Eandis: met alle Chinezen….
Rond de voorbije eeuwwisseling viel een interessante beslissing. Na jaren verstrengeling en monopolie in de energiesector besliste Europa daar een einde aan te maken. Productie van energie en verdeling moesten gescheiden worden. Vlaanderen voegde daar aan toe: én die verdeling moet in openbare handen zijn. Er werden gouden tijden beloofd: de prijzen zouden dalen omdat er méér concurrentie zou komen, de overheid had een zekere greep op de sector. Méér dan vijftien jaar later komt de ontnuchtering: de gemeenten hadden niet het geld om Electrabel cash uit te betalen. Men wil op zoek naar een nieuwe privé-partner: een Chinees energiebedrijf. De klos, dat zijn wij. In deel 1 doen we uit de doeken hoe de energiemarkt vrij werd.
De periode vóór de vrijmaking van de markt werd gekenmerkt door een verregaande verstrengeling van privéen openbare belangen. Voor het imago van de politiek was die verstrengeling geen goede zaak. De gemeentebesturen maakten samenwerkingsverbanden (intercommunales) waarin ook energieproducent Electrabel zat. De gemeenten namen op hun beurt een deelname in de energiegigant via Electrabel Customer Solutions. Beiden verdienden aan mekaar: de gemeenten aan de verkoop van energie en Electrabel aan de distributie. Bestuurders zaten namens de gemeenten en Electrabel broederlijk samen in allerlei beheerscomités op tal van niveaus. Als privé en politiek teveel verstrengeld zijn, dan weet men meestal dat het na een tijdje niet al te fris gaat ruiken. De beslissingen worden niet meer genomen in functie van het welzijn van de gebruikers, jij en ik, maar in functie van het welvaren van de gemeentekas en in sommige gevallen: de eigen beurs. Tal van vragen rolden op tafel bij de publieke opinie en in dié gemeenteraden waar wat kritische denkers zaten, die energie genoeg hadden om de honderden pagina’s tellende dossiers te doorworstelen: is het wel goed dat onze gemeentebesturen op deze manier mee de uitbouw van kernenergie sponsoren? Hoe kan je aan een goede energiebesparingspolitiek doen als je zelf verdient aan de productie van energie? Is het wel logisch dat politici die mee de beslissingen nemen her en der getrakteerd worden op recepties en dinertjes?
Politici zaten tot op het hoogste niveau in de directiestructuren waarvoor hun partijgenoten dan bijvoorbeeld milieuvergunningen moesten afleveren, prijzen dienden te beperken enz. Een bekend politicus die jaren in dit netwerk vertoefde als bestuurder van Electrabel is de onlangs (Optima en bouwsector) in opspraak gebrachte Geert Versnick (Open VLD – Gent).
Voor alle volledigheid moet gezegd worden dat op bepaalde plaatsen in Vlaanderen (grotendeels in Limburg, Antwerpen en West-Vlaanderen) gemeenten het zonder de privé deden en doen, via hun zuivere intercommunales, gegroepeerd in Infrax.
ORDE OP ZAKEN?
In veel landen had één energieproducent ook nog het monopolie. Heel wat progressieve mensen zagen het dan ook goed zitten dat Europa de situatie aanpakte. Het proces dat de sector trachtte vrij te maken werd niet gezien als één of andere liberalisering maar als een eerlijke poging om monopolies te breken, de prijzen voor de consument naar beneden te halen en aan energiebesparing te doen. We dachten dat dit de eerste structurele warme truiendag was . Maar het draaide anders uit.
Na heel wat discussies werden de eerste stappen gezet rond de eeuwwisseling. Europa keurde een richtlijn goed waarbij alle producenten van stroom of leveranciers van gas tegen een vergoeding het net moeten kunnen gebruiken en de consument zelf kan bepalen welke leverancier er uiteindelijk via de hoogspanningskabels van de transporteur (Elia) of Fluxys voor het gas én de distributeur (Eandis) bij je thuis terecht komt. Electrabel moest opstappen tegen 2018 én de distributie moest in overheidshanden komen.
