De Leuvense energiesnoeiers: “Het gaat om meer dan energie alleen”
Sinds 2006 is er in Leuven een team van energiesnoeiers actief. Ondermeer bij mensen in armoede voeren ze energiescans uit en trachten ze het energieverbruik naar beneden te halen. Dat kan via eenvoudige maatregelen als spaarlampen of tochtstrips. Maar ook indien er
isolatiewerken nodig zijn, wijzen de energiesnoeiers de weg naar goedkope leningen om die ingrepen mogelijk te maken. We hadden hierover een gesprek met Ingriet Engelen en Bjorn Vranken van de Leuvense energiesnoeiers. “We verwijzen heel vaak door naar andere diensten en als we mensen in armoede aantreffen laten we hen ook kennismaken met het sociaal restaurant of de sociale kruidenier. Het is immers belangrijk om mensen uit hun isolement te halen”.
Ingriet: De Leuvense energiesnoeiers maken deel uit van Leren Ondernemen, een organisatie waar armen het woord nemen. Op zeker moment werd het duidelijk dat energiearmoede een oprukkend probleem was en zijn de energiesnoeiers opgericht om daarop in te spelen. Dat maakt onze werking alvast uniek in de provincie. Wij zijn de enige groep van energiesnoeiers die vanuit een armoedeorganisatie werken. De anderen maken deel uit van sociale economieprojecten. Bij ons draait het niet louter om tewerkstelling. Wij gaan voor een integrale benadering.
Bjorn: Heel concreet maken wij afspraken met mensen. We lopen dan met hen alle ruimtes van de woning door en kijken welke ingrepen er kunnen gebeuren om aan energiebesparing te doen. Meestal starten we trouwens met een blik op de energiefactuur van die mensen. We geven daar dan wat toelichting bij, want heel veel mensen hebben er geen idee van of hun factuur al dan niet ongewoon hoog is. Het is ook nuttig om na te gaan of het zin heeft om van leverancier te veranderen. Dat is vijf minuten werk maar kan soms tot 400 euro verschil maken. Tijdens die rondgang in de woning geven we vooral veel praktische tips. Silicone spuiten om kieren te dichten, tochtstrips aanbrengen etc. We plaatsen zelf ook een aantal materialen, zoals spaarlampen, tochtstrips of spaardouchekoppen. Maar indien nodig starten we ook een dialoog op met de huiseigenaar, bijvoorbeeld wanneer er dringend nood is aan dakisolatie etc. We kunnen die eigenaar dan in contact brengen met VZW Pendule, die goedkope leningen voor dakisolatie verstrekt. Maar die contacten met huiseigenaars lopen zeker niet altijd even vlot. Sommigen winden zich op en menen dat ontevreden huurders het maar elders moeten gaan zoeken. Tot slot worden wij ook rechtstreeks door het OCMW gecontacteerd. Ze vragen ons dan om bij één van hun cliënten langs te gaan om een energiescan uit te voeren. Indien nodig koppelen we daar dan ook een energiebegeleiding aan vast. Dat betekent dat we nog meerdere opvolgingsbezoeken doen om tot oplossingen te komen.
Hoeveel mensen bereiken jullie op de manier?
Ingriet: Dat wordt wel wat minder, vooral gezien de toevoer van adressen van Eandis is stilgevallen. Daar staat wel tegenover dat de samenwerking met het OCMW eigenlijk pas recent echt goed is beginnen lopen. Ik vermoed dat we vorig jaar een 200-tal energiescans hebben uitgevoerd. Maar als je weet dat er 6000 gezinnen in armoede leven in Leuven, besef je dat er nog heel veel werk op de plank ligt. Het OCMW geeft ons nu heel wat adressen door en dat is wel positief. Op den duur besef je dat er heel wat uiteenlopende diensten met dezelfde problemen geconfronteerd worden en dan is versnippering in de dienstverlening geen goede zaak. We proberen de zaken dus beter op elkaar af te stellen. Wij zijn als energiesnoeiers uitsluitend actief in GrootLeuven en ook in Herent. We doen alles met de fiets, je bent per slot van rekening met een ecologisch thema bezig…
Voelen jullie dat zelf ook zo aan of primeert toch de sociale bekommernis?
Bjorn: Het één is een automatisch gevolg van het ander. Ik zal eerlijk zijn: ik doe deze job in de eerste plaats voor de mensen die in armoede leven. Dat sociale primeert dus voor mij. Je merkt trouwens bij die mensen dat het milieu soms wel het laatste van hun zorgen is. Maar doordat we energie besparen, doordat we die factuur naar beneden halen, is er ook winst voor het milieu. En dat is natuurlijk ook erg belangrijk.
Ingriet: Wij gaan steeds op zoek naar de goedkoopste energie. Als blijkt dat het dan ook om hernieuwbare energie gaat, zullen we dit zeker als argument gebruiken. Bij groene stroomleverancier Ecopower blijft het probleem dat je een aandeel moet kopen dat gewoon te duur is voor mensen in armoede. Bovendien is er een wachtlijst van een half jaar en is Ecopower vandaag ook niet meer de goedkoopste. Mensen in armoede kiezen nu eenmaal voor de goedkoopste energie en dat kan je hen moeilijk kwalijk nemen. Maar het begint vaak al bij de verwarmingsketel. In heel wat sociale woningen in Leuven tref je oude ketels uit de jaren 80 aan. Mocht je die vervangen door moderne condensatieketels zou dat al een heel groot verschil maken. Bij de nieuwbouw of de gerenoveerde wijken valt het wel mee, maar in een wijk als Casablanca in Kessel-lo vind je ketels uit de jaren 80. De sociale woonwijk Schorenshof in Wilsele spant de kroon. Daar zit je met elektrische verwarming én enkel glas… Een wijk als Sint-Maartensdal is dan weer goed gerenoveerd maar wordt verwarmd door één grote ketel. Die ketel is in handen van Electrabel. De mensen die daar wonen kunnen voor hun verwarming dus niet kiezen voor een andere leverancier dan Electrabel. En die is niet zo groen, dacht ik…
Lukt het eigenlijk om zo’n energiefactuur stevig naar beneden te krijgen?
