Visquota 2017 en ons eindejaarsadvies: minder zeebaars
Vandaag werden de hoeveelheden vis (quota) bekend gemaakt die vissers van een aantal soorten mogen opvangen. In de Noordzee mogen vissers volgend jaar 15 % méér tong en makreel vangen, 10 % meer tarbot en griet. De zeebaarsvangsten worden beperkt. Voor de eerste keer houdt die beperking ernstig rekening met het verschil tussen kleine en grote boten. In België blijft het een verrassing dat die quota niet eens opgevist worden.
Via quota probeert de Europese Commissie het visbestand op peil te houden. In de Noordzee lukt dat gedeeltelijk. Al jaren is er méér tong en pladijs te zien. Die tendens wordt nu bevestigd in de cijfers voor volgend jaar. De cijfers komen tot stand na wetenschappelijke adviezen. Meestal worden die door de verschillende lidstaten in twijfel getrokken naar gelang het eigen economisch belang dat speelt. In grote orde volgen de cijfers van de ministerraad dit jaar de wetenschappelijke adviezen. Toch vindt marien bioloog Filip Volckaert de politieke inmenging overbodig, zegt hij op de website van VILT : “Dat advies is namelijk al een compromis. In het Scientific, Technical and Economic Committee for Fisheries (STECF) worden de wetenschappelijke voorstellen besproken met de industrie, de vissers en de natuurbeschermers. Dat werkt heel goed. Waarom moeten de ministers dan nog eens wat peper en zout op dat voorstel doen?”
Urbain Wittein van de Rederscentrale zegt in een persbericht: “We beseffen dat de wetenschappelijke modellen niet perfect kunnen weergeven wat de realiteit op zee is, maar de inspanningen van de vissers – in gans West-Europa – en het respecteren van afspraken, hebben duidelijk resultaat geleverd.” Ook Krien Hansen van Natuurpunt reageert voorzichtig positief: “In de meeste gevallen blijkt er rekening gehouden te worden met de wetenschappelijke adviezen, wat positief is. in de Ierse zee wordt geen rekening gehouden met het advies om niets meer te vangen. Te begrijpen van uit socio-economische noden: het is een zogenaamd bijvangst quotum. Of dit op lange termijn een goede keuze is, betwijfel ik. Het zal sowieso veel langer duren vooraleer het bestand daar hersteld en dus ook langer duren vooraleer onze vissers daar goede zaken kunnen doen.Voor roggen werd er in 3 van de 5 gevallen een quotumoverschrijding toegestaan. ook om de gevolgen van de aanlandingsverplichting op te vangen. omdat dit geen soortspecifiek quotum is, is dat een probleem voor de kwetsbare soorten roggen.Conclusie: we zijn op goede weg en het herstel van bvb tong in de Noordzee toont aan dat het werkt. maar we moeten wel consequent verder op deze weg en geen uitzonderingen blijven toestaan.”
Opvallend toch dat het overgrote deel van de betrokkenen vrij positief tot gematigd reageert op de nieuwe quota. De vermindering van de visvloot, duurzamere technieken en inspanningen van de vissers hebben er toe geleid dat het visbestand zich in de Noordelijke wateren aan het herstellen is. Gebieden zoals de Middellandse Zee of Gascogne (Zuid-Frankrijk/Spanje) zijn er slechter aan toe. De toegelaten vangsten voor kabeljauw, sprot e.a. dalen er verder, ondanks hevig verzet. Dat heeft ook wel te maken met het gebrek aan toezicht in deze regio. In de Ierse Zee gaat het dan weer heel slecht met het tongbestand.
