Stem voor het klimaat
De laatste jaren blijft een keiharde tegenstelling ons en de planeet achtervolgen: de klimaatverandering wordt elk jaar duidelijker, maar de politieke en maatschappelijke wil om er iets aan te doen zakt. Maatregel na maatregel wordt teruggeschroefd en bij kiezers zakken ecologie, klimaat en natuur op de rangschikking van prioriteiten die de kiezer zich stelt. Op 9 juni gaan we naar de stembus en de vrees bestaat dat de verkozen parlementen internationaal flink naar rechts zullen opschuiven. Voor ecologie en klimaat is dat geen goed nieuws.
Climaxi is sociaal en ecologisch en werkt via bewustmaking en het organiseren van mensen aan maatschappelijke verandering in deze zin. We geloven er niet in dat we binnen de huidige neoliberale structuren aan de klimaatwijziging wat kunnen doen: je kan hier en daar een boom planten, bij wijze van spreken, maar de grote spelers op industrieel vlak blijven buiten schot. Dat willen we veranderen door gezamenlijke actie van groepen mensen, met een sterke betrokkenheid van diegenen die arbeid leveren binnen dit productiesysteem. Wat wij niet doen is anderen aansporen om hun leven individueel te verbeteren, met belgerinkel naar de winkel te gaan of meer truien aan te trekken. Andere organisaties doen dat en verdienen ons respect, maar wij denken dat de sleutel tot verandering niet het individueel gedrag is. Dat kan gewoon cijfermatig al niet. Als je deze overtuiging behartigt, dan kan je niet anders dan ook bij verkiezingen je mond open te doen.
Internationale toestand
De catastrofe is namelijk meer dan duidelijk: we kennen stijgende droogteperioden en overstromingen in eigen land en zijn er actief rond: bijvoorbeeld wat de Dender betreft in Oost-Vlaanderen, stijgende zeewaterspiegels… Op heel wat plaatsen toonde ons bloedonderzoek aan dat mensen te hoge PFAS-waarden in het bloed hebben, storten lekken als een zeef en de uitstoot van industrie wordt nauwelijks aan banden gelegd. De prijs van de olijfolie, koffie en chocolade schieten de lucht in door klimaatproblemen bij de kweek. Wat wij meemaken dat zijn dan nog peanuts: in Porto Alegre (de stad die jaren de gastvrouw was van het Wereld Sociaal Forum, een internationale coalitie van honderden sociale bewegingen uit de ganse wereld) staat het water op dit moment van schrijven tot boven de huizen. Er zijn al meer dan honderd doden en de wederopbouw wordt aartsmoeilijk. Sommige dorpen zijn gewoon van de kaart geveegd. In Botswana dreigen ganse kudden nijlpaarden te sterven omdat ze vastzitten in de door hittegolven opdrogende moerassen. Ook Kenya wordt hard getroffen door overstromingen: honderden mensen zijn er dakloos.
Dit gebeurt allemaal in een wereld waarbij vanaf 2019 het klimaatthema redelijk ernstig genomen werd. Er waren de jongerenbetogingen en markante figuren als Greta Thunberg en haar generatiegenoten. De wereld leek even wakker te schieten en de politiek zinnens om het probleem op te lossen. Tegelijkertijd was de ruk naar rechts merkbaar. We komen nu op een punt waarbij zelfs het weinig dat in het verleden op de helling stond, dreigt afgezwakt of afgeschaft te worden. Ja, dit klinkt pessimistisch, maar het is nooit te laat om je daar tegen te verzetten, ook in de stemlokalen.
Europa
De sociaaldemocratische fractie in het Europees parlement (PES) was relatief tevreden met de uitslag van de vorige Europese verkiezingen. Ze verloren weliswaar zetels en de winst van de Groenen (Groenen/EVA) was minder groot dan men na de klimaatprotesten konden verhopen. Er kwam evenwel een centrum-linkse meerderheid van sociaaldemocraten, Europese liberalen (Renew) en de christendemocratie (EVP).
