Machtsconcentratie in bio-sector: tegen-natuurlijk.

De bio-keten Färm is onlangs gefuseerd met Biotope, de grootste speler op de markt van biologische voeding in de Benelux. Een vanzelfsprekende keuze die een betere concurrentie met grote retailers mogelijk zal maken, zegt de gedelegeerd bestuurder van Färm. Zo ‘vanzelfsprekend’ … dat één van de medeoprichters geërgerd zijn kapitaal terugtrok. Redenen genoeg om zich als boer ongerust te maken. Climaxi komt op voor biowinkels met een sociale én ecologische boodschap. Daarom richtten wij, samen met vzw ’t Uilekot en Wereldwinkel Herzele, Eco&Fair op.

We zien het telkens opnieuw: alternatieve voedingswinkels doen het goed om wille van de boodschap die ze brengen en de boodschappen die je er kan doen. De producten die je er koopt zijn gegarandeerd lokaal, ecologisch, gezond en zonder chemische additieven. Bovendien kan je er zeker van zijn dat de boer en boerin een faire verloning krijgen voor hun werk.Het is een succesformule die ervoor zorgde dat enkele ondernemers een stevige keten van degelijke en lokale voedingswinkels konden opbouwen. Maar zoals we ook meer en meer zien evolueert een gezond groeipotentieel naar een dwangmatige groei, die vele jonge, hippe ondernemingen tot implosie drijft, met een nakend faillissement tot gevolg.

Op zo’n moment staan grote spelers op nationaal, Europees en mondiaal vlak klaar. Voor een appel en een ei nemen ze hippe merken en bedrijven over en investeren ze nieuwe middelen om de zaak op hun snelweg te zetten. Ze worden met handgeklap, veel hoera en open armen door de sector ontvangen: ‘voor een sterke onafhankelijke biosector, die zijn concurrentiepositie zo kan verstevigen!’

Met Boerenforum en Climaxi hebben we zo onze vragen bij deze overnames in de biologische sector: Origin’O, Marqt, Ekoplaza, Udea, Biofresh, Biotope … vele namen maar uiteindelijk slechts één actor. Voor wie is de onafhankelijkheid? Voor wie is de concurrentiepositie? Wie bepaalt de prijs die boer en boerin krijgen voor hun werk? Wie bepaalt wat er in de rekken komt, van waar en met welke marges? Het Waalse weekblad Tchak schreef een interessant artikel over de overname van Färm. 

Op 28 februari fuseerde Färm, een coöperatieve winkelketen, met Biotope (de nieuwe naam van Dobridos). Een naam die je niets zegt? Toch is het de groep die de gespecialiseerde biologische voedingsmarkt in België en Nederland domineert. Biotope zit achter verschillende winkelketens (Ekoplaza, Marqt en Origin'O) en vooral achter de twee belangrijkste biologische groothandels in de Benelux: Udea en Biofresh. Tegelijkertijd nam Färm dan weer Biostory over, waardoor het kon groeien van 18 naar 23 winkels.

In een brief stelden de voorzitter van de raad van bestuur en de directeur van Färm de medewerkers gerust: “Tijdens alle bijeenkomsten over de fusie die we hadden met de families achter de Biotope-groep, hebben we er voortdurend op toegezien dat onze waarden en onze projecten in overeenstemming bleven. De besprekingen hebben uiteindelijk zonder enige dwang en heel organisch tot de fusie geleid.” Färm zal zich verder uitbreiden in Brussel en Wallonië, terwijl het Ekoplaza-netwerk in Vlaanderen zal groeien. Een "prachtige toenadering", houden de leiders vol.

Olivier Van Cauwelaert, medeoprichter, verlaat Färm

De fusie tussen Färm en Biotope is blijkbaar toch niet zo ‘organisch’ verlopen. Medeoprichter Olivier Van Cauwelaert (Scale Up) is van mening dat Färm, met de fusie, zijn ziel heeft verloren en daarom trekt hij zijn kapitaal terug, zo vernam Tchak uit verschillende bronnen. Ook Finance & Invest Brussels koos eieren voor zijn geld, maar eerder omdat ze er blijkbaar geen belang bij hebben om in Nederland te investeren, aldus diezelfde bronnen.

Alexis Descampe, algemeen directeur van Färm, verwachtte dat de fusie voor opschudding zou zorgen. Daarover zegt hij het volgende. "Ons doel is om de onafhankelijke biologische markt [de grootdistributie, n.v.d.r.] te consolideren zonder te vervallen in het zoeken naar de laagste prijs ten koste van kwaliteit in de brede zin. We hebben immers altijd geprobeerd om de onafhankelijke biologische spelers samen te brengen. We willen onze aankopen meer centraliseren om enerzijds tegen een goede prijs te kunnen inkopen, maar vooral om die producten te kunnen kiezen die we in onze schappen willen hebben zonder daarbij afhankelijk te zijn van een groothandel. Door lid te worden van een logistiek platform zoals Biofresh, kunnen we de producten, die ook voldoen aan ons waardencharter, aanbieden in onze winkels. Het is een wisselwerking die in twee richtingen werkt.”

Op de vraag of de fusie er gekomen is door de omzetdaling van de afgelopen maanden, zowel bij Färm als in veel andere biologische winkels, is het antwoord: “Neen, we praatten er al een jaar over. Dus de vergelijking gaat niet op, maar het komt wel op het juiste moment”, vindt de CEO. “Het feit dat de markt aan het krimpen is, is een extra signaal dat we moeten samenwerken om een ​​geloofwaardig alternatief voor de grootdistributie te zijn.”

