Klimaatverkiezingen (1): CD&V en Open-VLD

Climaxi analyseerde de programma’s van de Vlaamse politieke partijen naar aanleiding van de verkiezingen eind deze week. In een eerste bijdrage vergelijken we de partijprogramma’s van CD&V en open-VLD met de adviezen van het klimaatpanel, een groep van honderd wetenschappers die de regeringen in dit land vraagt om dringend werk te maken van een beter beleid.

Als we de klimaatambities van CD&V en Open-VLD bekijken, dienen we een aantal zaken in ons achterhoofd te houden. De Christendemocraten leveren al sinds 2004 onafgebroken de minister van Leefmilieu. Dat betekent anderhalf decennium aan het stuur van onze Vlaamse milieupolitiek. Ook de liberalen verschijnen niet maagdelijk aan de start. De blauwe fractie levert sinds de vorige Vlaamse verkiezingen de energieminister, al hadden ze wel drie verschillende ministers nodig om die vijf jaar te overbruggen. Op federaal niveau zijn de overeenkomstige departementen sinds meer dan tien jaar in handen van Franstalige ministers.

Dit noopt meteen tot een eerste, fundamentele vraag, waar geen van beide partijen over lijkt na te denken: hoe logisch, efficiënt en houdbaar is het om fundamentele, strategische en per definitie grensoverschrijdende departementen als energie, klimaat en milieu: 1. bij verschillende ministers onder te brengen. 2. op alle mogelijke niveaus te stallen? Het is tekenend dat bij geen van de partijen bij de voorgestelde maatregelen het beslissingsniveau wordt vermeld. Daarenboven: behalve dat we tegen 2050 naar een klimaatneutraal Europa moeten evolueren, zijn noch bij CD&V, noch bij Open-VLD concrete Europese maatregelen te vinden op het vlak van energie, klimaat of milieu. 

Wie bij de volgende legislatuur een ambitieus, toekomstgericht en holistisch milieu- en energiebeleid verwacht, is er dus op voorhand aan voor de moeite. In plaats van een passiefhuis voorzien van de nieuwste technieken gebouwd op basis van een overdacht bouwplan, blijft het Belgisch beleid ter zake er één van koterijen en lintbebouwing. Een betonstop qua bevoegdheidsversplintering ligt niet in de kaarten te lezen. 

Tussen haakjes: Europees is de euro wel al gevallen. Daar zijn de bevoegdheden Energie en Klimaat sinds 2014 wel bij één persoon gebundeld. Al is er nogal wat controverse rond die persoon: de Spanjaard Miguel Cañete, van de Partido Popular, fractiegenoten van de CD&V binnen de Europese Volks Partij. Cañete onderhoudt nogal nauwe banden met de olie-industrie. Milieu is wel nog een aparte bevoegdheid, die onder de Maltese sociaal-democraat Karmenu Vella valt. 

Omwille van het bosbeleid van Joke Schauvliege is minstens evenveel berkensap als inkt gevloeid. 20 jaar geleden beloofde de Vlaamse overheid 10.000 hectare bosuitbreiding. Begin 2016 was daarvan minder dan 30 procent gerealiseerd en van de 4.810 ha te realiseren stadsbossen uit de visiedocumenten van de Vlaamse overheid slechts 20 procent. Niet onbelangrijk element wanneer we de cijfers vergelijken met onze buurlanden: in alle andere Europese landen vallen natuurgebieden en bosgebieden onder hetzelfde beleid, België is het énige land waar apart naar bos wordt gekeken.

De laatste vijf jaar is er bijna 1.200 hectare bos gekapt, gaf Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Koen Van den Heuvel (CD&V) toe. Maar als compensatie daarvoor zijn er bijna 1.000 hectare bossen aangeplant. Van de bijna 1.200 hectare die omgekapt is, is er 536 hectare opnieuw aangeplant door de eigenaar zelf, en bijna 450 hectare is door het boscompensatiefonds vervangen. Daaruit blijkt volgens Van den Heuvel dat het boscompensatiefonds wel degelijk werkt. 

