Buurtbewoners niet akkoord met ruimtelijk plan op maat voor Umicore
De stortplaats Sterhoek op de grens tussen Zwijndrecht en Kruibeke is een categorie 2-stort voor baggerspecie en niet-gevaarlijk afval. Deze stortplaats is in handen van de Vlaamse Waterweg en kwam in 2022 in de PANO-reportage ‘Vlaanderen vervuilt’. De stortplaats kreeg in februari 2023 fors verstrengde normen opgelegd maar mag nog steeds 4,5 nanogram/l Bisfenol A lozen als ook een verhoogde norm van 5 nangram/l Boor. Verder werd het bedrijf opgelegd om één jaar frequente metingen uit te voeren in het afvalwater voor uranium, kobalt, gebromeerde vlamvertragers, tributyltin, PFAS en andere stevig vervuilende chemische stoffen.
Departement Omgeving wil nu een wijziging in het Ruimtelijk Uitvoeringsplan uitwerken om het stort om te vormen tot een categorie 1-stortplaats voor opslaan van non-ferroslakken van Umicore Hoboken, gelegen aan de andere kant van de Schelde. Umicore is op zoek naar een stortplaats tegen eind 2024, begin 2025.
Umicore Hoboken produceert jaarlijks rond de 220.000 ton non-ferroslakken als restproduct uit het hoogovenproces. Non-ferroslakken worden ingezet als bouwstof. Uitgebreid onderzoek naar technologische verbetering van non-ferroslakken biedt voorlopig onvoldoende garantie tot gebruik als circulaire bouwstof. Om de continuïteit van de recyclage-activiteiten van Umicore te garanderen is Umicore in alle snelheid op zoek naar stortplaatsen. Het stort in Hemiksem was hun eerste voorkeur maar dat kon door protest van Acitegroep Leefmilieu Rupelstreek tegen gehouden worden. Daar leven dezelfde bezorgdheden omtrent verdere vervuiling van de buurt.
Buurtbewoners zijn ongerust over extra vervuiling in de bodem en het water. Eerder dienden buurtbewoners samen met Grondrecht en Climaxi al bezwaren in tegen deze plannen. Nu ligt het plan-MER voor in openbaar onderzoek. Dit plan heeft duidelijke gebreken. Zo moet de waterkwaliteit van de Schelde tegen 2027 in betere toestand zijn. Tot op vandaag blijft het onduidelijk of de stortplaats in de mogelijkheid is om zware metalen en andere giftige stoffen uit het percolaat te halen.
Daarnaast is er ook geen onderzoek naar de impact van den non-ferroslakken op de nu al vervuilde bodem naast het stort. De geur- en stofhinder wordt met verouderde data in kaart gebracht en geeft dus geen actuele inschatting van de risico’s.
Verder is het maken van een RUP op maat van een bedrijf een verkeerd signaal van het beleid. Vlaanderen zet fors in om circulaire economie aan te moedigen. Het versoepelen van stortcapaciteit bevordert de zoektocht van bedrijven naar alternatieven niet. Het is onduidelijk welk beleid Vlaanderen voert om op lange termijn non-ferroslakken niet meer te moeten storten.