Philippe Huybrechts: de ongemakkelijke waarheid

Vijf jaar geleden kwam VUB-glacioloog en IPCC-hoofdauteur Philippe Huybrechts tijdens een conferentie van vzw Climaxi uitleggen hoe het klimaat ervoor stond. Vandaag doet hij dat opnieuw in een videobijdrage. Er rest nog maar zeer weinig tijd en reserve om het tij te keren, zegt de professor. Hij merkt op dat maatschappijen die gebaseerd zijn op sociale gelijkheid het beter doen dan bijvoorbeeld maatschappijen die nationalisme achterna streven.

Voor Huybrechts is de klimaattoestand nog altijd bepalend voor wat er deze eeuw gebeurt: “Het is een bron van conflicten in de wereld en het gaat over toegang tot voedsel en water, over stormen en droogte, migratie enzovoorts…”

De specialiteit van Huybrechts, is het opvolgen van ijskappen en gletsjers. Hij bestudeert ook het broeikaseffect en de stijging van het zeeniveau. Dat broeikaseffect legt een deken van gassen rond de aarde, die de warmte op aarde bewaart. Zonder dat deken is de aarde permanent bevroren. Sinds de industriële revolutie is de temperatuur zodanig gestegen dat dat deken zich evenwel tegen ons keert. Die gassen, dat zijn CO2, methaan en lachgas. Ze zijn gelieerd aan verbranding van fossiele brandstoffen, ontbossing, de cementindustrie, intensieve veehouderij, afval, mest en rijstvelden. De concentratie van CO2 in onze atmosfeer is 50 % hoger dan in 1885. Tegenover 5 jaar geleden is die concentratie toegenomen. Dergelijke concentratie hebben we in 25 miljoen jaar niet gezien. 

Snelheid

Zeer uitzonderlijk is ook de snelheid waarmee het gebeurt: “Wij kennen geen periodes in de geschiedenis waarin het zo snel gegaan is. Als gevolg daarvan is de stijging van de temperatuur sinds 1980 enorm toegenomen, gemiddeld met 1,3°. 2023 en 2024 zijn/worden dan ook de warmste jaren. Jaar na jaar worden records gebroken. Sinds het midden van 2023 worden maandelijks zelfs records gebroken. De opwarming in België bedraagt in dezelfde periode 3°. Bij het berekenen van de wereldtemperatuur worden namelijk ook de oceanen meegeteld en die hebben een afkoelend effect.” Ondertussen is er ook geen twijfel meer aan dat dit alles het resultaat is van menselijk handelen.

Resultaat

Elk hoekje van de aarde draagt nu al de gevolgen, zegt Huybrechts. Het meest spectaculaire is de afname van het arctische zee-ijs en de ijskappen op het land in de regio. Tijdens de zomer neemt die zeer sterk af: om de tien jaar verdwijnt er 10 %. Aan dit tempo is het zee-ijs verdwenen tegen 2050. Met alle gevolgen van dien: het beschikbaar worden van fossiele grondstoffen die nu onder de ijskap zitten en de ermee gepaard gaande strategische spanningen tussen machtsblokken. Een ander algemeen verschijnsel is het terugtrekken van ongeveer alle gletsjers ter wereld. De Zwitserse gletsjers zijn al een derde van hun massa verloren en ook hier gaat het gaat de laatste twee jaar nog sneller. Het gevolg van dit alles is uiteraard de stijging van het zeeniveau met mogelijks tientallen meters. Een groot deel van de aardbevolking woont in kuststeden die soms maar 1 tot 2 meter boven het zeeniveau uitsteken. Momenteel stijgt het zeeniveau met ongeveer 4 mm per jaar. Binnen honderd jaar wordt dat dus 40 cm. Het smelten van landijs draagt bij tot ongeveer de helft van die stijging naast het uitzetten van het water door de warmte. Als de uitstoot doorgaat, nemen die gevolgen altijd maar toe.