De minister ziet duidelijk door de bomen het bos niet meer. Niet alleen gaan we er kwantitatief op achteruit, ook bij de kwaliteit van het bosareaal kan vragen gesteld worden. Sommige bossen zijn namelijk zo oud of zo waardevol dat ze gewoonweg niet gecompenseerd kunnen worden. De compensaties worden berekend aan de hand van de compensatiefactor, die bij de minst waardevolle gebieden 1 is en bij de meest waardevolle (bijvoorbeeld Natura 2000) met factor 3. Dit betekent dat het aan te planten bos 3 maal zo groot moet zijn in oppervlakte als het gekapte bos was. Daarnaast moet er ook een monetaire bijdrage zijn. Wetenschappelijk onderzoek heeft echter al uit gewezen dat de meest waardevolle bossen de facto oncompenseerbaar zijn. Het duurt eeuwen voor diezelfde natuurwaarde gerealiseerd zal zijn op een andere locatie.

In het programma van CD&V blijkt dat we ons qua bosbeleid mogen verwachten aan more of the same. Er wordt meer bebost dankzij een bosuitbreidingsfonds. Wie dat fonds zal spijzen, hoeveel er in wordt geïnvesteerd en hoeveel bos er de volgende vijf jaar moet bijkomen: we hebben er het raden naar. 

Verder willen de christendemocraten de open ruimte beschermen en verder werken op basis van de principes van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) dat het ruimtebeslag tegen 2025 tot 3 ha per dag terugdringt en tegen 2040 tot netto 0 ha per dag. Met een faire compensatie bij grondwaardeverlies. 

In het eindrapport van het Panel voor Klimaat en Duurzaamheid, samengesteld door 140 experts, pleiten wetenschappers voor een ‘onmiddellijke netto ontbossingsstop’, ‘want we hebben dringend meer natuur- en bosgebied nodig’. Daarnaast is het ‘essentieel om onmiddellijk te stoppen met de inname van open ruimte’. Een betonstop, dus. ‘Maar niet tegen 2040, zoals de vorige regering had voorzien, maar vanaf morgen.’ 

Reactie van Van den Heuvel: hij kan zich vinden in de voorgestelde maatregelen, maar vreest voor de impact als ze te snel ingevoerd worden. 'Heel wat maatregelen zijn goed, ik herken er ook een aantal die door politieke partijen worden overgenomen in hun verkiezingsprogramma', zegt hij. 'Wel is het belangrijk om een draagvlak te bewaren. De mensen moeten correct worden vergoed.' Vooral de onmiddellijke invoering van de betonstop is volgens Van den Heuvel niet haalbaar. 'De Vlaamse regering wil de betonstop halveren tegen 2025, en definitief stoppen tegen 2040. Dat zal al heel wat werk vragen, laat staan om dat onmiddellijk te doen', zegt de minister.

Festina lente luidt de christendemocratische encycliek rond bosbeleid en (her)indeling van de openbare ruimte. Wie rond dit thema zijn eieren in de mand van CD&V legt, lijkt zich te verzoenen met de figuur van Mozes: 40 jaar in de woestijn dolen, maar het Beloofde Land nooit bereiken.

Open VLD wil alvast de Boskaart aanpakken, want de huidige versie leidt volgens hen tot drama’s. De kaart kleurt stukken bouwgrond, industriegrond, landbouwgrond en recreatiegebied met bomen in als waardevol en dus te beschermen bos, ondanks de oorspronkelijke bestemming van het perceel.

Concreet wil Open VLD de versnippering van de vele groenzones terugdringen. Ze willen de kwaliteit van de waterlopen verbeteren en zorgen voor een groenblauwe dooradering in zowel steden als dorpen. Op die manier wil men het hitte-eilandeffect tegengaan. Ze zullen alvast goeie punten krijgen van Bos+ voor een aantal van hun voornemens.

