COP 26: waarom België regelmatig fossiel van de dag is

In Glasgow startte het voorbije weekend de klimaatbijeenkomst COP 26. Regeringsleiders gaan er proberen om het Akkoord van Parijs uit 2015 concreter te maken in de hoop rampenscenario’s op vlak van klimaat af te wenden. België doet het op vlak van klimaatbeleid ronduit slecht en dreigt opnieuw om tot ‘Fossiel van de Dag’ uitgeroepen te worden. Waarom doet België het eigenlijk zo slecht op vlak van klimaat?

 

Dat we het slecht doen is een feit. Een citaat uit De Morgen van 7/12/20 vat de situatie goed samen: “België is opnieuw gedaald in de jaarlijkse rangschikking van een zestigtal landen op het vlak van de strijd tegen de klimaatverandering, opgesteld door milieu-ngo’s. Ons land staat op de 40ste plaats (-5) in de ‘Climate Change Performance Index 2021’, nadat het vorig jaar al vier plaatsen gezakt was. België is daarmee een van de slechtste leerlingen van West-Europa.” België komt op geen enkel moment in de buurt van de doelstellingen die Parijs ons oplegde en slaagt er sinds 2015 niet meer in om zijn uitstoot enigszins betekenisvol te laten zakken. 

 

België zit evenmin op koers om de Europese doelstellingen te halen waarmee Europa 55% minder wil uitstoten tegen 2030. Nochtans zijn die doelstellingen niet vrijblijvend, zegt ook John Van Daele in het tijdschrift Mo van 13/10/21: “De Europese doelen zijn niet vrijblijvend. Wie ze niet haalt, betaalt boetes, zoals Vlaanderen al meermaals ondervond: als het zijn doelstellingen niet haalt, moet het elders uitstootrechten kopen. De uitdaging is groot. Waar de Belgische uitstoot nu 1,3 miljoen ton per jaar daalt, moet dat cijfer stijgen naar een jaarlijkse daling met vijf miljoen ton.”

 

België heeft blijkbaar ook niet de ambitie om een plan in die richting op te stellen. Op de Verenigde Naties-website van het UNFCCC staan alle bijdragen en plannen die de verschillende landen indienden om de Parijs-norm te halen genoteerd. De meeste Europese landen legden er gewoon de Europese verbintenissen neer. Frankrijk maakte een aanvullend plan. België zit zelfs strop met de uitvoering van het Europese plan.

 

Hoe komt dat dan toch? België, dat zo dikwijls graag meepraat in het internationale orkest, zet zijn bevolking en diplomaten ronduit voor schut. Dikwijls wordt daarbij (terecht) met de vinger gewezen naar Vlaanderen. Ook bij deze COP is er geen enkele overeenkomst bereikt die de Belgen daar willen verdedigen. De Vlaamse Regering heeft net op tijd een plan bereikt. Tot grote schaamte hangt het totaal niet samen met het Waalse plan en al helemaal niet met een federaal klimaatplan. Het Vlaamse plan bulkt van de individuele aanmoedigingen en restricties dat het klimaatprobleem een elitair kantje krijgt. Enkel zij met geld zullen kunnen meedoen met een klimaatvriendelijke wereld.

 

Regionalisering

 

Daarmee hebben we het eerste probleem voor het tot stand komen van een Belgische klimaatpolitiek vast: de Vlaamse Regering wil al jaren niet mee met collectieve maatregelen, stoort zich daar niet aan en blokkeert op die manier elke internationale bijeenkomst. Al te dikwijls zien we in België dat de regionalisering van milieu en ecologie tot niets geleid heeft. Water en lucht stoppen niet aan de taalgrens.

 

Lucht verkopen

 

Een tweede probleem dat zich in verschillende landen, en dus ook in België stelt is de benadering van de koolstofmarkt ETS. Europa zette een systeem op waarbij emissierechten verkocht worden. Het komt er op neer dat men voor een aantal energie slurpende industriële sectoren (energie, staal, …) vastlegt hoeveel koolstof men mag uitstoten. De rechten om dat te doen verkoopt men dan aan bedrijven. Het geld kan door de Europese regio’s gebruikt worden om klimaatmaatregelen te sponsoren. Probleem daarbij is dat er na de bankencrisis in 2008 en de er mee samen gaande economische crisis, veel te veel koolstofrechten op de markt waren: de economie kromp en men paste die rechten niet aan. De prijs zakte dus naar beneden tot ongeveer 5-6 € per ton CO2, met als gevolg dat geen enkel bedrijf nog echt in zijn buidel diende te tasten voor wat men in de lucht spoot.

 

De Europese Unie reageerde daarop door (rijkelijk laat) het aantal uit te stoten tonnen en de er aan gekoppelde rechten drastisch te verminderen en wil in de toekomst ook geleidelijk aan minder rechten toekennen en de prijs opdrijven.