Fredi De Ville, prof Europese politieke economie aan de UGent, zegt in het recente nummer van het tijdschrift Sampol: “Sociaaldemocratische onderhandelaars gebruikten de macht die ze ontleenden aan het feit dat hun groep nodig was om Von der Leyen in het zadel te helpen om veel linkse voorstellen te verwerken in het programma van de nieuwe Commissie. De eerste twee van zes grote werven van de nieuwe Commissie waren niet toevallig thema’s om de sociaaldemocraten mee te paaien: de Green Deal en een ‘economie die werkt voor de mensen’. Het grote Europese project van de voorbije vijf jaar was de Europese Green Deal, waarbij de EU zich er wettelijk toe verbond tegen 2050 volledig klimaatneutraal te zijn en al in 2030 de uitstoot met minstens 55% te verminderen in vergelijking met 1990. Om die ambitieuze klimaatdoelstellingen te bereiken, werd een omvangrijk pakket aan maatregelen aangenomen. Die beperken zich niet tot het strikte milieubeleid. De EU zette een Just Transition Mechanism op dat onder meer via financiële steun de verliezers van de klimaattransitie moet bijstaan. Er werden flankerende instrumenten opgetuigd in het handels- en industrieel beleid om te vermijden dat de Europese klimaatinspanningen zouden leiden tot een verlies aan industriële activiteit en werkgelegenheid. Zo heeft de EU een koolstofgrensmechanisme (CBAM) ingevoerd om ervoor te zorgen dat producenten van buiten de Unie die hun goederen hier willen verkopen eenzelfde prijs voor de uitstoot van CO2 betalen als Europese fabrikanten. De EU nam wetten aan die de verkoop op haar markt verbiedt van producten die zijn vervaardigd via dwangarbeid of op een manier die bijdraagt tot ontbossing. Er komt wellicht een zorgplichtwet die grote bedrijven dwingt om ervoor te zorgen dat er over de hele aanvoerketen waar ook ter wereld geen mensenrechtenschendingen of milieuschade plaatsvinden.”
Voor Climaxi en andere milieubewegingen was het te weinig en de Europese Unie faalde op veel andere vlakken, maar goed, je kon tenminste actievoeren om dingen aan te scherpen in plaats van ze te moeten tegenhouden.
Reactie
Al even snel kwam de reactie op gang. De landbouwstrategie ‘Farm to Fork’ moest het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen halveren voor 2030. Ook het gebruik van antibiotica en kunstmest moet wat de Commissie betreft fors teruggedrongen worden. Zo ver kwam het nooit. Farm to Fork koos vooral voor technologische vernieuwing en stimuleerde op die manier de industriële en grootschalige landbouw. De kleintjes kwamen er bekaaid vanaf. De Green Deal was in hetzelfde bedje ziek: veel bedrijfssteun en technologie, weinig aandacht voor de gewone mensen die ook deze veranderingen moesten ondergaan (bijvoorbeeld rond steun voor energiearme woningen en wagens…).
De internationale groep Citizens’ Observatory volgde de Green Deal van dichtbij op en analyseerde de financiering ervan. Van de 800 biljoen euro, die nodig was, is nooit wat gekomen, ondanks het feit dat men ging lenen en ook de centen meetelde die private investeerders op tafel legden. De oorzaak daarvan is de verdeling van de centen zelf. De Europese Investeringsbank investeerde 4,5 biljoen in industriële investeringsprojecten, terwijl er maar 60 miljoen ging naar Just Transition-projecten, die de financiële kracht van de bevolking ondersteunden. Er werd 300 miljoen geleend onder de ‘Public Sector Loan Facility’ met als een van de drie projecten: de financiering van een ski-ressort. Eén biljoen ging naar de bouw van een superbatterij Northvolt in Zweden.
Citizens’ Observatory besluit: “De Europese investeringsstrategie is te gefocust op het ondersteunen van technologische innovatie en niet op de verandering van het economisch model zelf. Het gaat dikwijls over grote infrastructuurprojecten van bedrijven die al grote winsten maken en niet effectief zijn in immissie-beperking. Sommige hebben zelfs een belangrijke negatieve milieu-impact.”
Hoe komt dat?
Uiteraard hebben bedrijfs- en andere lobbygroepen een stevige invloed: als ze zich verzet hebben tegen bepaalde maatregelen, stoppen ze niet eens die goedgekeurd zijn. Na afloop doen ze hun best om beslissingen terug te draaien of te minimaliseren. De sociale bewegingen kunnen er nog van leren. Sarah Geuens, Onderzoeker aan het Centre for Environment, Economy and Energy van de VUB, analyseert dit in hetzelfde nummer van Sampol: “Geld dat wordt geïnvesteerd in de oorlogseconomie kan niet opnieuw worden vrijgemaakt voor de transitie, en het verzet tegen verdere klimaat- en milieumaatregelen groeit vanuit verschillende hoeken. Het verlies van politiek momentum voor meer klimaatactie werd duidelijk door de verschillende boerenprotesten en de reactie erop in het voorjaar van 2024. Belangrijke dossiers van de Europese Green Deal zoals de Natuurherstelwet werden tegengehouden. Deze wetgeving heeft tot doel de snelle achteruitgang van de Europese natuur tegen te houden door middel van bindende streefdoelen voor het herstel van de natuur. Gezonde natuur is enorm belangrijk voor de Europese voedselproductie, de bescherming tegen gevolgen van de klimaatverandering, en het absorberen van CO2 uit de atmosfeer. Niettemin werd de Natuurherstelwet meermaals afgezwakt in de besluitvormingsprocedure, en ondanks de lagere ambitie, blijven politici de wet tegenhouden.”