Alle intercommunales werden dus zogezegd ‘zuiver’: logisch, want je hebt een onafhankelijke partner nodig die die concurrentie op een onafhankelijke manier kan beheren. Tegelijkertijd werd in 2001 (decreet Sauwens) afgesproken om de (distributie)intercommunales te democratiseren: de gemeenteraden moesten het beleid bepalen en de oppositie moest aanwezig zijn in het bestuur.
Dit werd eigenlijk een slag in het water omdat in de doorsnee Vlaamse gemeenteraad het beleid niet gemaakt wordt door alle verkozenen. In de praktijk is er een Schepencollege dat gesteund wordt door een meerderheid van raadsleden. Wie tot die meerderheid behoort is meestal gewoon om ‘ja’ te zeggen en te stemmen. De meeste van de vroegere bestuurders verhuisden dan ook gewoonweg van structuur. Geert Versnick werd voorzitter van Eandis tot 2013 en is momenteel nog ondervoorzitter.
In theorie gaf zo een constructie in elk geval méér mogelijke garanties naar de gebruiker en het leefmilieu toe en was ze transparanter. Bovendien moesten de CREG (nationaal) en de VREG (Vlaanderen) als energiewaakhond toezicht houden op die ganse liberalisering. Zij hebben een sterke vinger in de pap bij prijsverhogingen en controle op basis van de verschillende regelgevingen. In 2006 en 2013 was de benoeming van de CREG-directie al aanleiding tot stevige polemieken in de pers rond de politieke aard van de benoemingen. De Standaard titelde in januari 2013: “Energiewaakhond aan de leiband” en meldde dat de regering het kritisch werk van de CREG moeilijk kon appreciëren.
Ondertussen liet Test Aankoop weten dat de gemiddelde verbruiker het aandeel van de distributiekost in zijn energiefactuur zag stijgen met minstens 26 %. Al die verdeelintercommunales hanteren ook nog eens verschillende tarieven. Dat heeft dan weer grotendeels te maken met het zogezegde ‘solidariteitsprincipe’ dat ingevoerd werd. Via heffingen en tarieven betalen de gebruikers dat allemaal onder mekaar. Lees: waar veel zonnepanelen zijn (Gelegd door vb. Fernand Huts en zijn Katoennatie) of veel mensen van een sociaal tarief genieten, kan de prijs hoger liggen. Politici kunnen dit corrigeren, maar doen dat meestal niet. Antwerpen daarentegen heeft historisch al vrij goedkope elektriciteitstarieven. Daar komen we in deel 3 van dit artikel nog op terug.
Heeft de ganse vrijmaking van de markt ons dan nog méér problemen gegeven dan voordien of zijn we nu helemaal naar af? Luc Barbé was tijdens deze cruciale periode kabinetschef bij minister van Energie Deleuze: “De macht van de monopolisten werd gebroken. Zij die aan niemand verantwoording aflegden en een staat binnen de staat vormden. Na de vrijmaking, kwam er helaas enkele jaren een soort oligopolie op Europees vlak, met monsterfusies: Eon, RWE, Suez-GDF etc. Eigenlijk is dat mislukt: de energiereuzen wankelen, hun businessmodel klopt niet meer. Het zijn logge machines, te groot, niet wendbaar. Dus ja, de vrijmaking van de markt is anders gelopen dan iedereen dacht, maar ik denk dat het een noodzakelijke fase was om een einde te maken aan de grote monopolies, en naar een ander model te gaan, een model dat nu het voorwerp is van strijd. En dat we daarin met de Eandis-affaire achteruit lopen tegenover andere landen klopt. Er is dan ook veel te weinig kritiek rond.”
Filip De Bodt
Morgen brengen we het verhaal van de uitkoop van Electrabel door Eandis, de problemen die daar op volgden en de keuze van Eanids voor China.