

Trois tentatives de modification du zonage du terrain en zone industrielle via un changement de schéma régional ou un RUP (Plan d'Implémentation d'Espace) ont été annulées par le Conseil d'État. Le dernier date de 2015. Cette année, en mai, la Ville de Ronse a de nouveau fait un geste envers l'entreprise en délivrant un Certificat d'Urbanisme positif. Un tel certificat d'urbanisme indique que la ville a l'intention de modifier le plan régional via un RUP. Il est difficile de dire que cela respecte l'esprit de la loi.

Sur la base de ce certificat délivré par la ville, l'entreprise a obtenu le 1er juillet un nouveau permis d'environnement à durée indéterminée. Des appels ont été lancés par des résidents locaux, le Vlaamse Milieu Maatschappij , Aquafin et Milieufront Omer Wattez . VMM déclare dans son appel : Le certificat d'urbanisme en vigueur du 03.05.2021 n'est valable que 5 ans. Un RUP doit être établi pendant cette période. Dans le cadre du précédent certificat d'urbanisme du 04.07.2016, aucune initiative pour RUP n'a été lancée. Des conditions peuvent être incluses dans tout RUP qui ne peut actuellement pas être pris en compte. Demander à plusieurs reprises un nouveau certificat d'urbanisme n'était en aucun cas l'intention du législateur. 

En outre, l'entreprise rencontre également des problèmes d'eaux usées dans la César Snoecklaan. Le 9 janvier 2020, la Députation de Flandre Orientale a délivré un permis dérogatoire pour la STEP (station d'épuration) d'Aquafin à Ronse. Pour la dernière fois, Aquafin a été autorisée à rejeter plus que ce qui est légalement autorisé jusqu'en 2024.

C'est grâce à Utexbel, les spécialistes de VMM disent dans leur métier : La norme divergente est, après tout, attribuable à la décharge de la teinture à la pièce d'Utexbel, selon laquelle le raisonnement a été avancé qu'avec le renouvellement de l'autorisation de l'usine de plâtrage, il reste au moins 3 ans pour réaliser une solution durable pour cet emplacement. En 2017, il a été établi que les conditions fortement assouplies ne pouvaient plus être respectées pour le paramètre P total : la norme de concentration moyenne annuelle des effluents de 2 mg/l n'était plus respectée. De plus, la station d'épuration de Ronse ne répond plus non plus aux exigences de la directive européenne sur les eaux urbaines résiduaires (respectivement 80 % ou 2 mg/l de moyenne annuelle). Ce dépassement de la norme est entièrement attribuable au phosphore lié, récalcitrant, qui ne peut être éliminé avec les technologies d'épuration des eaux usées urbaines. »

En résumé : la Belgique et l'installation Aquafin risquent une amende européenne du fait des rejets d'Utexbel dès que quelqu'un le signale à l'Europe : « Malgré l'installation et l'optimisation d'un tampon de nivellement sur les sites d'UTEXBEL, la valeur limite européenne et flamande pour la l'effluent d'une épuration domestique, étant de 125 mg DCO/l, était encore régulièrement dépassé. En 2018, cela concernait 21 des 52 échantillons, en 2019 il n'y a eu aucun dépassement (légèrement), en 2020 encore 3 des 24 échantillons. » dit VMM.

Perméthrine

La perméthrine est un insecticide dans lequel sont trempés les textiles militaires fabriqués par Utexbel pour protéger les troupes contre toutes sortes de moustiques. La perméthrine n'est plus autorisée par l'Union européenne en tant que phytoprotecteur depuis 2000. Il peut toujours être utilisé comme biocide pour la lutte contre les insectes dans les vêtements, comme agent de lutte contre les tiques et les poux ou comme médicament. L'agent est nocif pour l'homme dans une mesure limitée, mais tue de nombreux organismes aquatiques. Aux États-Unis, le médicament a été classé comme cancérogène possible lorsqu'il a été ingéré.