Maatschappijmodellen

Wat nieuw is aan de rapporten van het IPCC, zegt Huybrechts, is dat men rekening houdt met verschillende maatschappijmodellen. Computermodellen rekenen uit welke gevolgen beleidskeuzes hebben. Men kiest voor een aantal scenario’s met als uitersten een maatschappijvorm die uitgaat van meer sociale gelijkheid, inclusieve groei en afbouw van fossiele brandstoffen en langs de andere kant een geglobaliseerde wereld met sterke economische groei en groeiende ongelijkheid. Daartussen zitten ook nog het business as usual scenario en een actueel scenario met meer nationalisme en de daarbij horende oorlogen. Bij alle scenario’s gaan we over de afgesproken 1,5°C. In het scenario van sociale gelijkheid en afbouw van fossiele brandstoffen wordt de stijging beperkt tot 2°C. Daarin stabiliseert de opwarming. In alle andere modellen gaat de opwarming door, ook na 2100. Meer nationalisme of sterkere economische groei in een geglobaliseerde wereld leiden tot een stijging van 7 tot 8,5° C tegen 2100 en verder. “Elke tiende van een graad doet er dus toe” zegt Huybrechts. “Hoe lager hoe beter. Voor elke tiende worden de veranderingen groter en de kosten duurder.”

Onomkeerbaar

Bij deze evolutie merken we ook een aantal kantelpunten (Tipping Points): “Men moet er rekening mee houden dat oceanen veel trager opwarmen, maar dat die opwarming dan ook veel langer duurt en ook bij lagere temperaturen aanhoudt. We komen dicht bij momenten waarin sommige van die kantelpunten bereikt worden: als we zo doorgaan kan de Groenlandse ijskap zich niet meer handhaven. Nog anderhalve graad meer en die kapseist.”In alle scenario’s blijft het zeewater verder stijgen tot ongeveer 70-80 cm tegen 2100. Met verdere hoge emissies kan dat 7 meter worden tegen 2300.

Wat doen om het ergste te vermijden?

Dit heeft alles te maken met de notie van het koolstofbudget: om verdere opwarming te vermijden mogen we niks van koolstof meer bijstoppen. Hoe meer je uitstoot, hoe warmer het wordt. Elke ton draagt bij tot de globale opwarming. Men kan exact berekenen hoeveel CO2 er nog bij kan, dat is het koolstofbudget. We hebben historisch al 2590 gigaton CO2 uitgestoten. Aan 40 gigaton per jaar mag er nog 7 jaar hetzelfde bijkomen om onder de 1,5°C stijging te blijven. Dat is volgens veel wetenschappers onhaalbaar. Als we onder de levensgevaarlijke grens van 2°C willen blijven dan hebben we vanaf 2019 nog 1150 ton aan reserve die we de lucht kunnen inpompen. Aan het huidige tempo is dat nog 28 jaar. Tot nu toe lijkt er aan dat tempo niet veel te veranderen. De economische crisis en COVID hebben dat tijdelijk naar beneden gebracht, maar sinds twee jaar is die daling ongedaan gemaakt. Er is wel een kleine vermindering van de uitstoot per hoofd in de VS en Europa, maar die is er niet in vb. China en India: “De kanttekening die we hier moeten bij maken is dat China en India de fabriek van de wereld geworden zijn: zij produceren de goederen die wij consumeren en de uitstoot wordt op hun rekening gezet.” Tot op vandaag zijn transport en het verwarmen van gebouwen de grootste bijdrager. Wat België betreft daalt de uitstoot, ongeveer 20 %, tegenover 1990…maar is hij de laatste jaren opnieuw aan het stijgen. Wat België betreft rekent de overheid massaal op het aanplanten van bomen en de opslag van CO2.

Conclusies

Voor Climaxi betekent dit dat het werk niet af is. Wij roepen tijdens deze gemeenteraadsverkiezingen op om niet te stemmen voor partijen die onze inspanningen willen terugdringen of ontwijken. Bovendien leerden we uit onze reeks artikels over klimaat dat klimaat en sociale rechtvaardigheid samengaan en dat dit onderbouwd wordt door IPCC-scenario’s. Deze scenario’s stellen dat maatschappijen met meer sociale gelijkheid beleidskeuzes maken die een mogelijk rampscenario nog kunnen afwenden. Maatschappijen waar nationalisme de plak zwaaien zijn gedoemd tot een klimaatopwarming tot boven 3°C.

Filip De Bodt/Katrin Van den Troost

Wat voorafging:

Klimaatwetenschappers vechten tegen depressie

Vlaamse klimaatwetenschappers geven de moed niet op

Bekijk de volledige tekst van Philippe Huybrechts hier

 

Overstroming