Daar komt, door opeenvolgende crisissen nog de verschuiving bij in de publieke opinie, die na de pandemie, oorlogen en energieschokken eerder kiest voor veiligheid en inkomenszekerheid als verkiezingsthema.
Surrealistisch détail: Europese landen namen wel ingrijpende maatregelen tegen klimaatprotesten. In Duitsland kunnen activisten preventief worden opgesloten, in Nederland worden ze massaal gearresteerd, en in Frankrijk worden ze onderzocht in het kader van antiterrorismewetgeving. Ondanks de meestal vreedzame vormen van protest, worden deelnemers hardhandig aangepakt.
Begrotingsronde
Alsof dat nog niet genoeg is, mag men zich ook verwachten aan scherpere conflicten tussen al deze politieke prioriteiten (klimaat, versterking defensie, inkomenszekerheid) door het verder aanscherpen van het Europees begrotingsbeleid. Na wat soepelheid tijdens corona en de energiecrisis wil Europa opnieuw de geldbeugel van de lidstaten in het oog houden. Het ABVV zegt: “Volgens het Planbureau en het Brueghel Instituut zou dit voor België een extra jaarlijkse begrotingsinspanning betekenen van minstens 1% van het bbp, gecumuleerd over een periode van vier jaar. Dat is meer dan 4% van het bbp tussen nu en 2029. Op basis van een bbp dat geraamd wordt op 600 miljard euro in 2029, zal de inspanning dus tussen 25 en 30 miljard euro bedragen. De besparingen zouden in 2025 uitkomen op 7 miljard euro en geleidelijk stijgen om in 2029 de 30 miljard te benaderen. Dit zou één tiende vertegenwoordigen van het totale budget van de federale overheid in 2029. De helft van dit budget gaat naar sociale zekerheid. In 2023 zal jaarlijks €70 miljard worden uitgegeven aan pensioenen en €15 miljard aan ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. 30 miljard besparen betekent dus per definitie een aanslag op de welvaartsstaat. Wat voor samenlevingsmodel streef je na waarin de rekening misschien kan kloppen, maar waar een bevolking leeft in onzekerheid en armoede?” vraagt Miranda Ulens.
Filosoof Robrecht Vanderbeeken zegt tegen de website Apache: “De natuurherstelwet? Allicht afgevoerd. De zorgplichtwet? Uitgekleed. Die wet verplicht bedrijven voorzorgen te nemen tegen mensenrechtenschendingen, sociale wantoestanden en milieuschade bij internationale samenwerkingen. Na jaren onderhandelen geldt verantwoord ondernemen nu slechts voor bedrijven met meer dan 5.000 werknemers en enkel ten opzichte van directe leveranciers. Niet voor waar de meeste problemen zitten: stroomafwaarts in de aanleveringsketen. Risicosectoren zoals textiel, mijnbouw, landbouw en de financiële sector (!) zijn alvast vrijgesteld. Winst primeert, ethiek mag geen obstakel zijn? Maar hoe vrijer de markt, hoe strakker het Europees keurslijf voor elk overheidsbeleid. Europa gaat prat op een democratisch imago, tegelijk laat het lidstaten weinig beleidsmarge.”
Jarenlang al zorgen politici voor de rijkere medeburger: belastingschijven voor de allerrijksten werden beperkt tot 50% terwijl die in de jaren tachtig nog 70% bedroegen, een noemenswaardige vermogensbelasting komt er maar niet en de immense subsidievloed naar grote bedrijven (gratis emissierechten, kortingen bij aanwervingen, garanties à la Ineos…) houdt aan. Al jaren is de pot die het gelag moet betalen de sociale zekerheid, lees het welzijn van iedereen dat we op de koop toe grotendeels zelf betalen via onze belastingen. Belastingdruk is een relatief gegeven: onze personenbelasting behoort dan wel tot de allerhoogste, wat bedrijfsbelastingen betreft laten we de VS, Canada, Duitsland, Frankrijk en Spanje voorgaan.
