Doel 1 en 2 langer open en WKK’s gesloten
We schreven het al eerder: de hetze rond een mogelijke black-out ruikt sterk naar manipulatie. Om meer geld te krijgen voor het laten draaien van de gascentrales, schreven we. Nu blijkt het nog erger: het was een manipulatie om de twee versleten kerncentrales Doel 1 en Doel 2 langer open te houden. De regering heeft alvast daartoe besloten. Die twee kerncentrales hebben tesamen een productiecapaciteit van 866 MW. Een vooruitziende beslissing van onze regering? Een artikel in De Tijd van 8 januari doorprikt dat:
tegelijk zullen in 2015 gascentrales en
warmtekrachtkoppelingen(WKK) gesloten worden voor tesamen 1600 MW, bijna twee keer zoveel. Door de toevloed van spotgoedkope elektriciteit uit windenergie en zonnepanelen op de groothandelsmarkt is de elektriciteit gemaakt met gas niet verkoopbaar. Dus liggen de installaties vaak stil. Omdat de aandeelhouders er niet genoeg winst uit halen, sluiten we ze maar. Een valse redenering.
De technologische kern van de zaak is juist dat je de twee productiemethodes met elkaar dient te verbinden tot één geheel. Wanneer er wind en zon is dan gebruik je die maximaal om heel goedkoop elektriciteit te produceren. Wanneer die er niet is laat je back-up installaties draaien. Dat kunnen installaties zijn voor opgeslagen energie, die we nog te weinig hebben in België. Of dat kunnen juist die gascentrales zijn. Tesamen genomen komt dat nog steeds stukken goedkoper uit dan verder gaan met kerncentrales.
Misbruik van het klimaat-argument.
Aardgas is inderdaad ook een fossiele brandstof, die CO2 uitstoot bij de elektriciteitsproductie, wel ongeveer de helft minder dan steenkool of stookolie voor dezelfde warmtelevering. Aardgascentrales passen in een overgangsverhaal naar 100% hernieuwbare energie, zeker de moderne uitvoeringen als grote STEG-centrale of kleiner warmtekrachtkoppeling (WKK): dat zijn beide technologische toepassingen waarbij zowel elektriciteit geproduceerd wordt als warmte in de vorm van stoom of heet water, wat gebruikt wordt in onze industrie of voor verwarming van gebouwen en serres. Dat bespaart een 30 à 40% brandstof tegenover afzonderlijk produceren van beide.
Bovenop kunnen de meeste centrales en WKK’s gemakkelijk omgebouwd worden om te draaien op bio- of synthetisch gas. Synthetisch gas wordt gemaakt met gerecupereerde CO2 en waterstof (H2). Het maken van waterstof door elektrolyse van water is één van de interessante oplossingen voor opslag van teveel aan elektriciteit.
Kerncentrales remmen de uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen.
Kerncentrales duwen gascentrales en windmolens uit het net. De Belgische kerncentrales zijn niet gebouwd om variabel te draaien, zoals hierboven beschreven. Zij krijgen dus voorrang op het net. In het verleden werden de kerncentrales aangevuld met de gascentrales. Dat werd als één geheel gezien tot de liberalisering in 2003. Sindsdien zijn dat afzonderlijke productie-eenheden. Tegelijk zijn er veel meer windmolens gebouwd. Die vullen nu eerst de tekorten op. De gascentrales hebben dan veel minder werk. Is er omgekeerd bijzonder weinig verbruik, dan kan het zelf zijn dat ook de windmolens stil gelegd moeten worden om ruimte te geven aan de kerncentrale.
Kerncentrales zijn bovendien enorm grote productie-eenheden. Telkens 5 à 10 % van heel het gebruik. Valt één zo’n grote centrale weg, dan heb je meteen problemen om het evenwicht tussen productie en verbruik te waarborgen. Hoe dan ook moeten kerncentrales gedubbeld worden door andere productie-eenheden die kunnen overnemen. Of moet er elektriciteit ingevoerd worden. De oplossing zou moeten omgekeerd zijn: windmolens en zonnepanelen maximaal gebruiken en aardgasinstallaties of opslagfaciliteiten als back-up gebruiken. Dan heb je in principe geen kerncentrales meer nodig.
Een stabiel investeringsklimaat?
Tegelijk met de aankondiging rond het langer openhouden van de kerncentrales hoorde je de klacht dat er te weinig installaties voor zonne-en wind energie werden gebouwd. Logisch als je op privaat initiatief rekent. Als je rekent op bedrijven die enkel op hoge winsten uit zijn. Door de eerdere beslissing van de vorige regering om de kerncentrale Tihange1 tien jaar langer open te houden, werd de bouw van een moderne gascentrale in Visé bij Luik niet uitgevoerd, alhoewel alle vergunningen toegekend waren.
