FSC en het greenwashen van houtpellets
Het verbranden van hout is een nieuwe trend in energiecentrales maar een grote bedreiging voor bossen en wouden. Over heel de Europese Unie wil men de doelstelling van 20% hernieuwbare energie in 2020 behalen door allereerst in te zetten op bio-energie, hoofdzakelijk wil men dit bereiken door het verbranden van hout. In de VK alleen al, hebben bedrijven aangekondigd om te investeren in biomassa energiecentrales. Indien deze centrales er komen, zijn ze verantwoordelijk voor het kappen van 66 miljoen ton hout per jaar, tot nu toe produceert VK al 10 miljoen ton hout per jaar.
Onder de leiders in deze groeiende markt bevinden zich de grootste Europese energie bedrijven zowel RWE, R On en Vattenfall – de drie grootste Europese CO² vervuilers van de verbranding van fossiele brandstoffen – maar ook GDF Suez, Drax en Dong Energy.
Van kolen naar houtpellets.
In het Verenigd Koninkrijk, is Drax Plc – eigenaar van de nationaal grootste kool energiecentrale – het proces gestart om de helft van haar capaciteit te investeren in hout pellets. Daarom zal het pellets moeten verbranden van bijna 15 miljoen ton groen hout per jaar. Dat is 1.5 keer de totale productie hout in het VK op jaarbasis. En nu al verbrandt Drax meer hout dan één ander bedrijf in VK. Het merendeel van de hoeveelheid hout pellets komt van Brits Colombia en het zuiden van VS. Dit zijn twee regio’s met een hoge biodiversiteit. Het kappen van deze gebieden is rampzalig voor de aanwezige ecosystemen. Zoals andere bedrijven in de biomassaindustrie, wil Drax praten over het gebruik van zaagsel en houtresten. De omvang van houtresten kan nooit groot genoeg zijn om te voldoen aan de groeiende vraag voor biomassa van Europa. Daarbij komt dat Drax de verbranding van pellets van traag groeiende bomen met weinig schors gebruikt. Resten bevatten te veel schors en brengen schade toe aan boilers.
Ook andere energie bedrijven bouwen kool energiecentrales gedeeltelijk of volledig om tot biomassa centrales.
Hierdoor kan men soms de sluiting van het bedrijf voorkomen omdat men onder de nieuwe EU wetgeving Europese subsidies kan innen voor bio-energie. Zo verxacht men bijvoorbeeld dat E.On in VK, de grootste kool verbrandingsenergiecentrale, volgend jaar sluit. Om dat op te lossen is E.On van plan om een
koolverbrandingsenergiecentrale in het zuiden van Frankrijk om te bouwen tot een centrale voor het verbranden van hout, tegen alle plaatselijke belangengroepen in. Buurtbewoners, milieu organisaties en lokale autoriteiten hebben al laten weten faliekant tegen de bouw van de nieuwe energiecentrale te zijn. Het bedrijf zelf hoopt op die manier subsidies te krijgen
Verbranden van biodiversiteit
De EU produceert 50% van alle hout pellets wereldwijd, maar verbrandt er 70%. Daarbij komt dat de import snel aan het stijgen is. Ongeveer het grootste deel van de import van alle EU hout pellets komt van (Zuid) VS en Canada, gevolgd door de import van Rusland, Oekraïne en Belarus (uitgezonderd de handel binnen Europa, waar de Baltische staten de grootste exporteur naar andere landen zijn). In het zuiden van VS hebben NGO’s aangetoond dat de grootste hout pellet producent Enviva zijn hout voor het grootste deel haalt uit het omhakken van bottomland hardwood wouden – één van de meest gematigde bio-diverse wouden en zoetwater ecosystemen wereldwijd.
FSC: greenwashen van het imago van de grote biomassa industrie
Waar komt het FSC label in dit grote verhaal binnen? Het is duidelijk dat de biomassa industrie een probleem heeft met zijn imago. BBC, Daily Mail, Wall Street Journal en andere media tonen aan dat de productie van biomassa bij Drax verwikkeld is bij het kappen van US wetland wouden. Een recent rapport van VK overheid nevestigt dat de impact van elektriciteit uit biomassa groter is voor het klimaat dan de impact van elektriciteit uit kolen, wat het imago van de betrokken industrie niet helpt. In een brief waarschuwen 41 Amerikaanse wetenschappers voor het gevaar waaraan wouden in het zuiden van VS worden bloot gesteld. En om de feiten voor bedrijven nog erger te maken, vormt er zich een groeiende groep van burgers om de individuele biomassa energiecentrales te stoppen.
Zoals men kon verwachten azen energie bedrijven en pellet producenten op vrijwillige certificeringprocedures om hun imago op te krikken.
