Klimaatverkiezingen (2): VB en N-VA
De klimaatprogramma’s van de N-VA en het Vlaams Belang vergelijken met het klimaatrapport dat vorige week aan de klimaatjongeren werd overhandigd, is eigenlijk appels met peren vergelijken. Waar het rapport stelt dat een sociaal-rechtvaardige overgang naar een duurzaam ecologisch beleid mogelijk is, preken de politici van de N-VA het ‘eco-realisme’. Ze zijn ervan overtuigd dat de eisen van de klimaatjongeren en die van de gele hesjes onverzoenbaar zijn. Het Vlaams Belang flirt dan weer met het fatalisme, en stelt zich de vraag of de reductie in CO2-uistoot de klimaatopwarming überhaupt nog kan tegenhouden. Geen van beide partijen loopt warm voor de aanbevelingen in het rapport, die de overgang naar een duurzamer beleid moeten begeleiden.
Het rapport is samengesteld door een interdisciplinair panel van ruim 140 Belgische onderzoekers en wetenschappers. Het doet voorstellen voor een rechtvaardige transitie naar een ecologisch duurzame en klimaatbewuste samenleving. Hiervoor is systeemverandering noodzakelijk en urgent. Het beroept zich op het Donut-model van Kate Raworth, een economisch model dat zowel oog heeft voor de menselijke welvaart als voor de planetaire grenzen.
De onderzoekers stellen een drietrapsraket voor (klimaat, ecosysteem en sociaal draagvlak), die de overgang naar een klimaatvriendelijk beleid op een holistische manier benadert. Het rapport biedt de volgende regeringen 27 ingrediënten aan om ‘een coherent en beredeneerd beleid’ te voeren. Hierbij horen niet enkel een onmiddellijke betonstop en investeringen in groene energie, maar ook de noodzaak om een sociaal draagvlak te creëren die de vooropgestelde transitie steunt en zelfs stuwt. België scoorde de voorbije legislaturen bijzonder slecht inzake ecologisch beleid. We bengelen aan het staartje van de Europese klas. De aanbevelingen van het Panel biedt politici de kans om zich te herpakken.
Het klimaat beheerste wekenlang het verkiezingsdebat, waardoor elke partij zich genoopt voelde hierover duidelijke standpunten te formuleren. De N-VA riep zichzelf uit tot eco-realistische partij. De partij erkent de noodzaak voor een strenge klimaatwet, maar wil niet dat de inspanningen ten koste zouden gaan van de welvaart. Dit vertaalt zich in getemperde ambities en een veelal conservatieve houding tegenover klimaatwetten.
Het voorbije jaar bleek meermaals dat de N-VA als besturende partij al de domper was op de klimaatambities van de Belgische en Vlaamse regeringen. Zo bood de N-VA veel weerwerk bij het tekenen van het energiepact in de Vlaamse regering, die onder meer de kernuitstap in het jaar 2025 in het vooruitzicht stelt. Het pact was nog niet koud, of Bart De Wever gooide het alweer overboord. In hun scenario komt de kernuitstap er pas in 2065. Zelfs een nieuwe kerncentrale bouwen is voor de N-VA nu bespreekbaar. Bart De Wever: "Een mix tussen hernieuwbare energie en kernenergie is de beste garantie op betaalbaarheid, zekerheid en duurzaamheid."
Verder was er ook nog de schande van Katowice. Op de eerste dag van de klimaatconferentie COP24 werd ons land verkozen tot Fossiel van de Dag. Toch was het dieptepunt nog niet bereikt. Twee dagen na de historische klimaatmars in Brussel waar zo’n 65.000 mensen aan deelnamen, stemde België in Katowice als een van de enige EU-lidstaten tegen een verhoging van de klimaatdoelstellingen. De N-VA maakte er geen geheim van dat vooral zij tegen de Belgische ja-stem waren, omdat de doelstellingen niet haalbaar zouden zijn voor ons land. “N-VA is dé mol in het ambitieloze Belgische klimaatbeleid,” zeiden Groen-parlementsleden Johan Danen & Annemie Maes hier later over.
Het rapport van het Panel voor Klimaat en Duurzaamheid pleit onder meer voor een onmiddellijke betonstop. Bart De Wever doet geen moeite om zijn afkeur tegen die betonstop te verbergen. Zo liet hij zich in maart 2019 nog ontvallen dat de journalist van de De Morgen die het woord ‘betonstop’ bedacht heeft, beter de strop krijgt.
Bij de N-VA zijn het dus ‘eco-realisten’ die aan het roer staan, wat zich lijkt te vertalen in een conservatief klimaatprogramma dat weinig ambitie voor de dag legt. In de woorden van De Wever: "We moeten de opwarming van de aarde aanvaarden als een gegeven en ons voorbereiden op het leven op een planeet waar het wellicht wat warmer zal zijn."
Ook het Vlaams Belang roept op tot realisme. Vlaams Parlementslid Stefaan Sintobin: “Ik heb het stilaan wel een beetje gehad met het doemdenken van sommige politici en belangengroepen.” In een vragenlijst over klimaat, milieu en energie die de VRT de partij vorige week voorlegde, schemert zelfs klimaatscepticisme door. De partij stelt zich “vragen bij de algemeen heersende opvatting dat de reductie van de CO2-uitstoot klimaatopwarming kan tegenhouden.” Het belangrijkste argument van het Vlaams Belang is dat de partij een progressief klimaatprogramma als een duur grapje beschouwd. Stefaan Sintobin: “We moeten miljarden investeren in een energie-omwenteling, groene energie. Waar gaat u in godsnaam dat geld halen?”
De klimaatprogramma’s van zowel de N-VA als van het Vlaams Belang staan dus veelal haaks op de aanbevelingen in het klimaatrapport. Al sinds het begin van de klimaatmarsen, stelden beide partijen zich kritisch op tegenover de eisen van de demonstranten. Beide partijen hekelen het doemdenken inzake klimaat en geloven niet dat diepgaande beleidsveranderingen nodig zijn. In de voorbije regering was het telkens weer de N-VA die elke druppel ambitie uit de klimaatakkoorden leek te zuigen. Beide partijen noemen zichzelf realisten die de burger willen behoeden voor de kosten die hogere klimaatambities met zich zouden mee brengen. Ze lijken geen oren te hebben naar de voorstellen van het Panel voor Klimaat en Duurzaamheid voor een sociaal rechtvaardige transitie naar een groenere toekomst.
Johannes Decat
Climaxi's conclusie: Indien U ook maar één greintje twijfelt of die klimaatverandering misschien toch niet op onze kop zou kunnen vallen en van daaruit denkt dat we er misschien toch beter iets aan doen, dan neemt U het risico niet om VB of N-VA te stemmen.