De huidige beslissing om ook Doel 1 en Doel 2 langer open te houden maakt dat nu weer andere overblijvende gascentrales met sluiting bedreigd zijn. Bovenop ook moderne warmtekrachtkoppelingen bij de chemiebedrijven in de haven.
Onze regering zou een stabiel investeringsklimaat kunnen maken door ten eerste duidelijk te zijn over de sluiting van de kerncentrales en daar niet op terug te komen. Ten tweede door het maximaal volume aan fossiele en kernenergie te bevriezen op het huidig peil. Ten derde door een verplichte aandeel hernieuwbare energie op te leggen aan de gehele industrie en elektriciteitssector. En dat aandeel trapsgewijs doorheen de tijd te verhogen. 10% in 2015, 30% in 2020, 40% in 2025, 50% in 2030…
Dan is een stabiel investeringsklimaat geschapen. Zonder noodzaak van wat dan ook te subsidiëren.
Denemarken geeft een ander voorbeeld.
Toegevend aan het volksprotest, zag de Deense overheid af van investeringen in kernenergie. In de steden en dorpen werden stadsverwarmingsnetten gebouwd, die nu de sleutel zijn om massaal over te schakelen naar hernieuwbare energie. Die stadsverwarmingsnetten zijn een opslagkanaal voor de piekproductie aan wind- en zonne-energie. Dan wordt goedkope elektriciteit gebruikt om centrale elektrische warmwaterketels en warmtepompen te laten draaien. Heet water wordt opgeslagen in geïsoleerde opslagtanks, waarmee het dagnacht verschil gemakkelijk overbrugd wordt. Omgekeerd, als er minder hernieuwbare elektriciteitsproductie is, dan laten ze overal in het land de warmtekrachtkoppelingen op gas draaien. Tegelijk wordt gewerkt aan het zelf maken van gas om aardgas te vervangen. Biogas uit vergisting van mest en organisch afval. Thermolyse is ook in ontwikkeling.
Wat opvalt is dat elke stads-of dorpscentrale dus minimum 2 tot 4 verschillende installaties combineert. Géén van die installaties draait dus voltijds. Bij hen kan dat, omdat de eerste doelstelling is: zo goedkoop mogelijk elektriciteit én warmte te leveren aan de klanten.
Als onze private energieproducenten het vertikken om installaties open te houden omdat ze maar deeltijds draaien dan gaan ze in tegen het algemeen belang van een stabiele elektriciteitslevering.
Het langer openhouden van de kerncentrale Tihange 1 heeft 600 miljoen euro gekost. Dat wordt door
Electrabel verrekend naar de klanten en gebruikt in de onderhandelingen met de overheid. Zo willen ze op hun nucleaire bijdrage aan de staat af pingelen. Dubbel kassa dus! Het verder openhouden van Doel 1 en Doel 2 zal telkens ook zo een 600 miljoen euro aan aanpassingskosten vergen. Met die 1,8 miljard had al heel wat gedaan kunnen worden aan hernieuwbare energie.
Als je de marktlogica aanvaardt, spreek je over een soort ‘billijke vergoeding’ , een ‘billijke winstmarge’. Die wordt in o.a. De Morgen (7/1/2015 p. 8) op 6 euro per geproduceerde megawatt berekend. We kunnen een grove schatting maken op hoeveel dat komt voor het geheel van de Belgische elektriciteitsproductie, die we voor deze berekening afronden op 90 000 gigawattuur (90 miljard kilowattuur). Reken het na, dat is een slordige 540 miljoen euro per jaar pure winst. Want bij de ‘billijke winst’ werden alle kosten al afgetrokken, ook de voorzieningen voor onverwachte tegenslagen. Of 50 euro winst per jaar op elk van de 11 miljoen inwoners in België.
Als overheid kan je dit allemaal passief aanvaarden, natuurlijk. Goed voor de aandeelhouders van Electrabel en compagnie. Of je zou heel sterk regulerend kunnen optreden en zo de investeringen sturen. Of nog beter: je zou heel de energieproductie kunnen socialiseren. Dat met de bedoeling de beste dienstverlening te geven aan de 11 miljoen Belgen. Die 540 miljoen euro gaan dan terug naar de maatschappij. Toch aardig meegenomen, zou ik denken.
Wiebe Eekman