Vivaldi en Vlaanderen
De rol van de federale overheid rond klimaat en milieu is redelijk beperkt. Er zijn de uitdagingen rond openbaar vervoer wat de NMBS betreft, fiscale groene of sociale hervormingen, productnormen en het invullen van openbare diensten. Weinig mensen staan echt te springen van de resultaten die de federale regering boekte. Meest opvallend zijn de investeringen in het spoor van Ecolo-vicepremier Gilkinet. Hij voorzag miljarden om het spoor de komende tien jaar weer op het spoor te brengen, maar het duurt nog jaren voor we daar iets van zien. Er gaat geld naar stiptheid, ochtend- en avondtreinen, betere tariefstructuren en het spoor wordt de eerste tien jaar niet geprivatiseerd. Er werden ferme principes goedgekeurd, maar de uitvoering laat op zich wachten. Het uitstel van de kernuitstap door Van Der Straeten was voor vele ecologisten een domper in het federaal beleid, ook al werd die gecompenseerd door stimulansen voor hernieuwbare energie, waarvan de winsten op hun beurt grotendeels weer belanden in de zakken van de multinationals.
Klimaat kan niet zonder sociale rechtvaardigheid en ook op dit vlak hadden we duidelijk een aanzet tot verandering willen zien: we vragen al lang inkomenszekerheid voor arbeiders die hun job verliezen door klimaatproblemen. Dat is niet meer dan terecht: als er mensen hun job verliezen in de petroleumsector, dan is het niet meer dan normaal dat ze aan dezelfde voorwaarden ergens anders kunnen gaan werken. Dat moet in interprofessionele CAO’s ingeschreven worden.
Op internationaal vlak volgde de Vivaldi-regering zoveel als mogelijk de maatregelen vanuit de Europese Unie. Ze onderschreef de 55 % reductie van broeikasuitstoot tegen 2030, maar raakte internationaal niet verder door de voortdurende blokkade vanuit Vlaanderen. Samen met de N-VA en conservatieve bondgenoten kwam Demir wel op voor de Vlaamse natuur, maar dit diende te gebeuren zonder al te veel stro in de weg te leggen van het neoliberaal model: elke stellingname in Europa werd geblokkeerd door Vlaanderen. België diende zich daardoor te onthouden bij veel concrete uitweringen van de Green Deal. Voor de N-VA had dit verschillende voordelen: de partij kon tonen dat België niet werkt, hoopte opnieuw meer rechtse kiezers aan te trekken en behield de gunstige relaties met ondernemersgroepen als het VOKA. Zelfs de verdeling van de inspanningen tussen de verschillende Belgische gemeenschappen werd vakkundig gesaboteerd. Geen probleem voor de N-VA: de boetes vanuit de Europese Gemeenschap worden betaald door België en niet door Vlaanderen. Vlaanderen kan dus ongeremd dwarsliggen en de kosten daarvan, via de federale overheid doorschuiven naar de andere gemeenschappen. Over transfers gesproken!
De echte bevoegdheden rond vergunningen en regelgeving ligt op Vlaams niveau. Voor Climaxi blijven de zaken hier problematisch. De omgeving van Minister Demir was weliswaar opener in de dialoog naar ons en andere sociale bewegingen toe en betekende zeker een verbetering tegenover het beleid van Joke Schauvlieghe. Aan de concrete wetgeving rond giftige stoffen als PFAS, aan de actualisering van de Vlarem-normen, de teloorgang van De Lijn, het ontbreken van een afvalbeleid… werd niets veranderd. Bovendien holde deze Vlaamse Regering snel de grote boerenorganisaties achterna in het akkoord dat na de protesten gesloten werd. In de overeenkomst tussen Vlaamse Regering en de grote boerenorganisaties (de kleintjes werden aan de deur gezet) staat: “Europese klimaatdoelstellingen 2040: de Vlaamse Regering zal niet akkoord gaan met en desnoods een tegenstem uitbrengen tegen het voornemen van de Europese Commissie om een klimaatdoelstelling van 90% tegen 2040 goed te keuren en roept de andere regeringen in dit land op om dezelfde houding aan te nemen zodat BE maximaal kan wegen op de Europese besluitvorming; daarenboven zal VL elke versoepeling die door de EU toegelaten wordt, voor alle sectoren overnemen vanuit het principe ‘no gold plating’.’
Vlaanderen zal dus ook in de toekomst, met deze meerderheid, elke poging om tot een Europees klimaatbeleid te komen blijven saboteren. En van die Europese maatregelen zijn wij niet altijd fan, dat is genoeg geweten. Maar je moet ze verbeteren en socialer maken in plaats van de doelstellingen ervan te verwerpen. En een socialer beleid lijkt niet in de agenda van de huidige Vlaamse regeringspartijen te passen.
Filip De Bodt
Deze tekst komt uit ons Climaxi Magazine zomer 2024. Wil je er ook één ontvangen? Wordt dan lid door minimum 10 euro te storten op onze rekening BE40 0016 3236 1163.
Kom je graag mee discussiëren over een sociaal klimaatbeleid na de verkiezingen? Climaxi organiseert een klimaatconferentie op 22 juni in De Wattenfabriek in Herzele. Meer info vind je hier.