Knokke: meer controle op PFAS in zandsuppleties
Het Masterplan Kustveiligheid wil onze kust beschermen tot 2050. Hiervoor werden concrete maatregelen per deelgebied vastgelegd, die nu volop in uitvoering zijn. Zand voor deze verstevigingswerken, komt normaalgezien van de zeebodem. De Vlaamse Grondbank en OVAM gaven nu echter de toestemming om zand- en sliboverschotten uit de werken aan de Nieuwe Sluis Terneuzen te gebruiken als vooroeversuppletie – dat is het aanvullen van de zeebodem onder de laagwaterlijn. De milieuorganisaties Climaxi en de West-Vlaamse Milieufederatie geven aan dat het hier niet gaat om een geplande suppletie en vragen een nietigverklaring van alle beslissingen die deze vooroeversuppletie mogelijk maken. Dat er geen Milieueffectrapport, noch een Passende Beoordeling werd opgesteld voor deze vooroeversuppletie stuit hen tegen de borst. Het Kanaal Gent-Terneuzen is een gekend PFAS-gebied. Beide organisaties stappen naar de Raad van State.
“Het zou moeten logisch zijn dat we die gebieden waar onze kinderen onbezorgd zouden moeten kunnen spelen, ook voorzien van de maximale bescherming tegen giftige stoffen.”, geeft Bart Vanwildemeersch van de West-Vlaamse Milieufederatie aan. Samen met de sociale klimaatbeweging Climaxi heeft de federatie milieuadvocate Isabelle Larmuseau aangesproken om aan de alarmbel te trekken. “De bodemmaterialen die worden gebruikt, komen van de werken aan de nieuwe sluis op het kanaal Gent-Terneuzen”, sluit Filip De Bodt aan. “Hoewel de Vlaamse focus voor PFAS vooral op 3M ligt, is ook het kanaal Gent-Terneuzen een hotspot voor PFAS”, zegt hij, “Lokale bedrijven lozen nog steeds in het kanaal, maar ook vanuit Antwerpen en Frankrijk – via Leie en Schelde – komt PFAS in het kanaal terecht. In 2022 gaf een rapport van de Rijkswaterstaat aan dat er jaarlijks nog 47 kg in het kanaal werd geloosd. Met toelating. En het is van daar dat deze gronden komen.”.
Hoge concentraties PFAS Knokke
Knokke kwam eerder al in de belangstelling omwille van de verhoogde PFAS-gehaltes in het zeeschuim. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) stelde na onderzoek in 2021 en 2022 al vast dat het zeeschuim 2.400.000 nanogram PFAS bevatte, hoewel de gezondheidskundige advieswaarde 4,4 nanogram bedraagt. Dat rapport leidde tot een advies van de Vlaamse Overheid om na het baden goed te spoelen, vooral voor kinderen. In 2023 stelde VITO vast dat ook in het zwevend stof in Knokke tot 40 keer meer PFAS zat dan in de landelijke achtergrondconcentratie. VITO geeft aan dat dit minder is dan het tijdelijk toetsingskader dat voor PFAS in omgevingslucht wordt gebruikt. Uitgerekend het werken met die tijdelijke PFAS-normen wordt door Isabelle Larmuseau in vraag gesteld. “Ook PFAS-normenkaders moeten vooraf op hun effecten worden onderzocht. Dat is hier niet het geval, noch op Vlaams noch op federaal niveau. De overheid is blind aan het varen.” Om die reden vorderde Climaxi reeds in oktober de nietigverklaring van het Tijdelijk Handelingskader PFAS dat deze zomer door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd.
De milieuorganisaties begrijpen dan ook niet dat het voorzorgsprincipe niet wordt toegepast en zand, maar ook slib, zonder diepgaande controle op de zeebodem wordt gestort. “Dat de PFAS zal uitlogen naar het zeewater en vervolgens het zeeschuim, lijkt ons niet meer dan logisch”, volgens De Bodt, “waar kinderen spelen is het niet meer dan logisch dat er absoluut geen risico’s worden genomen.”. De West-Vlaamse Milieufederatie ziet ook de gevaren voor het toerisme. “We horen dat steeds meer kustburgemeesters, maar ook surfers en ouders bezorgd zijn om de kwaliteit van het zeewater. Wij willen hen kunnen geruststellen.”, geeft Vanwildemeersch aan. “Onze kust staat gelijk aan gezondheid, dat imago mogen we niet verspelen omwille van economische overwegingen bij het verwerken van vervuilde gronden.”
Ook natuurwaarden in het gedrang
De West-Vlaamse Milieufederatie is ook niet te spreken over het ontbreken van een Passende Beoordeling in het dossier. De betrokken vooroever ligt in en aan verschillende beschermde natuurzones en tussen de Baai van Heist en het Zwin, twee natuurgebieden met een topreputatie. “Voor die gebieden kan elke verstoring, bovenop de reeds bestaande, grote gevolgen hebben. Op z’n minst moeten we onderzoeken wat de gevolgen zijn van het aanbrengen van miljoenen ton slib en zand in en nabij kwetsbare gebieden.”, geeft Vanwildemeersch aan. De uitspraak wordt in de loop van 2024 verwacht.
Hier lees je het volledige verzoekschrift