Dezelfde tekortkomingen als de supermarkt?

Geloofwaardig voor wie en voor wat? Loopt Färm, door te willen concurreren met groothandel en supermarkten, niet het risico dezelfde fouten te maken als wat ze juist aan de kaak stelt? Zeker wanneer ze, zoals ze zelf zegt, enkel niet beursgenoteerde bio-producten op de markt brengt en daarbij dan toch de meest authentieke agro-ecologische landbouwbedrijven marginaliseert ten gunste van de meer industriële bio-bedrijven. Door mee te werken aan prijsdruk op producenten die uiteindelijk hun normen nog meer zullen uniformiseren en waarbij de prijzen naar beneden worden bijgesteld. 

We verwezen al naar die risico’s in ons onderzoek van de biologische markt dat gepubliceerd werd in nummer 4 van Tchak (december 2020). In dit onderzoek hebben we met name gekeken naar de handelspraktijken van Färm. Een keten die zich meer dan de meeste concurrenten inzet voor duurzame voeding en die investeert in nieuwe lokale winkels.Een keten waarvan de waarden echter niet samengaan met een expansie ambitie, die leidt tot concurrentie van lokale producenten en boeren met meer industriële, vaak niet lokale bedrijven. Een praktijk die niet bevorderlijk is voor eerlijke handel, in tegenstelling tot wat hun discours suggereert.

Biofresh: belachelijke prijzen voor de producenten

Als onderdeel van dit onderzoek analyseerden we ook enkele groothandels, waaronder Biofresh, de belangrijkste speler in België. Biofresh levert zowel aan winkelketens als aan kleine onafhankelijke verkooppunten en tevens ook aan heel wat Vlaamse thuisverkopende bioboeren, zonder enige afname van de boeren in return. Om voldoende afzet van populaire producten te kunnen garanderen, merkten we dat Biofresh eerder industriële bedrijven toelaat, die zich efficiënter organiseren, dan dat ze de meer authentieke agro-ecologische producenten helpt om zich te verenigen.

Bij groenten, bijvoorbeeld, zijn de prijzen die Biofresh biedt aan kleine en zelfs middelgrote tuinders belachelijk. Resultaat: de groenten zijn voornamelijk afkomstig van grote producenten die minder ecologisch werken en weinig geven om de arbeidsomstandigheden van hun personeel. Het zijn dezelfde grote producenten die ook aan supermarkten leveren, en dit terwijl Färm opschept over zijn strijd tegen de ‘conventionalisering’ van de biologische landbouw!

"Voor tuinders bestaat er geen ideale bedrijfsomvang", antwoordt Alexis Descampe. “Natuurlijk gaat Biofresh geen groenten verkopen van een kleine tuinder. Maar elke Färm-winkel zal directe relaties met producenten kunnen blijven aangaan. En dan is Färm niet monopolistisch. Als sommigen dankzij ons de supermarkt verlaten en vervolgens een Voedselteam (GASAP in Wallonië ) of boerderijwinkel ontdekken, is dat geweldig!”

Volgens Climaxi moet de bio-sector zoveel mogelijk lokaal en sociaal georganiseerd worden: een bio-sector die producten van eigen bodem over de ganse planeet laat circuleren en goederen die hier ook te krijgen zijn gaat halen in Duitsland of Oostenrijk, draagt niet bij aan het oplossen van de klimaatcrisis. Als het economisch model daarbij ook nog eens de lokale boeren uit de markt verdringt of hun prijs onder druk zet, dan is er niet veel verschil meer met het bestaande economische wereldsysteem, dat sociale en ecologische vernietiging organiseert.

We snappen de goede bedoelingen van veel mensen maar economische machtsconcentratie is niet het maatschappelijk model waar wij naar streven. Dat zien we méér en méér in ‘andere’ sectoren als de biologische of die van de korte keten doordringen. Zo zijn de in Vlaanderen populaire ‘Boeren en Buren’ markten, eigenlijk een onderdeel van de Franse multinational ‘La Ruche qui dit oui’. Die zet gelijkaardige initiatieven op in gans Europa. Twintig procent van de verkoopprijs gaat naar lokale organisoren en de Franse multinational Equanum. Doordat Equanum vrijwilligers inzet in plaats van personeel om zijn lokale markten te organiseren realiseerde het in 2020 een brutomarge van iets minder dan 800.000 €. Vrijwilligers zetten zich op deze manier in voor lokale en gezonde voeding maar dragen evenzeer bij tot de winst van een multinational.

Eco & Fair.

De coöperatie (www.ecofair.be) die Climaxi oprichtte wil deze paden niet bewandelen. Wij werken zoveel mogelijk met lokale producenten, die vrij hun prijs bepalen. Voor verse producten in de winkel te Herzele blijven we binnen de 25 kilometer binnen onze regio. Producten die hier nie verkrijgbaar zijn (vb olijfolie, sinaasappelsap) kopen we aan bij coöperaties in Europa. Daarnhaast verdelen we producten van Oxfam en hebben we een boontje voor bezette bedrijven waar de werknemers in zelfbeheer produceren.

Om een tegengewicht te bieden aan de grote ketens en asociale handelspraktijken roept Climaxi iedereen op om mee te doen aan een actie tegen Colruyt van flink wat sociale bewegingen, op 15 april te Halle. Meer info vind je op het facebook evenement.

Filip De Bodt, Wim Moyaert en Tchack