Einde van de maand sneller dan einde planeet

In mei 2022 bracht Wim Van Lancker (prof sociaal werk en sociaal beleid aan KUL) zijn boek “Waarom de Gele Hesjes niet met een bakfiets rijden” uit. Op de kaft pende hij een punt dat Climaxi 100% deelt: ‘Het probleem van de klimaatverandering is het probleem van de ongelijkheid. Terwijl de gele hesjes op straat komen om te protesteren tegen hoge brandstofprijzen, eisen de klimaatactivisten dat er komaf wordt gemaakt met fossiele brandstoffen. Doortastend beleid is dringend nodig maar blijft uit. Want het klimaatbeleid vandaag maakt vooral de sterken sterker, en raakt de meest kwetsbaren het hardst.’ Tijd voor een interview.

Climaxi: Jouw boek is nu bijna twee jaar oud. Is de buit ondertussen binnen? Gaan we erop vooruit?
 
Wim Van Lancker: De realiteit is anders. Boeken gaan natuurlijk de wereld niet veranderen, maar wat ik wel merk is dat er bij de klimaatbeweging een sterker bewustzijn rond sociale zaken aanwezig is dan voordien. Er is ook veel meer aandacht vanuit de vakbond voor het klimaatbeleid en wat activisten doen. Die twee groepen moeten nader tot mekaar komen en dat is bezig, maar het leidt spijtig genoeg niet tot heel concrete beleidsinitiatieven. Er wordt veel over ‘just transition’ gebabbeld, maar beleidsmatig gebeurt er niets mee. Of toch: we hebben een staatssecretaris die een rapport besteld heeft. Dat duurt twee jaar, en het rapport zal zeker goed zijn. Maar ook dat leidt natuurlijk niet tot een concrete verandering. 

Climaxi: Welke oplossingen moeten er dan vanuit dat beleid komen?

WVL: Via kleine bouwstenen kan men naar een rechtvaardige omwenteling toe werken: het moeten maatregelen zijn die iedereen mee nemen en die de sociale kwestie centraal stellen. Vandaag de dag is dat eigenlijk veel te weinig het geval. De verandering naar koolstofneutraliteit moet ingezet worden met keuzes die rekening houden met mogelijke effecten of consequenties voor mensen die het moeilijk hebben. Vandaag blijven we hangen in subsidies geven aan mensen en hen zo aan te zetten om andere keuzes te maken (zonne-energie, boilers, warmtepompen) maar dat werkt niet voor mensen die dat niet kunnen bekostigen. Een aantal sectoren moeten verdwijnen. Je kan geen debat voeren over het verminderen of stopzetten van fossiele brandstoffen als je daar het debat over de jobs niet bijneemt. Welke jobs willen we, in welke sectoren en hoe gaan we ze toegankelijk maken. Die analyse moet gemaakt worden en ook uitgevoerd worden. Jobs moeten er bijkomen  in sectoren waarvan we willen dat ze groeien: recyclage, maatwerkbedrijven enz. We zijn er totaal nog niet op dat vlak. De sociale economie is bijvoorbeeld zeer klein. Het aantal tewerkstellingsplaatsen is zeer beperkt maar tegelijkertijd willen we iedereen activeren. 

Climaxi: Waarom is het zo moeilijk om bepaalde groepen van mensen achter klimaateisen te krijgen?

WVL: Het klopt inderdaad dat het draagvlak voor een aantal klimaatmaatregelen niet zo groot is: minder dan 50% van de mensen steunt maatregelen rond klimaat. Vooral lage middenklassers zijn sceptisch. Ze kampen in hun levenssituatie met moeilijkheden om hun bestaande levensstandaard te behouden. Dat kan mentaal, financieel of zelfs fysiek zijn: kan je ploegenarbeid bijvoorbeeld nog aan. Ze zien heel wat openbare dienstverlening verdwijnen en krijgen het gevoel dat de overheid niets doet voor hen. Ze hebben het gevoel dat het beleid boven hun hoofd heen bepaald wordt bijvoorbeeld rond duurder wordende energie. Die cocktail kan heel bedreigend overkomen. Je mag daarbij niet alleen denken aan de meeste armen…maar ook aan mensen uit de middenklasse. Ze verliezen reële keuzevrijheid in hun leven. Komt daarbij dat veel mensen geen reële optie hebben om het anders te doen. Ze hebben niet het geld om zonnepanelen te leggen, kwaliteitsvoeding te kopen enz. Doordat de overheid niet investeert in sociale politiek, beginnen mensen onder mekaar te polariseren en dan krijg je populistische partijen die inzetten op dat thema. Ze maken een amalgaam tussen klimaat, migratie en levensstandaard. Veel mensen zitten echt wel in die situatie. Het einde van de maand is er sneller dan het einde van de planeet. 

