Vlaamse klimaatwetenschappers geven moed niet op.

Climaxi stelt vast dat de klimaatproblematiek altijd maar meer mensen confronteert met miserie, maar toch wegdeemstert van de politieke agenda. In het kader van de gemeenteraadsverkiezingen willen we in elk geval ieders geheugen wat opfrissen. Gisteren hadden we het over de ontgoocheling op internationaal vlak. Vandaag laten we vier Vlamingen aan het woord: voelen zij ook de grote psychologische spanning tussen hun kennis en hoe de zaken in de wereld daarbuiten verlopen? Wat verwachten zij van de toekomst?

In het artikel van The Guardian stellen veel wetenschappers dat ze depressief zijn of wanhoop ervaren, zich schuldig voelen enz. Herkennen jullie je in deze getuigenissen?

Bernard Mazijn (Prof Ugent, Unu-Cris en kabinetsmedewerker minister Khattabi): Ik kan daar inkomen. Gelukkig heb ik zelf geen last van depressie of angsten, maar het is wel zo dat ik toch (regelmatig) nood heb aan bijv. het kijken naar ‘domme dingen’ op televisie, kwestie van even weg te zijn. Zoals een moderator van een workshop ooit tegen mij zei “U maakt een zeer zwartgallige analyse maar u bent steeds voluntaristisch in uw inzet.” En dat engagement is er inderdaad al meer dan 50 jaar: in 1972 werd ik lid gemaakt door mijn ma van de Wielewaal, in 1977 richtte ik de Wielewaal-Jongeren Afdeling Westkust op en in die periode hadden we thuis het secretariaat van de Diksmuidse Actiegroep voor Milieuzorg.

Erik Swyngedouw (Prof. University of Manchester en onder meer auteur van het boek “Klimaatactie in gele hesjes”): Ja, ik herken de getuigenissen van de klimaatwetenschappers. Wat me hierin emotioneel raakt is de ‘leugen’ of op zijn minst het beperkte gezichtsveld waarin de meeste klimaatwetenschappers zich bewegen. De meesten focussen op de fysisch-chemische processen van klimaatsverandering en de gevolgen op milieu en samenleving. Daarmee versterken ze de argumentatie dat de klimaatuitstoot HET probleem is en de oplossing ligt in het beheer van de klimaatuitstoot. De meeste wetenschappers verdringen hierdoor de waarheid dat het de onderliggende kapitalistische constellatie is die deze symptomen aanwakkert. Met andere woorden, de meeste klimaatwetenschappers trachten hun werk ‘objectief’ te houden en net daardoor ondersteunen ze een uitgesproken politieke of ideologische positie.

Anoniem (Naam gekend bij de redactie): Ik zit bij die 42% in dat artikel en probeer om die reden de depressie af te houden. Daarom ga ik er hier niet veel over zeggen en zeker niet publiek. Als het kan helpen om anonieme getuigenissen te verzamelen: ik ben concreet aan het zoeken naar een slimme manier om klimaatvluchteling te worden voordat de situatie zo erg is dat ik nergens meer heen kan. Dit ondanks mijn gezin, de job, de familie en de vrienden. Ik denk niet dat ik tot mijn pensioen het leven in dit land ga overleven, laat staan mijn kinderen. Water en voeding zijn de essentie, ik zie dat in overbevolkt en leeggezogen Vlaanderen niet goed komen in de periode 2030 en jaren daarna.

Jonas Van der Slycken (gastprofessor ecologische economie (UGent) en auteur van Genoeg voor iedereen): Het veranderende klimaat heeft op mij hetzelfde effect als op het weer: wisselvalliger dan ooit tevoren, maar daarom ben ik mijn humeur en humor nog niet verloren. Ik herken het als een fase van rouw, rauw verdriet, waar ik doorging maar waarmee ik mij niet langer identificeer. Want net die pijn onder ogen zien en doorvoelen, maakt ruimte vrij en geeft energie om met hernieuwde moed weer op pad te gaan en actie te ondernemen. Als je op het niveau van het systeem kijkt, dan ziet het er inderdaad niet goed uit. We zien de catastrofe opdoemen omdat de karavaan maar langzaamaan vooruitgaat. Maar ga je dieper graven, dan zie je miljarden mensen die zich organiseren, in beweging komen en bergen verzetten.

Hoe zien jullie de toekomst? Als een wrede wereld, of moeten we zoals sommigen zeggen de hoop blijven vooropstellen als we de mensen mee willen krijgen om actie te nemen tegen de klimaatverandering?