Ook moet er een versnelling hoger geschakeld worden op het gebied van stads(rand)bossen en toegankelijke natuur, onder meer voor vrijetijdsbesteding, steeds met respect voor die natuur. Wetlands, bossen en graslanden moeten via de gepaste maatregelen een meer centrale plaats krijgen in het natuurbeleid.

Open VLD wil op zoek gaan naar instrumenten die historisch waardevolle bossen (bv. omdat ze bijdragen tot de realisatie van onze Europese instandhoudingsdoelstellingen) kunnen behouden. Ze garanderen daarbij het eigendomsrecht en zorgen voor een correcte vergoeding, bijvoorbeeld via een planschadevergoeding op basis van 100 % venale waarde (zonder uitsluitingsgronden). Het is niet duidelijk welk budget hiervoor wordt uitgetrokken of hoe dit zal gefinancierd worden. Om onze beeldspraak door te trekken: het manna komt allicht uit de hemel, want dat de volgende regering een besparingsregering wordt, is nu al duidelijk.

Kernuitstap.

Wat betreft de kernuitstap, staat die letterlijk vermeld in het programma van Open VLD: 'Om volop op hernieuwbare energie te kunnen inzetten hebben we nood aan flexibele productie die de hernieuwbare productie kan aanvullen wanneer nodig. De huidige kerncentrales passen niet in dat model en hebben de afgelopen jaren hun onbetrouwbaarheid bewezen.' 

Opvallend: hoewel Wouter Beke en Koen van den Heuvel enkele maanden geleden Pieter Decrem nog terugfloten, staat de kernuitstap niet letterlijk in het verkiezingsprogramma van de CD&V. Misschien omdat het standpunt van de partij dat is dat dit reeds gestemd is? Pacta sunt servanda?

Wat de hernieuwing van ons woonpatrimonium betreft, loste Open VLD nog een serieus schot voor de boeg van de volgende Vlaamse regering.  Afgelopen vrijdag, op een zucht van de verkiezingen, kondigde de Vlaamse regering – bij monde van Open VLD-minister Lydia Peeters–  de opstart van een ‘noodkoopfonds’ aan. Zo zet Vlaanderen een eerste stap richting een socialer renovatiebeleid. 

Dankzij het fonds zullen 600 Vlaamse ‘noodkopers’ (‘Noodkopers’ zijn mensen met een laag inkomen die noodgedwongen een goedkope woning kopen op de privémarkt, omdat ze geen sociale woning of betaalbare huurwoning vinden.Ze beschikken echter niet over de fondsen of financieringsmogelijkheden om de nodige renovaties op korte termijn uit te voeren.) de woonkwaliteit en energieprestatie van hun woning kunnen verbeteren. Vlaanderen telt maar liefst 119.000 noodkopers. Nu Vlaanderen over een innovatief derde-betalerssysteem beschikt, volgt de uitdaging om hen op termijn allemaal te helpen. Zo zou de volgende Vlaamse regering het budget van het rollende fonds meteen gevoelig kunnen optrekken. Zelfs een vertienvoudiging, naar 155 miljoen euro voor een hele regeerperiode, is niet onrealistisch. Tenslotte gaat dat over een tiende van het bedrag dat in Vlaanderen jaarlijks naar de woonbonus gaat, waarvan elke expert zegt dat die grotendeels terechtkomt bij gezinnen die wel financiële ruimte hebben. Het is alvast een zeer concrete maatregel die ecologie en sociale gelijkheid met elkaar probeert te verzoenen.

Rekenen.

De liberalen lieten ook enkele van hun voorstellen rond klimaat doorrekenen door het planbureau. Totale kostprijs: 227 miljoen euro. Belangrijkste maatregelen gaan over het btw-tarief. De Open VLD wil het tarief op sloop en heropbouw verlagen van 21 naar 6 procent, net als het tarief op energiezuinige investeringen bij nieuwbouw. Wanneer ze deel zouden uitmaken van de volgende regering waarvan ook de christendemocraten deel zouden uitmaken, zullen ze alvast een partner vinden. 