Ingriet: Lange termijnopvolging blijft moeilijk. Wij worden door Eandis enkel maar betaald om twee bezoeken te doen aan een woning. Meestal zie je wel snel wat er dient te gebeuren. Onze doelgroep woont immers in de slechtste huizen. Als we het hebben over budgetmeters voor aardgas, is het duidelijk dat die eigenlijk alleen maar voorkomen in huizen waar de warmte losjes door het dak en de ramen kan ontsnappen. Op elektriciteit kan je zelf nog besparen, maar de verwarming moet aan in de winter. Als je dan een slecht dak hebt, gaat je factuur zo de hoogte in. We proberen dat dan samen met Pendule aan te pakken, maar het blijft wel moeilijk om eigenaars te overtuigen om die stap te zetten. En ook huurders hebben vaak schrik om te klagen bij de eigenaar, die slechts? (slechte) situaties blijven bestaan. Wij werken bijna uitsluitend met huurders. Als er al eens keer een eigenaar tussen zit, gaat het vaak om oudere mensen die lang geleden een huis hebben gekocht en die vandaag met een klein inkomen moeten rondkomen. Maar voor alle duidelijkheid: iedereen heeft recht op een energiescan. Wij willen dus bij iedereen langs komen.
Bjorn: Het is ook belangrijk dat mensen zich bewust worden van hun verbruik en de kostprijs ervan. Nieuwkomers weten bijvoorbeeld niet altijd goed hoe de zaken hier in elkaar zitten. Hoe werkt een
kamerthermostaat en hoe ga je daar best mee om? Hoeveel kost het je om permanent een temperatuur van 24 graden te stoken? En de eindafrekening valt vaak pas na een jaar in de bus. Dan breekt de ellende los…
Jullie zijn vooral bezig met woningen energie-efficiënter te maken. Voorts trachten jullie ook om mensen bewuster te laten omgaan met energie? Denken jullie ook na over structurele maatregelen, bijvoorbeeld op beleidsvlak?
Ingriet: We zitten in een hoop werkgroepen rond het thema energiearmoede. Dat gebeurt ondermeer in het kader van Komosie, de koepel voor sociale economie. Daar denken we samen na over structurele oplossingen.
Hetzelfde geldt voor de werkgroep energie en armoede van Samenlevingsopbouw Vlaanderen.
Hebben jullie het gevoel dat er een versnippering bestaat van organisaties en diensten die zich bezig houden met energiearmoede?
Bjorn: Dat is inderdaad wel een probleem. Je ziet uiteenlopende organisatie die zich bezighouden met hetzelfde thema. Eigenlijk streven die allemaal dezelfde doelstellingen na. Maar wanneer het dan bijvoorbeeld gaat over subsidies en de financiering van de werking moeten die toch allemaal in de eerste plaats hun eigen winkel verdedigen en dat is echt niet zo leuk. Alsof het uiteindelijk allemaal om je eigen stekje draait. In de loop van 2011 en 2012 hebben we een Vlaams innovatieproject gedaan rond energiearmoede. Toen hebben we een puzzel gemaakt met de verschillende organisaties en werkingen die zich met het thema bezighouden. Dat zijn er heel wat. Mij lijkt het eigenlijk logisch dat die verschillende diensten in Leuven op termijn in één en hetzelfde gebouw zouden werken. Er is onze werking als energiesnoeiers, je hebt de VZW Pendule, er is Wonen en werken en er zijn de diensten van het OCMW. Het zou ook gewoon efficiënt zijn om die samen te laten werken.
Een dossier zou op die manier makkelijker opgevolgd kunnen worden. Maar er zijn nog andere partners: we hebben bijvoorbeeld ook altijd gratis lidkaarten van de huurdersbond op zak.
Ingriet: Er is wel al heel wat verbeterd. Toen ik hier startte in 2011 was er van samenwerking bijna geen sprake. Vandaag is dat al helemaal anders. Wij verwijzen heel vaak door naar anderen. Maar het blijft een moeilijk evenwicht. Aan de een kant is samenwerking heel nuttig en waardevol. Aan de andere kant hebben we ook onze eigenheid. Zoals ik al zei: we gaan voor een integrale aanpak. Als wij in een sociale woning komen en we zien dat er van alles misloopt, contacteren wij vaak zelf de sociale huisvestingsmaatschappij of de technische dienst van de stad. Dat hoeven we helemaal niet te doen. We worden daar niet voor betaald. Maar we nemen het er graag bij. Als we mensen aantreffen die in armoede leven, vertellen we hen ook vaak over de sociale kruidenier of het sociaal restaurant van Leren Ondernemen. Het komt er immers op aan om mensen uit hun sociaal isolement te halen. Dat maakt ons verschillend van andere energiesnoeiers, die zich vaak beperken tot het louter uitvoeren van energiescans. Bij ons gaat het om meer dan enkel energie.