Hyperpolitiek - interview Anton Jäger

Climaxi nodigde op het Goed Geboekt feest van 1 mei te Herzele Anton Jäger uit om te spreken over zijn nieuw boek Hyperpolitiek: Extreme politisering zonder politieke gevolgen. Hij tracht te begrijpen waarom het grotere politiek engagement beperkte maatschappelijke veranderingen met zich meebrengt.

Lorenz Van Roosbroeck: Kan je ons vertellen wat je hoofddoel was met het schrijven van je boek Hyperpolitiek? Waar gaat het in de kern over?


Anton Jäger: Het boek onderzoekt de hedendaagse politieke dynamiek, met name hyperpolitiek, en plaatst dit in historisch perspectief. De jaren '90 markeerden het "einde van de geschiedenis", waarbij ideologische conflicten afnamen en ontzuiling plaatsvond, wat een terugval van georganiseerde politiek als resultaat had. Deze periode, vooral ervaren in de jaren '90 en 2000, wordt gekenmerkt door een afname van opkomst bij verkiezingen en lidmaatschap bij middenveldorganisaties, waardoor het wordt beschouwd als het tijdperk van de post-politiek. In 2024 lijkt deze analyse vreemd. Het boek begint dan ook met de vaststelling dat er sinds de jaren '90 en vooral sinds 2008 aanzienlijke verschuivingen hebben plaatsgevonden in de wereldwijde politieke cultuur. Vandaag polariseert de samenleving opnieuw over bepaalde kwesties, met een aanzienlijke toename van protestactiviteiten na 2008 als gevolg van de mondiale economische crisis. De jaren 2010 worden daarom soms beschreven als 'het decennium van protest’. De cijfers tonen dat ook aan: kwantitatief protesteerden er nooit zoveel mensen als tijdens het vorige decennium. Het valt echter op hoe dit grotere politieke engagement zich manifesteert. Ondanks de toename van protest blijft de krimp van het middenveld, die begon tijdens de jaren '90 en 2000, duidelijk toenemen. België blijft hier relatief gespaard, maar dat is atypisch in vergelijking met onze buurlanden. Het gaat dus eigenlijk om een schijnbare herpolitisering.


LVR: De hedendaagse politieke mobilisatie en de toenemende polarisatie die daarmee gepaard gaat, leiden soms tot vergelijkingen met de jaren ’30 van de 20e eeuw. Denk daarbij aan de huidige opmars van extreemrechts?


AJ: In mijn boek onderscheid ik niet alleen hyperpolitiek van post-politiek, maar ook de massa-politiek uit de tumultueuze jaren '20 en '30 van de 20e eeuw komt aan bod. Massapolitiek kenmerkte zich door diepgaand politiek engagement en sterke binding met verenigingen of instituten, waarbij politiek en privéleven nauwelijks te onderscheiden waren. Partijlidmaatschap was niet alleen politiek, maar ook sociaal en had een aanzienlijke invloed op het privéleven. Nu stijgt het politiek engagement opnieuw, maar het is gestructureerd op een geheel andere manier. Aldus vormt de hyperpolitiek een terugkeer naar politiek die paradoxaal gekenmerkt wordt door een afwezigheid van sterke institutionele banden. Dit fenomeen is uniek voor de 21e eeuw en verschilt aanzienlijk van zowel de post-politiek als de massa-politiek van vroeger. Mijn boek tracht een diagnose te stellen van deze nieuwe ontwikkeling. Nogmaals, het politieke engagement van de 20e eeuw, vooral tijdens de turbulente jaren '30 van het fascisme, was sterk gestructureerd door collectieve instituten. Het betrokken zijn bij politiek vereiste lidmaatschap van specifieke organisaties en vertegenwoordiging door deze organisaties. Vandaag de dag is duurzaam lidmaatschap van politieke organisaties echter zeldzaam, ondanks een hogere graad van politieke of maatschappelijke organisatie. Men is kwader en protesteert meer, maar organiseert zich minder.


LVR: De ondertitel van je boek luidt dan ook ‘extreme politisering zonder politieke gevolgen’. Welke politieke mogelijkheden en grenzen brengt de hyperpolitiek met zich mee?


AJ: Mijn boek presenteert hyperpolitiek als een mogelijkheid te midden van andere dominante politieke vormen, zoals massa- en post-politiek. De overgang van post-politiek naar hyperpolitiek roept inderdaad vragen op over de politieke mogelijkheden en horizon. Ondanks een toename van politieke mobilisatie en betrokkenheid, blijven beleidsresultaten vaak teleurstellend, wat twijfels oproept over de mogelijke effectiviteit van hyperpolitiek. Hoewel politieke discussies en privé-engagement worden gestimuleerd, zijn er duidelijke beperkingen aan dit optimistische verhaal. Er werd nog nooit zoveel geprotesteerd als in 2010, maar de beleidsresultaten blijven mager. Dat wijst op een kloof tussen mobilisatie en beleidsverandering. Het gebrek aan duurzaam lidmaatschap ondermijnt de effectiviteit en resultaten van hyperpolitiek.