We vinden nog een aantal aanbevelingen van het Panel voor Klimaat en Duurzaamheid terug in het CD&V-programma. De christendemocraten willen de woonbonus omvormen tot klimaatbonus : de bonus moet voortaan gunstiger zijn voor woningen die energiezuinig zijn of binnen een termijn van vijf jaar na transactie energiezuinig zijn gemaakt. Aan bestaande engagementen wordt niet geraakt. Samen met de liberalen willen ze een definitie van cohousing in de wooncode, zodat deze vorm van wonen een sterker juridisch draagvlak krijgt.

In lijn met de maatregel die Lydia Peeters nog goedkeurde:  CD&V wil steun voor minstens 25% van de energetische renovatiekost (van een doorsneewoning) voor een modale woning die drie energiemaatregelen doorvoert. Ook de verlaging van BTW voor afbraak en heropbouw tot 6% staat in hun programma. Ze willen daarenboven voor eigen deur vegen en overheidsgebouwen planmatig klimaatneutraal maken. De plannen ter zake werden niet doorgerekend door het Planbureau.

Op het vlak van mobiliteit krijgen fiets en openbaar vervoer wat aandacht. Zo wil CD&V 300 miljoen investeren in fietsinfrastructuur, zien ze fietssnelwegen als een dossier van groot algemeen belang, krijgt elke centrum stad een fiets-GEN en willen ze zoveel mogelijk kruispunten conflictvrij maken. 

Ook Open-VLD wil de fiets als vervoersmiddel opwaarderen en wil het budget aan fietsinvesteringen verdubbelen. Ze willen dat alle treinstations en knooppunten van deelmobiliteit uitgerust worden met fietsdeelsystemen, die ook interoperabel zijn. We verlagen het btw-tarief voor alle deelfietssystemen naar 6%.

CD&V wil elk jaar 460 miljoen extra per jaar investeren in openbaar vervoer. De liberalen willen het openbaar vervoer ten dele liberaliseren en verwijzen hiervoor naar het Nederlandse voorbeeld: In Nederland hebben de regionale OV-concessies geleid tot een kwaliteitssprong. Spoorlijnen die de NS – de Nederlands Spoorwegen – te duur vond om te exploiteren, bleken plots toch bijzonder rendabel te kunnen zijn. Kwaliteitsvol materieel en een klantgericht aanbod zorgden voor een enorme reizigersgroei.

Over uitbreiding ervan in tijd en ruimte wordt in beide programma's weinig verteld.

De maatregelen qua mobiliteit hebben een breed draagvlak. Alle partijen willen er middelen voor uittrekken, maar de historische achterstand in Vlaanderen ten opzichte van bijvoorbeeld onze noorderburen is enorm. 

Bruno Iserbyt

Climaxi’s conclusie: "Ondanks een aantal aarzelende interessante aanzetten tot het begin van een klimaatpolitiek beoordeelt Climaxi de partijprogramma’s van CD&V en Open-VLD als onvoldoende om een echte ommeslag te maken die verdere verdroging en verhitting van Vlaanderen kan vermijden. Technisch worden een paar interessante ideeën aangedragen, maar van de 27 actiepunten van het Klimaatpanel (https://www.klimaatpanel.be/nl/resultaten) worden er amper 3 beantwoord. Qua huisvesting wordt er beslist nog wat verteld, maar wat beton- en boomkapstop betreft is het huilen met de pet op. Vooral het ontbreken van een degelijk plan voor beter en goedkoper openbaar vervoer zorgt er voor dat de klimaatdoelstellingen nooit kunnen gehaald worden. Het privatiseren ervan leidt volgens ons tot nog meer onveiligheid (zie Groot-Brittanië), comfort en houdt een echte afbouw in zich in plaats van een uitbreiding."