Erik Swyngedouw: We leven al in zo een wereld – of beter gezegd, een deel van de bevolking leeft er al in (zie de ecologische rampgebieden). Het probleem is dat vele klimaatactivisten en bezorgde burgers beweren dat er nog hoop is. Dat er een begin van omslag gemaakt is. Deze houding is wat Lauren BerlantWreed optimisme’ noemt, het aanwakkeren van hoop die er niet is, en die daardoor net de bestaande situatie in stand houdt.  We moeten NU de waarheid erkennen dat er geen hoop is. Het is slechts in die context dat we kunnen beginnen denken en ageren voor een echte omslag. Het is precies het aanwakkeren van hoop die ervoor zorgt dat er niets verandert. We moeten hoop opgeven. Het is pas als we aanvaarden dat er geen hoop meer is dat we misschien de noodzakelijke intellectuele en politieke moed kunnen opbrengen om te vechten voor echte verandering.

Bernard Mazijn: Weet je, toen ik mijn professionele loopbaan begon – het Brundtland-rapport was pas gepubliceerd (1987), de Rio-conferentie sloot het klimaat- en biodiversiteitverdrag af (1992) – positioneerde ik me op een globale economie in functie van iedereen waarbij solidariteit belangrijk is. De laatste 10-15 jaar ben ik geëvolueerd naar de nood van een (sub-)continentale economie in functie van de Europeaan waarbij solidariteit belangrijk is (en waarbij we nog solidariteit met de rest van de wereld betonen): de voornaamste reden is de geopolitieke spanningen rond grondstoffen … er is een ‘oorlog rond grondstoffen’ bezig met vele gezichten). Landen zoals China, Indonesië, en natuurlijk het Westen spelen er een belangrijke rol in. Op basis van onderzoek en lectuur heb ik deze gewijzigde visie deels vertaald in beleid tijdens de voorbije legislatuur door de oprichting van CERAC, ‘Bouwen aan een veerkrachtige toekomst voor België’ (www.cerac.be) en de oprichting van een kenniscel kritische grondstoffen’. Naast nog andere initiatieven, zijn beiden gericht op het opbouwen van weerbaarheid van de samenleving op elk niveau en voor de impact van het overschrijden van elk van de planetaire grenzen. En op elk beleidsniveau moet iemand – als een veldmaarschalk – hierin initiatief nemen: ‘weerbaar Europa’, ‘weerbaar België’, ‘weerbaar Vlaanderen’, ‘weerbaar Brugge’ … Hoewel dit denken wordt beïnvloed door geopolitiek is dit ‘weerbaar’ geenszins militair bedoeld …

Anoniem: De meeste media kunnen de nuances die nodig zijn niet aan en vervallen in clichés die in het wereldbeeld van hun leespubliek passen. De realiteit loopt al jaren voor op de worst case IPCC-scenario’s en het concept van een Tipping Point is slecht begrepen. De ontwrichting gaat zo snel dat ketens gaan 'knappen' en de politieke gevolgen gaan dan ook in shocks komen, niet 'geleidelijk’ zoals de opwarming. De crisis is veel ernstiger en acuter dan de massa beseft maar on the bright side: er zijn ook veel radicalere oplossingen en kansen om van crisis een kans te maken dan de meeste mensen kennen.

Jonas Van der Slycken: Laat ons realistisch blijven, als ik mijn criticasters mag geloven dan zie ik de toekomst, waarin er genoeg is voor iedereen, eerder utopisch in. Maar ik bekijk vooral hoe ik hier en nu iets kan betekenen in mijn omgeving. Dat brengt een meer wenselijke plek nu al dichterbij. Burgerlijke ongehoorzaamheid is een belangrijke piste om het fossiele spook te vertragen, maar laten we niet vergeten om tegelijkertijd samen een andere cultuur, samenleving en economie uit te bouwen. "Het lijkt altijd onmogelijk", zoals Nelson Mandela zegt, "tot het gebeurt".

Is de doelstelling van Parijs, 1,5° opwarming nog haalbaar?

Erik Swyngedouw: 1.5 graden was nooit haalbaar – zoals het artikel in The Guardian zegt, het was een politieke afspraak maar zonder de nodige basis om het echt haalbaar te maken. Het is nu uitgesloten dat we de globale temperatuurstijging onder de 1.5 kunnen houden, absoluut onmogelijk.

Bernard Mazijn: Het is geen kwestie van geloof, maar van wetenschap, d.w.z. waarnemingen uit het recente verleden en scenario’s voor de toekomst (cf. IPCC). En dus neen, de 1,5 °C is niet meer haalbaar.

Anonieme wetenschapper: We zijn al ver voorbij die doelstelling.

Jonas Van der Slycken: Nee, daarvoor zijn we al te lang van het padje af en het bos in met de verkeerde prioriteiten.

Is een scenario met 3° opwarming nog haalbaar?

Erik Swyngedouw: Het is, in de huidige context, vrijwel onmogelijk om onder de 3 graden te blijven. Met een omslag nu zou het eventueel kunnen, maar dat lijkt me hoogst onwaarschijnlijk. Er zijn geen aanwijzingen dat er een omslag aan het gebeuren is.