De overheid in VK is niet alleen de grootste importeur van hout pellets wereldwijd maar heeft de intentie om de eerste nationale overheid te worden om bindende duurzame standaarden in te voeren voor biomassa broeikasgassen, vanaf april 2015 (uitgesteld vanaf oktober 2013). De voorgestelde standaarden zijn sterk bekritiseerd door NGO’s, niet in het minst omdat ze de omvang van CO² uitstoot die geassocieerd wordt met bioenergie negeren. Naargelang de draft van de duurzaamheidsstandaarden zal hout gecertificeerd moeten worden door FSC of PEFC ontwerp. Gecontroleerd en gecertificeerd hout zal tot 30% meer kosten. Terwijl bepaalde NGO’s erop staan dat het FSC label superieur is aan andere hout certificeringsontwerpen en het enige dat erkend moet worden, komt het FSC label op zich niet tegemoet aan alle grote criteria waaraan een certificeringslabel binnen het Europese beleid zou moeten voldoen.
Voorlopig zal het full-FSC hout certificeringsmanagement geen grote rol spelen in de import van EU pellets uit de VS. In het zuiden van de VS, waar de grootste pellet exporteurs wereldwijd gevestigd zijn, gebruiken maar enkelingen het FSC label. Dit is te wijten aan het feit dat 87% van wouden en plantages in regio private eigendom zijn. Waarbij familiale eigendommen tot 57% voor hun rekening nemen in de regio met 3 miljoen eigenaars waarvan ieders 9 hectaren of minder bezit. Kleine eigenaars zijn veel minder geneigd om te betalen voor extra certificatie. Energie bedrijven zijn daarom verplicht hun eigen rapporten en onderzoeken te doen om de oorsprong van het hout van de pellets te laten voldoen aan de certificeringsstandaarden, ook al voldoet het hout niet aan deze standaarden.
Gecontroleerde greenwashing van hout
Voor de bedrijven komt de FSC Controlled Wood procedure zeer handig uit. Deze procedure wordt door FSC gebruikt om hout aan te duiden dat niet in de full-FSC certificaten zit. Controlled Wood geeft de minimumstandaarden aan die moeten gerespecteerd worden als men een gemixte (FSC én niet FSC) houtsamenstelling gebruikt. Controlled Wood hout in gemixte producten hebben dus nog véél minder ecologische garanties dan het eigenlijke label.
Enviva had geen probleem om al zijn pelletmolens gecertificeerd te krijgen via de Controlled Wood procedure, ten koste van alle bewijs dat hen linkt met het boskappen van zeer bio-diverse wouden. Volgens het Bureau Veritas, de consultants die certificeren, is er maar een klein risico verbonden aan het management van activiteiten in beschermde regio van de bedreigde biodiversiteit. Het sterke wetgevingssysteem om wouden te beschermen in de VS volstaat volgens het Bureau, en daarbij houdt het ombouwen van wouden tot plantages in deze regio niet veel risico in. De vaststellingen van Bureau Veritas zijn opmerkelijk. Ten eerste zijn er virtueel geen beperkingen aan het omkappen van private eigendom (in het geval van het zuiden van VS bijna 90% van het woud), daarnaast is er ook geen wetgeving voor wetlands in het zuiden van VS. Enkel kleine delen van het originele bottomland hardwood forest blijft beschermd in het zuiden van VS door zijn hoge biodiversiteit.
De Amerikaanse overheidsdienst Forest, aan de andere kant, geeft in zijn rapport ‘Southern Forest for the Future’ toe dat “Eigenaars van bossen hebben aangegeven dat ze een sterke neiging hebben om natuurlijk gegenereerde bossen om te vormen tot aangeplante dennenbossen na het oogsten. Hieraan is een sterke investeringsvraag verbonden die gelinkt is met de vraag voor houtproducten op de markt.”
Beboste kustvlaktes zijn het grootste doelwit van Enviva. Het rapport waarschuwt verder voor: “Onder invloed van grote vraag kan aangeplante den in de toekomst expanderen met 28 miljoen hectaren – van 39 miljoen hectaren in 2010 tot 67 miljoen hectaren in 2060, of van 19 tot 34% van de beboste regio’s – waarvan het grootste deel komt van het ombouwen van natuurlijke dennenbossen na het oogsten.”
Dus, terwijl pellet producenten en energie bedrijven een nieuwe vraag aan het creëren zijn voor hout, wordt het FSC label gebuikt om er politieke legitimiteit mee te verwerven. Enviva’s Controlled Wood Certificate – verworven via het overduidelijke negeren van de extreem zwakke Controlled Wood standaarden – illustreert dat de werking van het FSC label medeplichtig is aan deze inspanningen.
Almut Ernesting, BiofuelWatch, Augustus 2014
Bewerking en vertaling: Katrin Vandentroost/Filip De Bodt