LVR: Kun je dit staven met een concreet voorbeeld uit het recent verleden? Welke politieke gebeurtenis was volgens jou duidelijk ‘hyperpolitiek’ van karakter?


AJ: Zeker, een sterk voorbeeld vind je in de zomer van 2020. Na de moord op George Floyd in de VS bereikte het politieke engagement ongekende niveaus. Schattingen stellen dat 20 tot 25 miljoen Amerikanen in juli en augustus de straat op trokken om tegen raciale ongelijkheid, politiegeweld en het enorme gevangenissysteem te protesteren. Het was kwantitatief de grootste protestbeweging in de VS, zelfs in vergelijking met de burgerrechtenbeweging.
Ondanks dat het de grootste protestbeweging in de Amerikaanse geschiedenis was, zijn er vier jaar later weinig blijvende veranderingen te zien. Er zijn geen nieuwe organisaties of politieke partijen uit voortgekomen, en mensen hebben zich niet massaal ingeschreven bij bestaande sociale bewegingen. Kortom, er werd geen organisatorische infrastructuur opgebouwd uit deze protestbeweging. Ze kwamen samen als atomen die protesteerden tegen raciale ongelijkheid, maar vielen vervolgens snel uiteen. Het status quo herstelde zich spoedig. Sommige metingen geven zelfs een verslechtering aan. Amerikaans politiegeweld bleef stabiel of nam toe op veel plaatsen. Vandaag bevindt één op twintig Afro-Amerikaanse mannen zich in de gevangenis, dat is percentueel hoger dan het aantal Russen in Stalin’s Goelag destijds. Een groot verschil is de succesvolle burgerrechtenbeweging van de jaren ’60. Deelnemers waren toen lid van middenveldorganisaties, terwijl er tijdens de protesten van 2020 voornamelijk individuen zonder politieke affiliatie aanwezig waren. Ter rechterzijde heb je dan de bestorming op 6 januari 2021 van het centrum van Amerikaanse macht: het Capitool. Trump-aanhangers mobiliseerden razendsnel maar hadden geen blijvende organisatiestructuur. Na arrestaties communiceerden ze enkel nog via WhatsApp, wat hun slagkracht tenietdeed. 


LVR: Wat kunnen we daarvan leren? Wat betekent dat voor de hedendaagse context, zoals bv. de Belgische verkiezingen?

 
AJ: De hyperpolitieke paradox, zoals gezien in het groeiende bewustzijn rond racisme in de VS en de Capitool-invasie, onthult een cruciale les over hedendaags politiek activisme. Hoewel opwindend, missen deze bewegingen vaak de institutionele daadkracht voor blijvende verandering. Beide gevallen illustreren dus beperkingen. Zowel ter linker- als ter rechterzijde blijft een zwakte in organisatie een belemmering voor duurzame impact. Het boek pleit bijgevolg voor een terugkeer naar klassieke linkse strategieën van georganiseerde politiek en klassenstrijd, waarbij het belang van politieke macht voor duurzame verandering wordt benadrukt. In Europa leidt de afname van sociaal lidmaatschap bijvoorbeeld tot vatbaarheid voor populistische ideeën. In België zien we dat in zekere zin ook terug, maar niet algemeen. Zowel ter rechterzijde als ter linkerzijde zijn er uitzonderingen. De PVDA wordt soms omschreven als een mini zuil, een typische partij van militanten. Vergelijk dit met de partij van Conner Rousseau die louter wil inspelen op de kiezersmarkt. Ook Vlaams Belang illustreert deze aanpak. Kijk naar Forza Ninove: zij bouwen op Guy D’Haeseleer‘s succesvolle reorganisatie van de socialistische volkshuizen in Ninove tot rechts gezinde kaartenclubs. Hyperpolitiek onthult aldus een paradoxaal facet van het politieke landschap door mobilisaties met beperkte gevolgen te verklaren. Het vinden van een balans tussen opwinding en institutionele verandering is volgens deze diagnose de uitdaging. Duurzame resultaten vereisen naast politieke betrokkenheid, ook organisatorische kracht en strategische planning.


Goed Geboekt is een project van vzw ’t Uilekot in samenwerking met vzw Climaxi, ABVV en anderen. Het project speelt zich af in de Denderstreek en draait rond boeken, lezen en schrijven. Het je voorstellen of zin om mee te doen: www.goedgeboekt.be of info@climaxi.be

 

Lorenz Van Roosbroeck