Ineos opnieuw in openbaar onderzoek
Sinds vorig jaar zijn Climaxi en andere milieubewegingen actief rond de inplanting van een nieuwe gaskraker in de Antwerpse Haven. Ineos-baas Ratcliff kondigde toen een miljoeneninvestering aan voor Antwerpen: een nieuwe plastiekfabriek die op basis van schaliegas elementen produceert voor gebruik in de plastiekindustrie. Een aanvraag tot ontbossing van het terrein werd ingetrokken. Ineos legde nu een nieuwe Milieuëffectenrapport op tafel. De milieubeweging dient opnieuw bezwaar in.
Tijdens het vorig dossier hadden wij niet alleen bezwaren rond het klimaataspect: we vinden natuurlijk dat de haven stilaan mag stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen en dat zo een investering dan ook niet gepast is in het kader van de Europese klimaatpolitiek en de vermindering van broeikassen tegen 2050. Zo een fabriek schrijf je niet af op tien jaar.
We hadden evenwel ook heel wat twijfels over de financiële constructie die volgens ons niet garant stond voor een duurzame uitbating. Bovendien zijn er ecologische bezwaren rond de terreinkeuze en de aanwezigheid van beschermde planten en dieren daar.
In een eerste poging diende Ineos een MER-rapport in waarin het project in drie delen gesplitst werd. De kans dat dit aanvaard werd was klein. Er is immers voldoende rechtspraak bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen én Europa die zegt dat een MER het volledige project moet bekijken in plaats van dit in stukjes te delen…indien men op die manier inspraakprocedures tracht te omzeilen. Ineos veranderde het geweer van schouder en maakte een nieuwe MER. Die lag ter inzage. De milieubeweging gaat opnieuw in beroep. Advocaten stellen dat de gevolgen van het volledige project voor het halen van de Belgische klimaatdoelstellingen nog altijd wankel beschreven is en dat de inzage van dossierstukken door allerhande, al dan niet aan COVID gelieerde beperkingen onmogelijk was.
Op de website van Ineos will Fall vind je inhoudelijke argumenten en een praktische handleiding voor het indienen van bezwaren. Die moeten binnen zijn ten laatste op 7 september.
Filip De Bodt