Trek de stekker uit het Energy Charter Treaty

In de zomer van 2022 belichtte Climaxi – via onze freelance-journalist Sammy Roelant – het vrij onbekende maar al lang bestaand oud zeer van het Energy Charter Treaty (ECT). Dit verdrag vormt een bedreiging voor de Europese plannen over klimaat en de energietransitie zoals de Green Deal en Fit for 55 ambities. Ondanks een poging tot ‘modernisering’ van het verdrag, publiceerde het Europees parlement op 23 november 2022 een resolutie die oproept tot een gecoördineerde exit uit het ECT.

Na de 27steConference of the Parties (COP27) – waarop de ambitie om de klimaatopwarming onder 1,5 graden te houden quasi formeel geaborteerd werd – wordt een effectieve uitvoering van de Europese klimaatplannen des te fundamenteler. De Europese commissie lijkt nu aan zet om zich los te wrikken uit de penibele positie binnen het ECT. De vraag is of Europa zich zal weren of finaal bereid is zich schaakmat te laten zetten in een allesbepalend tijdsbestek voor zowel de Unie als de wereld.


Achtergrond: het Energy Charter Treaty (ECT) in ’t kort

Het Energy Charter Treaty (ECT) is een internationaal verdrag dat bescherming biedt aan energieleveranciers en -bedrijven die olie, steenkool en gas ontginnen en transporteren. Fundamenteel aan het verdrag is het Investor State Dispute Settlement (ISDS) systeem, dat bedrijven de mogelijkheid geeft om via private, en daardoor ontransparante, arbitragehoven overheden aan te klagen voor klimaat- en milieumaatregelen die hun bedrijfsvoering en toekomstige winsten inperken. Concreet betekent dit dat bedrijven omvangrijke schadeclaims kunnen vorderen ten aanzien van overheden. Het verdrag, dat sinds 1998 in voege is, fungeert op deze manier als een instrument voor vervuilende bedrijven om klimaatwetten te torpederen en overheden onder druk te zetten. 

Zo vorderden energieproducenten Uniper en RWE in 2021 een schadevergoeding van gecombineerd 2,4 miljard euro van de Nederlandse staat omdat deze besliste steenkoolcentrales te sluiten tegen 2030. In 2017 daagde de Britse olieproducent Rockhopper Italië voor het arbitragehof omwille van een verbod op olie- en gasboringen voor de Adriatische kust. De Italiaanse overheid werd in 2019 veroordeeld tot de betaling van 241 miljoen euro aan Rockhopper. De Franse overheid draaide in 2017 op haar beurt plannen voor ambitieuze klimaatwetgeving terug omdat het Canadese oliebedrijf Vermilion dreigde met een ECT-rechtszaak. Deze voorbeelden zijn slechts een greep uit verschillende zaken – of dreigementen daartoe – die het ECT de voorbije jaren voortgebracht heeft. Het verdrag is daardoor een doorn in het oog van milieuorganisaties, wetenschappers en het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Voornamelijk de doelstellingen in het klimaatakkoord van Parijs stelden de onverenigbaarheid met het ECT – en de macht dat het verdrag biedt aan de fossiele industrie – op scherp.


Tegenstand

Hoewel de ambities van Parijs begraven werden in de Egyptische woestijn, woedt de discussie over het ECT vandaag hevig – voornamelijk binnen Europa. Het ECT ligt immers al langer onder vuur en vormde sinds het klimaatakkoord van Parijs een tastbaar probleem. Vanaf 2017 werden onderhandelingen opgestart met de 54 partijen van het ECT om het verdrag te moderniseren zodat landen een ambitieus klimaatbeleid konden uitwerken. Na 15 overlegrondes, beantwoordt het resultaat nauwelijks aan de hedendaagse noden en bezorgdheden. Hoewel de Europese Commissie wijzigingen trachtte te onderhandelen die de eigen plannen overeind zouden houden, lagen onder meer Japan en Kazachstan dwars. Daarnaast bleek de Commissie zelf geen verregaand standpunt in te nemen uit vrees om investeringen in hernieuwbare energie mis te lopen. Tekenend is dat een herziening van het fel betwiste arbitragesysteem zelfs nooit op tafel lag.

In een reactie stemde het Europees parlement op 23 november 2022 een resolutie dat het ECT onverenigbaar is met de Europese wetgeving en klimaatplannen. Het parlement verzet zich tegen de verderzetting van het ECT en roept op tot een gecoördineerde exit uit het verdrag. Enkele lidstaten – zoals Frankrijk, Spanje, Nederland, Duitsland en Slovenië – kondigden sindsdien aan op eigen initiatief uit het ECT te stappen. Ook België verklaarde zich bij monde van de federale ministers Khattabi (klimaat) en Van der Straeten (energie) tijdens de COP27 bereid om zich terug te trekken uit het verdrag. Binnen de deelstaatregio’s wordt dit standpunt niet gedeeld: Vlaanderen houdt voorlopig vast aan de modernisering van het verdrag terwijl ook de Franstalige liberalen van MR niet overtuigd zijn.


Moderniseren of verkassen?

Door het snelle herstel van de economie na de corona-lockdowns en de oorlog in Oekraïne, verzeilde Europa in een energiecrisis waaruit pijnlijk blijkt hoe afhankelijk we nog zijn van fossiele brandstoffen als gas, olie en steenkool. Hoewel beargumenteerd – of gehoopt – kan worden dat deze crisis een aanzet geeft tot een snellere overgang naar hernieuwbare energie, is de macht van de fossiele industrie om diezelfde reden vandaag des te groter. Een doorgedreven energierevolutie is vandaag uiterst urgent terwijl het ECT de fossiele uitfasering verder kan vertragen.

De Europese Unie kan ervoor opteren collectief uit het verdrag te stappen. Hiervoor is echter overtuiging en consensus nodig onder de regeringen van de lidstaten, welke vandaag beiden lijken te ontbreken. De piste die momenteel gevolgd wordt, is dat lidstaten van de Europese Unie zich afzonderlijk uit het verdrag trekken – zoals verschillende (buur)landen al aankondigden. Bovendien dient het Europees Hof van Justitie nog te beoordelen of het ECT überhaupt verenigbaar is met het Europees recht na de hervormingen van het verdrag. Als het Hof oordeelt dat het aangepaste verdrag de regelgeving schendt, geeft dit de EU-landen een sterk en quasi onbetwistbaar mandaat om het ECT achter zich te laten.

Hoewel een versnipperde uittreding tot een zwakkere Europese bescherming en boodschap leidt, bieden de gebrekkige hervormingen van het ECT en de discussie ter zake nu een momentum om uit dit onwerkbaar ‘verdrag’ te stappen. Hoewel België het idee om het ECT op te zeggen eveneens genegen lijkt, sputtert onder meer Vlaanderen tegen – net zoals in andere Europese klimaatdossiers. Climaxi roept in eerste instantie dan ook de Vlaamse overheid op om haar positie te herzien. De taak van de Vlaamse overheid bestaat erin het algemeen belang te verdedigen en niet dat van een handvol invloedrijke bedrijven: het belang van de fossiele industrie druist diametraal in tegen het algemeen belang. Daarom eist Climaxi dat België een einde maakt aan het ECT en de juridische en financiële afdwingbaarheid van de fossiele industrie.

Michelle Van Impe

Lees ook de artikels:

Energy Charter Treaty: een pact met de duivel? (12 juli 2022)

COP27: afstappen van de 1,5°? (14 november 2022)

COP27: beschamend, destructief en polariserend (20 november 2022)