La Députation de Flandre Orientale a autorisé l'entreprise à décharger cette substance de 5 microgrammes par litre, soit plus que ce qui est actuellement mesuré (2,8 microgrammes). L'entreprise elle-même a également fait appel de sa propre licence et en demande le double. VMM répond : Il s'agit d'une substance soumise au règlement REACH. La perméthrine est utilisée pour fabriquer des textiles anti-moustiques. La perméthrine est très toxique pour les organismes aquatiques. Les calculs d'impact (par rapport au PNEC) montrent que le rejet de perméthrine par l'entreprise devrait avoir un impact significatif (à la fois moyen et pire) sur le cours d'eau récepteur, compte tenu de l'importance de la contribution par rapport à la valeur d'essai : sur moyenne 548894% et pire cas 2353781% de la valeur de test. »

Cocktail toxique

Des dépassements des niveaux de formaldéhyde sont parfois constatés dans les émissions atmosphériques de l'entreprise. Le formaldéhyde s'est avéré cancérigène pour l'homme. Lors de la fabrication de substances ignifuges, on rencontre des quantités de phosphore et de détergents chimiques pour lesquels Aquafin doit bénéficier d'une dérogation lors de leur traitement dans sa purification. Il a été décerné une dernière fois jusqu'à fin 2024.

Le nonylphénol (NF) perturbateur hormonal et les dangereux xylates de nonylphénoléthol (NFE) sont également libérés lors de la production et de la teinture des textiles. Utexbel demande une norme de rejet de 25 μg/l NF dans sa nouvelle demande d'autorisation. L'EES qui l'accompagne montre que la norme pour le nonylphénol doit être limitée à 1,7 g/l pour être considérée comme acceptable dans le pire des cas.

PFAS

Bien que l'entreprise déclare ne pas utiliser de PFAS dans sa production (par exemple, pour l'imperméabilisation des textiles), elle demande tout de même de pouvoir se rabattre sur les normes sectorielles qui datent de 2009. En raison des complications actuelles autour des PFAS , VMM a décidé que l'on devait rester en dessous de la limite détectable, conformément au resserrement européen annoncé et aux directives flamandes.

En octobre, une étude de l'OVAM montrait qu'il y avait trop de PFAS sur les rives du Molenbeek. Plus encore qu'au fond du ruisseau. Une conclusion logique, compte tenu de la crue du Molenbeek. Détail piquant : l'usine de la César Snoecklaan est en partie située en zone inondable. Selon l'OVAM, le danger réside dans les combinaisons possibles avec les ignifugeants bromés actuels qui ont été trouvés. En raison de leurs propriétés antipoussières, les retardateurs de flamme bromés sont peu dégradables, nocifs, toxiques et peut-être cancérigènes.

La présence de PFAS (à certains endroits plus de trente fois la valeur guide) signale plutôt des formes de pollution historique. Après une première étude, il a été déconseillé aux habitants, également à Ronse, de jouer sur les berges ou de manger des œufs et des légumes des jardins bordant le Molenbeek.

La semaine dernière, l'existence d'une deuxième étude plus détaillée a été annoncée. Le titulaire de contrat flamand Karl Vrancken qualifie les résultats de prudemment positifs : « Les résultats de cette campagne de mesure sont en fait principalement une bonne nouvelle pour les habitants de Ronse. La contamination est moins répandue que ce que nous craignions sur la base des premières mesures. »

Le conseiller vert Lech Schelfout a déclaré lors de la réunion du conseil du lundi 22/11 qu'il pensait différemment : « C'est une façon très étrange de travailler. Vous annoncez un certain nombre de mesures sans regret et appelez cela une nouvelle positive pour Ronse. Ce faisant, vous vous référez tout le temps à un échantillonnage récent, mais vous retenez les résultats eux-mêmes. L'OVAM ne veut pas me fournir le rapport et la ville dit qu'elle ne l'a pas. »

Ce que l'on sait désormais, c'est que la pollution n'est pas seulement limitée à deux zones résidentielles, mais peut également se situer sur les berges du ruisseau dans le parc municipal, autour du centre culturel et du quartier Beekstraat. Il a donc été décidé d'étendre les mesures à toute la longueur de Molenbeek, Lievensbeek et Vloedbeek. Les enfants qui y jouent doivent bien se laver les mains et s'essuyer les pieds en rentrant à la maison, précisent-ils dans la lettre aux habitants.

Cela fait froncer les sourcils de plusieurs habitants : « Tout comme les enfants ne mettent rien dans leur bouche ? Ou se comporter comme des robots ? » Le mouvement pour le climat social Climaxi demande la publication immédiate des chiffres : « Comme Utexbel (et d'autres entreprises textiles le long du Molenbeek) émettent toujours des PFAS, la publication de ces résultats est également cruciale en lien avec la licence d'Utexbel. » Dans la commune voisine de Frasnes et au Parlement wallon, des interventions sont annoncées par Ecolo.

