Dendervallei: eind deze eeuw dubbel aantal slachtoffers van overstromingen
De Vlaamse Overheid wil tegen 2050 een nieuwe Dendervallei in mekaar steken, die veel minder last heeft van overstromingen, een toekomst geeft aan het landschap en de beleving ervan stimuleert, inzet op watergebonden transport en duurzame landbouw…en meer van dat fraais. Bij de berekening van de overstromingsrisico’s voor de bevolking komt aan het licht dat op dit moment een kleine 4000 mensen in de problemen kunnen komen te zitten bij overstromingen. Tegen het einde van de eeuw zou dit cijfer verdubbelen. Ook opvallend: de huidige aanpak zorgt ervoor dat de problemen aan de monding (Aalst-Dendermonde) groter zullen worden.
Ruimte voor Water is een project van verschillende Vlaamse overheidsorganisaties (NV De Waterweg, Provincie Oost-Vlaanderen, Vlaams Milieumaatschappij en de Afdeling Ruimte). Na twee jaar voorstudie wordt het voorgelegd aan een ruimere groep mensen, waaronder het middenveld.
Het plan bevat verschillende degelijke kaarten die uitgewerkt zijn door een groep wetenschappers. Eén van die kaarten berekent hoeveel mensen momenteel risico lopen op overstromingen. Dat zijn er een kleine 4000, met als uitschieters Teralfene, Denderleeuw, Liedekerke en Geraardsbergen. Een aantal maatregelen werden al geheel of gedeeltelijk genomen (dijken op de oevers, sluizen, waterbergingsgebieden) en een aantal andere zitten in de administratieve molen. Met deze nieuwigheden als uitgangspunt en de toenemende klimaatrisico’s werd een berekening gemaakt die het aantal mogelijke slachtoffers aanduidt tegen het einde van deze eeuw. Als het roer niet echt omgeslagen wordt, dan verdubbelt het aantal en worden vooral meer mensen in Dendermonde (3656 in plaats van 227), Denderbelle (395 i.p.v. 70), Aalst (430 i.p.v. 14), Erembodegem (430 i.p.v. 14), Teralfene (927 i.p.v. 449), Denderleeuw (485 i.p.v. 239) en Liedekerke (648 i.p.v. 309) mogelijks getroffen. Ninove en Geraardsbergen blijven min of meer gespaard van deze verhoging.
Dat de risico’s hoger zijn aan de monding van de rivier is logisch: er komt méér en méér water bij, de huizen staan er dichter op mekaar, sommige gebieden liggen lager en er is de druk van het hoger waterpeil van de Schelde die de Dender in geval van hoog water een deel tegen houdt. Anderzijds stelt Climaxi ook al jaren dat de huidige waterpolitiek deze effecten zodanig versterkt dat het niet anders kan of dit heeft als resultaat dat men steden aan het einde van de rivier met de voeten in het water zet. Men blijft dijken verhogen en stuwen moderniseren die het water zo snel mogelijk afvoeren. Voldoende mensen zijn het er ondertussen over eens dat men water moet ter plaatse houden in wachtbekkens en andere natuurlijke opvangsystemen. In de jaren tachtig werd de Marke (een zijrivier) van de Dender recht getrokken…momenteel legt men er kunstmatig opnieuw meanders in om de overstromingen in Deux-Acren en Geraardsbergen binnen de perken te houden.
Climaxi wees ook recent op de gevolgen van de aanleg van immense collectoren in de jaren negentig van vorig eeuw. Manshoge en kilometerslange rioolbuizen voeren bijvoorbeeld in het Geraardsbergse afval- en regenwater naar zuiveringsstations aan een duizelingwekkende snelheid.
Kritiek
Als Climaxi één kritiek heeft op het werkstuk dat ter inzage ligt, dan is het wel dat men het gevoerde beleid te weinig in vraag stelt. De vernieuwing van stuwen en dijken blijft doorgaan en het effect van de watercollectoren wordt niet eens bestudeerd of ingeschat. Beide ondergraven de nieuwe aanpak, die wel meer rekening houdt met bufferen en traag laten afvoeren. Daarbij wordt het zelfs onzeker of men de doelstellingen haalt in 2050.
Climaxi merkt ook op dat er over verdroging in het document weinig gesteld wordt. Overstromingen en verdroging zijn Siamese tweelingen van een verkeerd klimaatbeleid. Climaxi vraagt dat het plan met deze invalshoek herschreven wordt: “Wij hebben tien jaar gewacht om overstromingen aan te pakken, we moeten niet geen tien jaar wachten om de droogte aan te pakken.” Zelf hebben we hier in het verleden concrete voorstellen rond gelanceerd, o.a. voor de verdere bestemming van de industriezone UNAL. Ook hier vinden wij waterbuffering het beste toekomstalternatief.
Filip De Bodt