Honger is een politiek probleem

Hoe klimaatverandering, vrijhandel en speculatie de honger voeden

Als het brandt, moet je blussen. Wanneer méér dan 10 miljoen mensen in de Hoorn van Afrika door acute honger bedreigd worden, is noodhulp nodig. Maar net op zo'n moment moeten we op zoek gaan naar de dieperliggende oorzaken van die honger. Deze brand kon immers vermeden worden. De droogte is voor een deel een natuurfenomeen, de honger is een politiek probleem.  De wereldvoedselproductie is sinds de jaren 60 verdrievoudigd, terwijl de wereldbevolking tijdens diezelfde periode verdubbeld is.  En toch krijgen we de honger de wereld niet uit.

Droogte is uiteraard geen bondgenoot van de landbouw. Maar daar komt de eerste aap uit de mouw. De klimaatverandering laat zich vandaag reeds voelen, zeker in het Zuiden, in die landen die het minst tot het probleem hebben bijgedragen.  Een nieuw rapport van Oxfam-Internationaal stelt hierover dat droogtegerelateerde schokken in Kenia vroeger om de tien jaar voorkwamen, vandaag reeds om de vijf jaar. In Ethiopië werden droogtes om de zes tot acht jaar vastgesteld, nu jaarlijks tot tweejaarlijks.  

Het Intergouvernementele Klimaatpanel van de Verenigde Naties stelt dan weer dat de temperatuur tijdens de laatste vijftig jaar in Kenia met 1°C toenam, in Ethiopië met 1,3°C. Extreme hittedagen nemen toe in beide landen. Indien de nodige klimaatmaatregelen uitblijven - wat tot nu toe helaas het geval is - zal de temperatuur in

Oostelijke Afrika, nog steeds volgens het VN-klimaatpanel, tegen het einde van deze eeuw stijgen met 3°C tot 4°C. De toekomstprojecties op het vlak van neerslag zijn minder duidelijk: sommige modellen voorspellen globaal genomen méér neerslag in Oostelijk Afrika, maar dan tijdens kortere periodes. De Britse Royal Society heeft simulaties gemaakt rond de effecten van een dergelijke temperatuursstijging op de landbouw. Tegen 2090 zou de groeiperiode voor gewassen in de regio inkorten met 20 procent. De maïsteelt zou met 20 procent dalen, ten opzichte van vandaag, de bonenteelt zelfs met 50 procent.

Onnodig om te benadrukken dat deze klimaatverandering en de verwoestende effecten ervan op de landbouw in het Zuiden, mensenwerk is, veroorzaakt door de hoge uitstoot van broeikasgassen in de geïndustrialiseerde landen. Willen we honger uit de wereld bannen, zal dat gepaard moeten gaan met een daadkrachtig, drastisch en sociaal rechtvaardig klimaatverdrag dat de uitstoot van broeikasgassen mondiaal met zeker 75% terugdringt tegen 2050. Dat akkoord laat op zich wachten. Hallo Durban?

Droogte is dus méér dan gewoon een natuurfenomeen. Maar dan nog. Meteorologische fenomenen kunnen voedselproblemen verergeren maar zijn ontoereikend om de oorzaken van de honger te verklaren. Droogte is immers geen exclusief probleem van Oostelijk Afrika. Ook landen als Australië of de Verenigde Staten kennen periodes van sterke droogtes.  Maar die leiden niet meteen tot massale honger. Er is dus meer aan de hand. In een opmerkelijk opiniestuk in El Paìs (30/07/2011) stelt onderzoekster Esther Vivas hetvolgende: "Het is goed om in herinnering te brengen dat Somalië, ondanks de regelmatig terugkerende droogten, tot eind van de jaren zeventig zelfvoorzienend was wat betreft voedselproductie. Daar kwam pas de afgelopen decennia een einde aan. Het begon in de jaren 80 toen Somalië door het Internationale Monetaire Fonds en de Wereldbank een bepaald beleid werd opgelegd zodat het land zijn schuld aan de Club van Parijs (de rijke geïndustrialiseerde landen) kon afbetalen. Dat beleid hield de toepassing van een reeks aanpassingsmaatregelen in."

Wat de landbouw betreft, ging het om het gekende verhaal van liberaliseringen. De landbouwmarkt diende geopend te worden, wat leidde tot een massale import van goedkope, vaak gesubsidieerde landbouwproducten van grote argro-bedrijven uit het Noorden. De lokale, verankerde boerenlandbouw stuikte daardoor in elkaar en er vond een grootschalige plattelandsvlucht plaats. Daarmee kwam er een einde aan de zelfvoorziening en dus ook de voedselzekerheid. Dit verhaal is van A tot Z politiek, waarbij de derde wereldschulden als breekijzer gebruikt werden door de internationale instellingen en de rijke landen om markten in het Zuiden open te wrikken en uiteindelijk - willens en wetens - te ontwrichten.

Vandaag komt daar nog een zeer ernstig probleem bovenop: de prijsstijgingen van basisgranen als maïs of

1/2

tarwe, veelal ten gevolge van schandelijke speculatie in de handel van voedsel.  In Somalië, steeg de prijs van maïs met 106 procent in amper een jaar. In Ethiopië steeg de prijs van tarwe met  85 procent in vergelijking met vorig jaar. En in Kenia bereikte de maïs een waarde 55% boven die van 2010. Die prijsstijgingen maken voedsel onbereikbaar en leiden rechtstreeks tot honger. De prijs van voedsel wordt bepaald op de beurzen, de belangrijkste daarvan op wereldschaal is de beurs van Chicago. Mike Masters van het hedge fund 'Masters Capital Management' rekende ons voor dat 75% van de financiële investeringen in de landbouwsector een speculatief karakter heeft. De grondstoffen worden gekocht en verkocht met de bedoeling om de winst op te strijken, wat uiteindelijk leidt tot een verhoging van de prijs van voedsel voor de eindverbruiker. Esther Vivas in El Paìs: "Dezelfde banken, hedge funds en verzekeringsmaatschappijen die ons met een hypotheekcrisis opzadelden, zijn nu volop aan het speculeren met voedsel, waarbij  de sterk gedereguleerde wereldmarkten een hoog rendement mogelijk maken."

Politieke onstabiliteit, burgeroorlogen etc...spelen zeker ook een rol, maar het grotere plaatje toont wat anders. Klimaatverandering, vrijhandel en speculatie voeden de honger. Eénmaal de vlammen uit het huis slaan, kan je niet anders dan blussen. Maar laten we dan meteen ook werk maken van een goede brandveiligheid voor de toekomst. De klimaatverandering dient een halt te worden toegeroepen, via een internationaal en sociaal klimaatverdrag en engagementen land per land. Niet via een handeltje in vervuilingsrechten, dat tot nog meer speculatie en gesjoemel leidt. Vrijhandel, ondermeer in de landbouw, kent veel meer verliezers dan winnaars. Landen moeten het recht krijgen om markten af te schermen en een eigen economisch pad te volgen. Verankerde boerenlandbouw is daarbij één van de belangrijke middelen om tot voedselzekerheid en zelfvoorziening te komen. En laten we nu eindelijk die financiële markten ontwapenen. Zo niet zullen we van de ene crisis in de andere worden gecatapulteerd.

David Dessers is stafmedewerker van vzw Climaxi, beweging voor een sociaal klimaat en mede-auteur van enkele boeken rond (anders-)globalisering