Recreatieve zeevisserij in België anno 2018. Feiten en cijfers.
Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) hebben in 2015 de handen in elkaar geslagen om het monitoringsprogramma voor de recreatieve zeevisserij vorm te geven.
Na drie jaar worden de resultaten gepubliceerd in een Beleidsinformerende nota (BIN van mei 2019).
Het volledige rapport (86 bladzijden) beschrijven is niet mogelijk. Heel kort enkele cijfers: er zijn 814 recrea scheepjes geteld waarvan er 711 uitgerust zijn om met een hengel te vissen en 103 vaartuigen zijn uitgerust met sleeptuigen (Boom en Borden).
De recrea's (ong. 2900 personen) zijn goed voor een aanvoer van 3,7 % van de totale aanvoer uit het Belgisch deel van de Noordzee (BNZ). De hobbyisten vangen ongeveer 1,53 miljoen vissen van 33 verschillende soorten waarvan er 48 % aangeland wordt = 169 ton. De 102 ton garnalen niet inbegrepen. Samen dus 271 ton.
Deze aantallen zijn berekend op basis van de bijgehouden gegevens van de hobbyvissers, die trouwens vrijwillig meewerkten aan het programma.
De hengelvaartuigen nemen met een aanvoer van 141 ton ruim de helft van de aangevoerde zeeproducten voor hun rekening, gevolgd door de sleepnetvaartuigen (67 ton), de kruiers (36 ton), de hengelaars van een dam/staketsel (17 ton), de strandhengelaars (7 ton) en de passieve strandvisserij (2 ton).
Top 10 van de gevangen (≠ aangelande) soorten, gewicht/totaal gevangen exemplaren, % teruggooi wegens ondermaats/bovenmaats, voornaamste vistechniek en de aangevoerde ton van deze techniek:
De top 3 van de vissen (Wijting 50%, Schar 23%, Tong 9 %) is goed voor 82% van het totaal gevangen vissen.
De nota is zeer diepgaand, zoals:
Recreatieve versus commerciële aanvoer.
Het aantal mogelijke potentiële visdagen wordt uitgelegd voor 2018:
* Totale visserij-inspanning van de recreatieve vloot = 176 (dagen met windkracht ≤ 8 m/s)
* Totale visserij-inspanning vanaf de kust = 291 (dagen met windkracht < 10 m/s)
De locatie aan de kust en in het BNZ, de visserijinspanning en vangst per techniek.
Sociale analyse en economisch belang. Enz.
Detailoverzicht van het aandeel van de verschillende landen (commercieel) en BE recreatieve zeevisserij in de totale aanvoervolumes uit het Belgisch deel van de Noordzee (BNZ) PER SOORT.
Bedenkingen van de auteur van dit artikel.
Na vele jaren van ongewisheid en speculaties wordt er aan de hand van wetenschappelijk onderbouwde gegevens een cijfer genoemd op het aandeel van de vangst en aanlanding van de recreatieve zeevissers uit het BNZ.
De nota is een belangrijk instrument om de werkelijk vangsten tussen hobby- en beroepsvissers te kennen. Dat zelfs de overheid benieuwd is, valt te lezen in het Vlaamse Regeerakkoord 2019: Uit Hoofdstuk Landbouw en Visserij 4.6, nl. 'Recreatieve vissers genieten bepaalde wettelijke vrijstellingen. De huidige regelgeving bevat lacunes. Deze hiaten in de regelgeving moeten opgespoord worden en grijze zones aangepakt. Monitoring van de recreatieve visserij is noodzakelijk.'
De recreatieve aanvoer is goed voor 3.7% van de totale aanvoer uit het BNZ (beroeps en recreant). Interessant zijn ook de gegevens per soort. Enkele voorbeelden:
Grijze garnaal: de hobby vissers landen 102 ton aan en daarmee zijn ze goed voor 7 % van de totale aanvoer uit het BNZ. Netjes verdeeld over de sleepnetvissers (66%) en de kruiers (34%). De vangsten van de paardenvissers (momenteel 16) zijn niet in rekening gebracht wegens onvoldoende gegevens.
Zeebaars: 15% voor het recrea aandeel uit het BNZ is onduidelijk. “Op basis van de bekomen aanvoergegevens van Belgische professionele handlijnvissers onder Nederlandse vlag kan gesteld worden dat de gecombineerde aanvoer van zeebaars in Nieuwpoort, Oostende en Zeebrugge in 2016 om en bij de 70 ton bedroeg. Indien dit volume zou toegekend worden aan de Nederlandse vloot zou dit een reductie van het recreatief aandeel betekenen tot 4 % van het totale aanvoervolume.”
Vijftig procent van de gevangen Zeebaars, bijna 19.000 stuks, wordt gevangen door strandhengelaars maar 95 % is ondermaats, kleiner dan 42 cm. Vandaar het hoge percentage teruggooi.
Verder is er voor deze fel beviste soort een streng quota opgelegd namelijk één Zeebaars per dag/per persoon en enkel tussen 01/04 en 31/10 2019.
Paling: het aandeel in procent is verassend. 24% van de totale aanvoer! Deze vis is geen doelsoort van de commerciële visserij vandaar de hoge bijdrage. In volume is het slechts 200 kg recreatieve aanvoer. In aantal stuks spreken we over amper een 700 tal exemplaren. Deze worden hoofdzakelijk gevangen vanaf het staketsel/dam (58%). De grootorde van de huidige vangsten bedraagt nog 1% ten opzichte van deze van 40 jaar terug.
De extreem lage vangsten weerspiegelen de zorgwekkende toestand van de Paling.
Er zijn verschillende oorzaken van de achteruitgang van de Paling. Zoals overbevissing, habitatverlies, geblokkeerde migratieroutes om er enkele te noemen. Nochtans is de Paling een Europees te beschermen soort.
Een afstemming over de vangstreglementering met de andere gewesten in BE en onze buurlanden zou meer dan wenselijk zijn. Nu is het gewoon Kafkaiaans.
Een vangstverbod, minstens tijdens de migratieperiode, zou voor deze Europees beschermde soort aangewezen zijn.
Andersom kun je in deze nota de aanlandingcijfers, uit het BNZ, van de commerciële visserij lezen. De professionelen brengen 96% van de totale zeeproducten aan wal waarvan 74,4% door de NL vloot.
Knor De Haan
Referenties:
- Verleye, T.J., et al. (2019). Beleidsinformerende Nota: Recreatieve zeevisserij in België anno 2018 - Feiten en cijfers.
- Regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2019-2024
- Alle reglementering i.v.m. hobby zeevisserij