ZEEBAARS
Een echt probleem vormt de zeebaars. Die is sterk bedreigd in alle gebieden. Het commercieel succes van de dure en veel gevraagde zeebaars dreigt de soort de nek om te draaien. Het quota-overleg tussen de verschillende Europese lidstaten heeft strenge maatregelen opgelegd: wie met sleepnetten vist mag nog 400 kg zeebaars vangen per maand, rechtstaande netten in zee mogen tot 250 kg. per maand aan land brengen en gespecialiseerde lijnvissers kunnen tot 1000 kg per maand gaan. “De vangst van zeebaars wordt daarmee gereserveerd voor de kleinere schepen die minder schade berokkenen en met minder vis naar huis komen. Voor ons is dit een goede zaak” zegt Ger De Ruyter van Life (Low Impact Fishers of Europe).
Climaxi vindt deze quota 2017 ook een stap in de goede richting maar blijft zich nog altijd vragen stellen bij dit ingewikkeld systeem. Op zijn minst moet er gewerkt worden naar harmonisatie: voor de ene vis zijn er nu minimum-groottes, voor de andere maximaal op te vangen quota per jaar, nog voor de andere per maand. Het systeem rond zeebaars is bijzonder moeilijk controleerbaar. Men maakt beter werk van een vergaande ruimtelijke ordening op zee met zones waarin precies bepaald wordt wie wat mag vissen.
De quota moeten ook nog omgezet worden naar de visserijsector per land. In Groot-Brittannië vb. krijgen de kleine vissers haast niets. In België blijven we met een groot mysterie zitten: een groot deel van onze quota wordt niet opgevist. Op de website van de Rederscentrale kan men de stand der vangsten volgen: Eind november is er nauwelijks 62 % van het toegelaten kabeljauw quotum opgevist, 25 % van de schelvis, 60 % van de pladijs, 51 % van de zeeduivel, 69 % van de tong. Wij blijven ons afvragen hoe dat komt: is onze vloot te klein? Zit die toegelaten hoeveelheid er gewoon niet? Zijn er andere reden die dit verklaren?
Climaxi vindt ook dat de Europese Unie dringend de garnalenproblematiek moet bekijken. De garnaal schuift op naar het Noorden en de concurrentie tussen Nederlanders en Belgen is vb. groot. Er moet ook een herziening komen van de wateren die elke lidstaat voor zichzelf kan reserveren.
EINDEJAARSADVIES
Climaxi gelooft niet in viswijzers zoals MSC en andere lijstjes die dikwijls zéér vereenvoudigd te werk gaan en daardoor in onze ogen weinig consequent te werk gaan: bestanden als tong, die in de lift zitten, worden afgeraden en men houdt geen rekening met voedselkilometers. De eigen MSC-gelabelde soorten worden voor getrokken.
Climaxi wil wel een aantal algemene tips meegeven voor horeca en visconsument:
- -Eet eens wat andere soorten dan de klassieke kabeljauw, tong, pladijs en co. Er bestaan nog lekkere vissoorten (pieterman, steenbolk). Zie de website van de North Sea Chefs. Kies voor soorten die niet bedreigd zijn. Laat tonijn links liggen.
- Laat de supermarkten links liggen en ga naar een viswin
- kel of marktkraam waar men zijn vis kent en vraag van waar hij komt. De tong uit de Noordzee is er beter aan toe dan die in de Golf van Biskaje. Een echte vishandelaar geeft graag advies. Laat geïmporteerde vissoorten of uitheemse aquacultuur (pangasius, zalm, scampi) liggen. Ze zijn dikwijls gekweekt in bizarre omstandigheden, worden veel behandeld met antibiotica en andere stoffen en het kost liters aan keroseen om ze hier te krijgen.
- Zeker voor gevoelige soorten (vb. zeebaars) is het belangrijk naar de herkomst te vragen en naar de vangsttechniek. Kies voor zeebaars die met de lijn gevangen werd.
- Aanbevolen literatuur: Vis en Zeevruchtengids voor professionele gebruikers van het VLIZ. Het grote Noordzee vis kookboek van Felix Alen. Beide uitgaven kan je bestellen via vzw Climaxi via ons contactformulier.
Filip De Bodt