La Commission Régionale des Permis d'Environnement (GOVC) formule son avis à l'issue d'une audition le 23/11/21. Après cet avis, le ministre Zuhal Demir doit prendre une décision avant le 21 décembre (fin du permis existant). Il est prévu que l'entreprise recoure également ici à la stratégie de la terre brûlée en saisissant le Conseil du contentieux des permis et éventuellement en cassation contre une décision du Conseil d'Etat.

Teinturerie fils - Ninovestraat

Utexbel a créé au moins autant de problèmes sur le deuxième site de l'entreprise à Ronse, l'usine de teinture de fils à Ninovestraat. En novembre 2018, l'entreprise a obtenu une autorisation pour continuer à travailler sur ce site jusqu'en 2023. L'entreprise rejette ses eaux usées directement dans le Molenbeek. Cependant, en raison de problèmes similaires avec le site de la Snoeckstraat (présence d'une trop grande quantité de phosphore), l'entreprise a reçu l'ordre d'arrêter ces rejets et de les rejeter dans le collecteur existant, qui achemine les eaux usées vers la station d'épuration de Ronse.

Dans sa forme actuelle, cependant, cette station d'épuration n'est pas non plus en mesure de traiter ces eaux usées industrielles. La station d'épuration doit être agrandie et les coûts de celle-ci doivent, selon Aquafin, être supportés par Utexbel, conformément à la législation. Les coûts sont estimés à 800 000 euros.

Le contrat est contesté par Gribomont and Co, avec de nombreux recours et demandes de reconsidération du permis. Ici aussi, l'entreprise a fait appel de sa propre autorisation auprès du Conseil du contentieux des permis et du Conseil d'État, mais elle s'est encore une fois trompée.

Parquet

Les services judiciaires du parquet ont pris l'affaire au sérieux et ont entre-temps ouvert une enquête. Depuis lors, toute demande d'accès à la correspondance ou aux rapports d'inspection dans le cadre d'un gouvernement ouvert a été strictement refusée par la Division de l'application de l'environnement. Cependant, le même service a envoyé une lettre à Utexbel imposant une interdiction de rejet d'eaux usées à partir du 15 décembre. Cela met le département Ninovestraat en difficulté.

Les syndicats ont déjà demandé un comité d'entreprise spécial et disent que l'entreprise ne leur est pas ouverte non plus. Une solution n'est pas évidente. Il y a des rumeurs parmi les employés sur l'externalisation de l'industrie de la teinture à d'autres entreprises comme Tardel à Ronse. Selon les riverains, cependant, la capacité d'épuration y est trop faible pour mener à bien une opération de cette manière.

Dans une réponse à une question parlementaire de Mieke Schauvlieghe (GROEN), Zuhal Demir déclare que des solutions sont recherchées : Des discussions sont actuellement en cours avec Aquafin, Utexbel et mon cabinet, entre autres pour permettre un raccordement à la STEP pour le site de Ninovestraat. L'objectif est d'élaborer une solution commune selon laquelle le site de la Snoecklaan purifierait lui-même ses eaux usées, afin qu'elles ne puissent plus poser de problèmes à la station d'épuration de Ronse. Une procédure de recours contre le permis d'environnement de la députation en date du 01/07/2021 est actuellement en cours pour cet emplacement. Outre la possibilité de se raccorder à la STEP, des solutions alternatives sont également à l'étude, comme la possibilité d'avoir notre propre station d'épuration sur les sites d'Utexbel. »

Cependant, le ministre est également censé savoir qu'il existe un problème d'aliénation de zone dans la César Snoecklaan, les actions contre une éventuelle régularisation de l'entreprise à cet endroit aboutissant à l'annulation de la régularisation par le Conseil d'État.

Efficacité sans coûts environnementaux

Selon Climaxi, Utexbel joue avec le feu. Bien que l'entreprise dispose de ressources financières suffisantes, elle met en péril son avenir et celui de ses salariés en refusant obstinément de se conformer à la législation environnementale en vigueur et au plan régional. Cela ne surprendra personne lorsque l'entreprise brandira bientôt à nouveau l'argument « emploi » et fustigera les « verts » ou les « administrations » qui seraient mal disposés envers Utexbel.

Quiconque suit le dossier sait mieux : Utexbel a de l'argent en interne, des commandes à long terme et un savoir-faire suffisant pour se conformer à la fois à la législation sur les eaux usées et à l'aménagement du territoire. Si l'entreprise ne déménage pas, cela signifie que ses actionnaires laissent une usine rentable dans le froid car ils ne veulent pas des coûts de production et veulent un retour financier sans coûts environnementaux.

Filip De Bodt

Utexbel