Bernard Mazijn: Beneden de 3 °C blijven (en elke tiende graad telt) zal enkel lukken als er een omslag in het denken komt van niet-specialisten, in het voeren van beleid. Mijn ervaringen laten vermoeden dat dit zeer moeilijk is.

Anoniem: 3° lijkt me niet haalbaar. Ik vrees dat we eerder richting 5 ° gaan in 2050.

Jonas Van der Slycken: Zeker en vast, waarom niet? Maar laten we ons vooral niet blindstaren op 3°, 2° of 1,5° klimaatontwrichting als doelstelling. Een economische systeemverandering is waar het om draait. Een verandering die niet alleen de oorzaak van onze toekomstige koorts bestrijdt, maar ook onze levenskwaliteit hier en nu al ten goede komt.

Waarom slagen we er, ondanks alle kennis, niet in als mensheid om de dreigende rampspoed af te wenden?

Erik Swyngedouw: Er zijn een reeks oorzaken. De belangrijkste is dat het klimaatprobleem zich zowel wetenschappelijk, politiek-maatschappelijk als technisch-beheersmatig richt op uitstoot en het naar beneden halen daarvan. Dat is dus werken aan de symptomen van het probleem, en niet aan de oorzaken. De redenen waarom men blijft hameren op de klimaatuitstoot is dat dit voor velen toelaat om het klimaat ernstig te nemen zonder de onderliggende oorzaken aan te pakken. De bezorgde elite (waaronder ook vele ‘groenen’) houden vast aan het liberale kapitalisme als maatschappelijke vorm. Men kan, zo denkt men, het liberaal-kapitalisme duurzaam maken en het klimaat stabiliseren. Dat lijkt me een onmogelijke fantasie. Ook een groot deel van de klimaatactivisten concentreert zich ook op klimaatuitstoot eerder dan op de maatschappelijke strijd voor een andere samenlevingsvorm. Er is zeer weinig animo om te strijden voor een eco-socialisme. Dat is nochtans de enige mogelijkheid. Uiteindelijk kan het milieuprobleem alleen opgelost worden door maatschappelijke verandering in de richting van een ontgroei. Dat vergt een enorme herverdeling van de middelen van rijk naar arm – en dit laatste vereist een dwingend ingrijpen in het privé-marktgebeuren, of met andere woorden, een socialistische omslag. In het kort, de aandacht op het klimaat moet wijzigen. Als we het klimaat ernstig willen nemen moeten we onze pijlen elders richten. Anuna De Wever stelt het correct in haar interview in Humo.

Bernard Mazijn: Klimaatverandering (en bij uitbreiding het overschrijden van de andere planetaire grenzen) is geen kwestie van geloof maar van wetenschap. En hier begint al het probleem. Tijdens die drie periode van kabinetswerk (1995-1997; 2004-2007; 2020 tot heden) zijn er twee belangrijke waarnemingen: ‘het nog altijd niet (willen) weten’ van de hoogste geplaatste beleidsverantwoordelijken dat de toestand ernstig is en de ondragelijke lichtheid van de pers. In verband met het eerste punt kan ik uit de meest recente kabinetsperiode voorbeelden ten over geven van de klimaat-ongeletterdheid van premier/vicepremiers en hun kabinetschefs, maar ook van de academische wereld. Het tweede punt brengt mij ertoe om te bevestigen dat er een positieve evolutie is sedert 1995 (toen mijn eerste kabinetsperiode begon) en vandaag, maar als het aankomt op het evalueren van ministers vlak voor de verkiezingen, dan wordt vooral op perceptie geëvalueerd en niet op beleid (cf. het verschil in evaluatie tussen Demir en Khattabi).

Even terug naar het begin van de eeuw. Sir Nicholas Stern kreeg de opdracht van de toenmalige Britse premier om een rapport te maken over de economische kosten van klimaatbeleid. In 2006 publiceerde hij zijn rapport waarin hij stelde dat een veranderend beleid vanaf dat moment ten belope van 1% van het BNP ons zou helpen. Als we dat niet deden, wat inderdaad niet of onvoldoende gebeurde, dan zullen de kosten voor aanpassing oplopen tot 5 à 20 % van het BNP. Vandaag zien we wat klimaatverandering overal ter wereld veroorzaakt, bij een temperatuursverhoging van gemiddeld +/- 1,1 °C, met alle kosten van dien. Ik begrijp dus echt niet – behalve de blijvende drang aan korte termijn denken/winsten – dat zelfs dit economisch argument niet speelt …

Jonas Van der Slycken: Het feit dat we gedateerde doelen nastreven is nefast. Onze economie is verslaafd aan economische groei en fossiele brandstoffen, met alle gevolgen van dien. Enkelingen profiteren kortstondig, terwijl ze zo onze gezamenlijke toekomst hypothekeren. Laten we een prioriteitswissel doorvoeren en bouwen aan een welzijnseconomie die zorgt voor mens en planeet.

Sammy Roelant