 

Het venijn zit altijd in de staart: op deze regels zijn er ook nog uitzonderingen: je kan rechten onder mekaar verkopen, projecten in andere landen realiseren waardoor je rechten krijgt én regeringen kunnen gratis emissierechten (lees koolstoftonnen) uitdelen om de nationale economie te beschermen tegen buitenlandse concurrentie. Die projecten in het buitenland, daar kunnen we kort over zijn: ze hebben meestal weinig te maken met ecologie of milieuzorg. Een paar projecten gaan over herbebossing, anderen over het opvangen van gassen bij stortplaatsen of simpelweg het doorgeven van betere technologie aan een dochterbedrijf van een multinatonal. Kassa, kassa.

 

Hoe men omgaat met de toegelaten hoeveelheid C02 en het gedeelte ervan dat je gratis krijgt kan je opzoeken op de website Energiesparen.be. Aan vaste installaties werd in Vlaanderen het recht toegekend om in 2019 bijna 32 miljoen ton CO2 uit te stoten. Bijna 22 miljoen ton daarvan werd gratis uitgedeeld. Op de lijst staan 289 bedrijven. Een aantal daarvan (Electrabel, E.on, Arcellor Mittal, Esso, Total en BASF) heeft nog voor méér dan 1 miljoen ton cumulatief kredietrecht (lees tonnen CO2 die men mag uitstoten) staan. De grootste uitstoters hebben dus de grootste reserves. Die kunnen door nieuwe regelgeving binnen de Europese Koolstofhandel niet zomaar opgebruikt worden, maar het blijft een feit dat men de CO2-uitstoot duidelijk aan banden kan leggen door die strenger te beperken. Zonder deze beleidswijziging kunnen we het vergeten om de Europese doelstelling te halen die zegt dat we de uitstoot van CO2 tegen 2030 met 55 % moeten beperken.

 

Als Europa dan boetes uitdeelt dan betalen we uit de gemeenschappelijke belastingspot alweer de cadeautjes die we aan onze grote bedrijven gegeven hebben. Daarbij rijst een groot sociaal probleem: terwijl we van de bevolking verwachten dat die isoleert, elektrische wagens koopt en de gasboiler vervangt door een warmtepomp, geven we de centen weg aan diegenen die ze niet nodig hebben. Net of het voor de gewone mensen zomaar een haalbare kaart is om al die financiële inspanningen zelf op te hoesten!

 

Een andere mogelijkheid de Vlaamse regering goedkeurde: een renovatie-plicht voor oudere woningen. Alweer maatregelen waarvan men grotendeels kan verwachten dat ze een negatieve sociale impact zullen hebben op diegenen die het minst verdienen.

 

Er zit bovendien niet enkel een probleem langs de inkomstenzijde. Wat de Vlaamse Regering verdient met die uitstootrechten wordt geïnvesteerd in klimaatmaatregelen. Dat gaat van het vernieuwen van overheidsgebouwen tot een subsidie van 5 miljoen voor (enkel) de studie voor de aanleg van een CO2-pijpleiding vanuit de Antwerpse Haven naar Amsterdam, waar we de uitlaatgassen gewoon willen injecteren in de bodem van de Noordzee. Flink!

 

Uitstoot zonder handel

 

Uiteraard is de klimaatproblematiek niet beperkt tot die 298 Vlaamse bedrijven die CO2 uitstoten. Een flink deel van de gewone industrie valt er niet onder, evenmin als de uitstoot van landbouw, verkeer en huishoudens. Dikwijls zijn die zaken wel aan mekaar verbonden: als men de grote bedrijven maar verder laat centen opstrijken in plaats van ze te verplichten om te investeren, dan heb je geen centen over om voor de huishoudens wat te doen. Tal van gemeenten, provincies en andere autoriteiten maakten wél plannen op om iets te doen: ze zorgen voor betere fietspaden, deelauto’s, het saneren van de eigen gebouwen enz. Dikwijls blijft het evenwel bij een druppel op een (letterlijk) hete planeet. De Europese doelstellingen dringen in de meeste plannen niet eens door en het gaat allemaal te traag. 

 

In de gemeente waar ik woon (Herzele) rekende ik aan de hand van cijfers van de Provincie Oost-Vlaanderen uit dat we globaal van 64.588 naar 56.173 ton CO2-uitstoot evolueerden tussen 2011 en 2018. Dat is een daling van 8 % of 1% per jaar. Aan dit ritme duurt het nog 89 jaar vooraleer we koolstofneutraal zijn. Andere gemeenten doen het beter, maar ik heb weinig redenen om aan te nemen dat het globale plaatje er veel positiever uitziet.

