Klimaat en biodiversiteit
In een wereld die verglijdt door populisme, verkleutering, hebzucht en ongelijkheid waakt een mens al eens op, midden in de nacht, met vraag: kan het allemaal goed komen? Is er een uitweg voor de mensheid? Waar haal ik in ‘s hemelsnaam wat hoop vandaan?
Op die eerste twee vragen antwoorden kan ik niet. Ik ben ook maar een gemuteerde aap met tunnelvisie. Maar die laatste vraag, daar kan ik alvast op antwoorden: uit wetenschap.
Pas op. Ik wil dat u me goed begrijpt, lieve lezer. Hiermee bedoel ik niet het eco-modernistisch gezwam, dat het aura van de wetenschap misbruikt om gevaarlijke geloofsartikels te verspreiden als zou technologische innovatie ons per definitie redden zonder dat we aan de samenleving moeten sleutelen.
Neen neen. Met wetenschap bedoel ik de praktijk en methodes beoefend door gedreven mensen die hun hele lang op zoek zijn naar feiten, data, kennis en daar zo in opgaan dat ze allerlei maatschappelijke conventies negeren die een taboe kunnen zetten op opinies. Het gaat om mensen die meer dan 100 jaar geleden voor het eerst wezen op de gevaren van klimaatverandering door CO2.
Een splinter in het zelfbewustzijn van de mensheid die ondanks alle merchants of doubt, simplistische media of ideologische scherpslijperij dieper en dieper doordrong.
Dat is de kracht van wetenschap.
Dit lag ik te bedenken, terwijl de rode cijfers van de wekker 04.39 schenen door het nachtelijke duister, na het lezen van een nieuw rapport dat verscheen op 10 juni. Dit rapport is het resultaat van een samenwerking tussen 50 top-wetenschappers werkzaam in zowat de minst vrolijke domeinen van onze tijd: klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. Een samenwerking tussen het alom bekende International Panel on Climate Change (IPCC) en het helaas veel minder bekende Intergovernmental Platform on Biodiversity and Ecosystems Services (IPBES).
De urgentie hiervan blijkt uit de conclusies van de conferentie: klimaatverandering en biodiversiteitsverlies zijn nauw met elkaar verweven. In twee richtingen: het ene veroorzaakt met het andere. Het is zelfs zo, stellen de wetenschappers, dat acties op het ene domein schade op het andere kunnen veroorzaken als ze niet samen gebeuren. Complexe systemen kan je niet in geïsoleerde domeinen aanpakken.
In hun conferentie kwamen de wetenschappers tot 41 punten die aantonen hoe de strijd tussen klimaatsverandering en biodiverstiteitsverlies onderling met elkaar veronden zijn of wederzijds impact kunnen hebben. Het leest als een droog mitrailleurvuur aan waarschuwingsschoten richting beleid.
Sinds de laaiende inferno’s van Australië vorig jaar, weten we dat klimaatverandering een verhoogd risico op bosbranden met zich meebrengt. Maar ook verzuurde oceanen door toegenomen CO2 opname, smeltende ijslandschappen, verwoestijning kunnen het gevolg zijn van klimaatverandering. Naar schatting 77 % van het landareaal en 87 % van de oceaan zijn veranderd door menselijk ingrijpen. Deze historische druk op het landschap neemt enkel maar toe door klimaatverandering.
Ondanks dat staat de natuur nog steeds in voor de afvangst van 50% van door gecreëerde CO2- uitsoot. Soms met negatieve gevolgen. Want zoals hierboven reeds aangehaald kan de verhoogde opname de adapatieve eigenschappen van ecosystemen overbelasten. Zo raken de oceanen verzuurd door toegenomen CO2 afvangst.
Omgekeerd zorgen tanende natuurlijke landschappen voor toegenomen klimaatrisico’s.
Methaanbellen die vrijkomen als permafrost verdwijnt, afkoelende weerkaatsingseffecten door grote polaire landschappen die afnemen, minder CO2 afvangende bomen… zijn de klassiek bekende varianten van impact van verlies van landschapsvariatie.
Aangezien beide zaken samenhangen, zo stellen de wetenschappers, moeten de oplossingen ook ‘holistisch’ zijn. Oplossingen mogen niet geïsoleerd gebracht worden, omdat een oplossing in het ene domein, soms net voor problemen in het andere domein zorgt. Daar waar mogelijk, moeten biodiversiteit, klimaat en menselijke levenskwaliteit samen aangepakt worden.
Zo kan het aanplanten van bio-energetische gewassen in grote monoculturen net heel wat negatieve neveneffecten hebben op biodiversiteit en op de diversiteit aan diensten die complexere ecosystemen aan mensen kunnen leveren. Maar ook technologische projecten zoals het mijnen van de zeebodem of offshore energieprojecten of dammen kunnen een zeer verstorende impact hebben op biodiversiteit.
Speciaal voor Vlaanderen geschreven, lijken de opmerkingen over de gevaren van eenzijdige klimaatadaptatie maatregelen op het landschap. Net hetgeen waar Vlaanderen het zwaarst op inzet met de Europese relance-fondsen.
Bovendien mogen natuurlijke oplossingen geen schaamlapje zijn om kernproblemen als overconsumptie, energieverspilling, het gebruik van fossiele brandstoffen etc niet aan te pakken, zo stelt het rapport. Natuurlijke oplossing, technologische oplossingen en maatschappelijke oplossingen moeten elkaar aanvullen om tot reële resultaten te leiden. Zo kan een verandering in het menselijke dieet substantiële bijdragen leveren in het verminderen van landgebruik door de mens en in de mogelijkheid natuurlijke landschappen te herstellen. Ook het verminderen kan consumptie kan de druk op zowel klimaat als biodiversiteit doen afnemen.
Kortom, een van de voordelen van goeie wetenschappers is dat ze droog en niet gehinderd door politico-strateigsche wenselijkheden van allerlei aard hun zaken zeggen. En in de geest van Leo Apostel kan ik alleen maar met vreugde interdisciplinaire samenwerkingen en holistische benaderingen toejuichen. De werkelijkheid is 1 geheel en trekt zich immers geen fluit aan van beleidsdomeinen, vakgroeponderverdelingen etc. Maar daarom zou ik graag eens de wetenschap willen aanmoedigen om een stap verder te zetten. Want het probleem met dit soort technisch-wetenschappelijke analyses en voorstellen is dat ze een aantal domeinen ontberen. Zo’n interwetenschappelijke panels zouden ook topfilosofen, topsociologen, politieke wetenschappers etc moeten bevatten (economie is, zoals wetenschapsfilosoof Daniel C Dennett duidelijk stelde, actueel geen wetenschap) zodat er enerzijds op een veel breder onderbouwde manier, nog veel holistischere voorstellen kunnen worden gedaan. Die nog ruimer aspecten van de werkelijkheid betrekt in de analyse (macht, conformisme, cultuur...) en daarmee ook de speelruimte kleiner maakt voor allerlei figuren om de ruimte tussen de zogenaamde ‘wereldvreemde wetenschap’ (aldus populisten) en de ‘werkelijkheid’ (aldus zelfde populisten).
Sammy Roelant