Climaxi: Wij zetten wel in op het samenbrengen van vakbonden en ecologisten. In Ronse deden we een bloedonderzoek naar PFAS bij de arbeiders in bepaalde fabrieken en bij de buren.

WVL: Het PFAS-dossier is concreet en tastbaar. Daar kan en moet je coalities rond maken. Klimaatverandering zie je niet, gaat traag en is weinig tastbaar. Dan wordt het lastig om coalities te maken. Vakbonden gaan strijden over de belangen van de werkenden: die zijn natuurlijk niet altijd dezelfde als die rond klimaat. Denk maar aan het behoud van werkgelegenheid in de chemie of aan Ineos dat nieuwe jobs wil creëren. Dat is een zeer moeilijke spreidstand. De particuliere belangen matchen niet altijd met de algemene belangen en tegelijkertijd neemt het beleid omwille van de politieke context geen drastische beslissingen. Er moeten dus van bovenaf keuzes komen, de keuzes zijn politiek. Groene partijen en klimaatbewegingen zijn soms naïef: Ze denken dan: jij kan als individu anders gaan leven. Maar deze individualisering werkt niet of ze dreigt het probleem te verergeren omdat mensen mekaar met de vinger gaan wijzen. De meeste groene partijen hebben enige invloed bij mensen die hoger opgeleid zijn, maar die wereld staat veraf van arbeiders met een nachtshift die een auto nodig hebben om te gaan werken. Met een beleidsmaker die gelooft in de neoliberalisering ga je dat niet oplossen. 

Climaxi: Je pleit voor meer jobs in nuttige sectoren, maar de werkgever klagen dat ze de jobs nu al niet ingevuld krijgen.

WVL: Die krapte kan binnen een jaar al helemaal verdwenen zijn. En opnieuw wordt het probleem van boven af geïndividualiseerd door te uitkeringen in te krimpen. Men houdt geen rekening met geografische verschillen en randvoorwaarden. Neem nu de kinderopvang: als je niet investeert in kwaliteit, dan moet je toch niet denken dat mensen er willen in werken of hun kinderen ernaartoe sturen. Verder is er het probleem van de huisvesting en het openbaar vervoer. Hoe raak je op je werk als de woning te duur is en de trein stopt aan de taalgrens. We slepen ook een aantal zaken uit het verleden mee: een stijgend aantal langdurig zieken of mensen die in een burn-out terecht komen. Er moet meer beschermd worden in plaats van minder. Mensen die langdurig in financiële stress leven hebben miserie met hun keuzes en mogelijkheden om op te klimmen. Je vizier is gericht op morgen: hoe ga ik de rekening betalen, naar de dokter gaan, schoolrekeningen betalen… In die context wordt het moeilijk om werk te gaan zoeken. Als je vijfentwintig bewijzen moet binnen brengen en trainingen moet volgen, dan heb je geen tijd meer om te solliciteren. Wie in schaarste leeft, wordt er nog meer ingeduwd. 

Climaxi: Moeten dan alle uitkeringen en lonen naar omhoog?

WVL: Eerst en vooral moet men beseffen dat de huidige diagnose verkeerd is: de meeste uitkeringen liggen onder de armoedegrens en dan verwachten we nog dat de mensen er zelf gaan uitraken. In bepaalde sectoren zijn de lonen te laag om er van te kunnen leven. Minimumlonen zijn niet altijd het instrument om dat recht te trekken. De meeste mensen die aan het minimumloon zitten, zijn geen éénverdieners. Als je de minimumlonen sterk zou verhogen, dan komt die opbrengst ten goede aan de middenklasse, dat heeft onderzoek uitgewezen. Dat is natuurlijk geen pleidooi om ze niet te verhogen. Ik zeg alleen dat het probleem van armoede niet enkel op te lossen is door de lonen op te trekken. Vooral in de uitkeringen moeten we dan veel meer rekening houden met de gezinssituatie. Mensen met veel kinderen én alleenstaanden zou je meer kunnen helpen. En de randvoorwaarden moeten veranderen: men wil samenwonen stimuleren maar bestraft werklozen als ze dat effectief doen door hun uitkering naar beneden te halen. We hebben een flexibele sociale zekerheid nodig in plaats van flexibele arbeid.

Filip De Bodt

Dit is een interview uit het Climaxi Magazine van Herfst 2023.

Op 22 juni organiseert Climaxi een klimaatconferentie in Herzele met vakbonden, boerenorganisaties en actiecomités. Kom mee discussiëren over hoe een sociaal klimaatbeleid er moet uit zien. In de namiddag zijn er discussiegroepen rond PFAS-vervuiling, openbaar vervoer, landbouw en industrie. 

Meer info hier