 

Verkeer.

 

Een van de grote problemen in ons land is de mobiliteit. Het openbaar vervoer is hier ongeveer te vergelijken met dat van een beter gepositioneerd land uit het Zuiden. Op aandringen van GROEN wordt er tot en met 2025 €5,3 miljard geïnvesteerd in meer materiaal en betere frequenties. Dat is niet niks, maar we kijken benieuwd uit naar de concrete toepassing ervan. Ondertussen worden er per regio vervoersplannen opgemaakt die voor veel gebieden een achteruitgang betekenen.

 

De knoop van dit probleem zit in de VIA-strategie die de Vlaamse Regering in 2006 aan nam: Vlaanderen moest een doorvoerland worden waarbij vooral geïnvesteerd werd in slimme mobiliteit. Die slimme mobiliteit is nooit meer geweest dan het stimuleren van Europees transport dat hier in de file komt staan. Koppel daar een ruimtelijke ordening aan die bestaat uit lintbebouwing en een teveel aan verharde oppervlakte en je weet ongeveer waar je staat met de uitvoering van klimaatplannen in Vlaanderen.

 

Korneel Verbeke zegt in De Standaard van 22/02/21 terecht: “Transport zet alle EU-lidstaten voor een stevige uitdaging in hun klimaatambities, maar in België is die zo mogelijk net iets groter. Ons land is niet alleen een logistiek knooppunt, we slepen ook een erfenis mee van versnipperde ruimtelijke ordening die een duurzame, maar kosten-efficiënte mobiliteit in de weg staat. Het beteugelen van die verkavelingsdrift is een speerpunt in de Vlaamse klimaatambities voor transport. Maar zelfs een radicale betonstop, hier en nu, zal eerder de groei van de autokilometers afremmen, dan op korte termijn een betekenisvolle CO -reductie teweegbrengen. Bovendien is de betonstop ondertussen een afgezwakte bouwshift geworden.” Hij rondt zijn artikel af met: “Wie op de overheidswebsite naar het Mobiliteitsplan Vlaanderen zoekt, krijgt niet toevallig een foutmelding. Het plan, dat al in 2001 in de steigers werd gezet om het autoverkeer te verminderen, werd eind 2019 – na twintig jaar vergaderen en talloze werkgroepen – begraven”.

 

Structurele oorzaken

 

Zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Over een doorgeschoten landbouwbeleid bijvoorbeeld, dat (mee onder Europese invloed) de boeren verplicht om aan schaalvergroting te doen in de ijdele hoop daarmee de woekerende grondprijzen (50.000 tot 100.000 € per hectare) te kunnen betalen.

 

Of over het gebrek aan personeel. Na een jaar onderzoek bracht Climaxi naar voor dat de overheid geen deftige vergunningen aflevert: milieuvergunningsaanvragen in de nabijheid van woon- of natuurgebied worden dikwijls niet eens geadviseerd door de Administratie Natuur en Bos of Administratie Zorg en Gezondheid, ook al is dat wettelijk voorzien. Ook de inspectie zit met de handen in het haar en moet noodgedwongen aanmaningen sturen in plaats van PV’s omwille van politieke druk en personeelstekort (PANO-reportage rond 3M en Utexbel Ronse van 24/09/21). Een totaal verouderde Vlarem-milieuwetgeving neemt elke overheid de wapens die men nodig heeft uit de handen. Uit eigen ervaring bij acties in de omgeving van de taalgrens rond het Wolvenpark D’Hoppe (Vloesberg) of Snowgames (Lessen) kunnen we vaststellen dat de situatie in Wallonië niet veel beter is.

 

Onze nationale overheden zijn na jarenlange bezuinigingen niet meer in staat om het op te nemen tegen multinationals of rijke individuen. Niet op ecologisch, sociaal of democratisch vlak. Voor een keer zijn we het niet eens met klimaatwetenschapper Jean-Pascal Van Yperseele in de Gazet Van Antwerpen van 28/10/21: “De vrije markteconomie is niet favorabel voor het klimaat. Wij hebben het zelf verknoeid. Het probleem is dat er geen alternatief is. Of nog niet. De Sovjets hebben het vorige eeuw geprobeerd, maar hun model was minstens even vervuilend, om van de andere nadelen nog maar te zwijgen.” Als Climaxi stellen we eerder dat deze absolute vrije markteconomie vernietigend is voor het klimaat in plaats van niet favorabel. We zouden dan ook graag zien dat mensen en bewegingen die opkomen voor het klimaat ook beseffen dat een systeemverandering er moet komen. We moeten op zoek naar een systeem dat niet gebaseerd is op winstbejag, maar dat mensen, natuur en gezondheid centraal stelt.

 

Filip De Bodt