Kinderen en vrouwen zwaar de dupe van nucleaire straling (en ondeugdelijke normen)
Al bijna 70 jaar is bekend dat niet alle mensen even stralingsgevoelig zijn. Zo wisten Amerikanen al in 1960 dat vooral kinderen stralingsgevoeliger zijn en lag het voor de hand dat de Amerikaanse Federal Radiation Council (FRC) alle stralingsnormen op een Standaard Kind zou afstemmen. Maar al gauw kwam de FRC hierop terug en handhaafde het de veel soepeler normen voor de Standaard Man, later Reference Man geheten. Ook de ICRP, de Internationale Commissie voor Stralingsbescherming, die bepaalt aan hoeveel straling mensen blootgesteld mogen worden, gaat uit van de Reference Man. Zo komt het dat vrouwen, kinderen en foetussen twee tot vijftienmaal zoveel straling mogen ontvangen als medisch verantwoord is. Tumoren en andere aandoeningen openbaren zich niet meteen. Daarom zijn het de nieuwste studies die de gevolgen van blootstelling aan te hoge stralingsdoses pijnlijk duidelijk maken.
‘Reference Child’ kwam er niet
Bij kinderen – met name bij baby’s en foetussen – heeft de hogere gevoeligheid te maken met hun groei. Lichaamsgroei is celdeling. Als straling die deling verstoort, is de kans op kanker vier tot vijftien keer zo groot als bij volwassenen. Dat vrouwen tweemaal zo stralingsgevoelig zijn als mannen laat zich verklaren uit haar voortplantingsweefsel en de gevoelige borstklier. In recente studies blijken jonge meisjes ook gevoeliger dan jongens, al moet de precieze oorzaak nog nader worden onderzocht.
Maar hoe verschillend mensen ook zijn, ze delen dezelfde ruimte, ademen dezelfde lucht in en drinken hetzelfde water. Dat maakt de meest gevoelige automatisch tot norm. Met een vergelijking: een zwembad is pas veilig voor de bevolking als geheel, indien het de diepte van een kikkerbad heeft. Door niet de meest kwetsbare als uitgangspunt te nemen, maar de Standaard- of Reference Man, heeft men vele tientallen jaren twee derde van de wereldbevolking onvoldoende beschermd, want de ICRP-normen voor radioactieve straling gelden in alle landen. Dat wetenschappers wisten van deze onvoldoende bescherming van vrouwen en kinderen blijkt uit de uitzonderingsbepaling voor zwangere stralingswerkers. Die mogen slechts een twintigste van de dosis ontvangen waaraan collega’s blootgesteld mogen worden. Zwangere stralingswerkers worden individueel gemonitord, zwangere burgers niet.
Nucleaire lobby
In de vorige eeuw was er weinig oog voor de specifieke gevoeligheid van kinderen en vrouwen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) deed er nooit serieus onderzoek naar. Zou de WHO dat wel doen, dan moet het zo’n plan eerst voorleggen aan het Internationaal Atoomenergie Agentschap (het IAEA), dat het onderzoek in theorie zou kunnen verijdelen. Op 28 mei 1959 namelijk tekenden WHO en IAEA het verdrag ‘WHA 12-40’. Daarin staat: ‘Steeds als een van beide organisaties een programma of activiteit plant over een onderwerp waar de andere organisatie een groot belang bij heeft of kan hebben, moet de eerste organisatie de andere raadplegen met de bedoeling de zaak zo te regelen dat beide organisaties ermee instemmen.’ Deze verdragstekst leest alsof beide organisaties een gelijkwaardige status hebben, maar in de praktijk blijkt de stem van de WHO, die de wereldgezondheid bevordert, ondergeschikt aan de stem van het IAEA, dat kernenergie promoot. Soms gaat dat gepaard met het ontslag van kritische wetenschappers, zoals de Brit Keith Baverstock. (Zie ook: Critical Comments.docx on WHO & IAEA, door Dr. Katsumi Furitsu (2009).)
In de nucleaire sector gaan honderden miljarden om. Aanscherping van de normen zet inkomen en werk van veel mensen op de tocht. Toen in de jaren zeventig van de vorige eeuw ontdekt werd dat radioactiviteit een factor tien tot dertig gevaarlijker bleek dan voorheen was aangenomen, werden de stralingsnormen door de ICRP versoepeld. Vergelijk de rapporten ICRP-9 en ICRP-26, waarin de stralingsdoses op longen en roodbeenmerg worden verveelvoudigd. Wijlen Dr. Leendert Ginjaar, minister van Volksgezondheid, verzette zich destijds hevig, waardoor de soepeler normen in Nederland pas na jaren vertraging ingevoerd werden. Ook in de VS was kritiek. Karl Z. Morgan, voormalig ICRP-lid, schreef in zijn memoires over de infiltratie van de ICRP door de nucleaire lobby.
Hoewel de lichaamsdosis voor burgers inmiddels aangescherpt is, blijven de dosislimieten voor afzonderlijke organen hoog en zijn normen nog altijd afgestemd op de Reference Man. Maar de tijd is als een foto die de schade aan onze gezondheid nu langzaam aan het licht brengt. In de hele wereld verschijnen steeds meer studies over de stijging van kankers. De Britse onderzoeker Dr. Ian Fairlie concludeert dat omwonenden van een kerncentrale en vooral jonge vrouwen en kinderen ook bij lage, nog veilig genoemde doses extra risico’s lopen. In zijn rapport Radiation risks and cancer in children’ uit 2021 verwijst hij bovendien naar studies van collega’s in tal van andere landen Zie ook: David J. Brenner (2020) en Childhood leukemia near nuclear sites in Belgium (2021) Vooral de toename van leukemie is een wereldwijd patroon.
Uraniummijnen
Kernenergie ontstaat door splijting van uranium, een radioactief en giftig metaal. Uraniumatomen zenden vier kerndeeltjes tegelijk uit. Dat ‘bombardement’ van deeltjes wordt alfastraling genoemd. Er is ook straling zonder deeltjes, zoals röntgen- of gammastraling. Alle deeltjesstraling en vooral alfastraling is bijzonder schadelijk. Buiten je lichaam kun je haar met papier tegenhouden. Maar adem of slik je haar in, dan gaat de deeltjesstraling in bijvoorbeeld je longen verder en kan ze er een tumor veroorzaken. Ook kan ze je DNA veranderen, waardoor de schade zich pas in volgende generaties openbaart.
Nog hachelijker dan de situatie van omwonenden van een centrale, is die van mensen in de buurt van uraniummijnen, aldus de BMJ, de British Medical Journal . Uranium zit meestal sterk verspreid in de aardbodem zodat het voor omwonenden geen gevaar oplevert, totdat het wordt gewonnen. Om één kerncentrale voor een jaar aan splijtstof te helpen, moeten 440.000 ton erts worden gedolven. Het ertsafval wordt bij de mijn gedumpt. Vaak liggen deze mijnen in afgelegen streken, waar de oorspronkelijke bewoners voor hun voedsel en water afhankelijk zijn van besmet geraakte grond.
Bij de Indiase stad Jadugoada bevinden zich zes mijnen en is een sterke toename van baby’s met aangeboren afwijkingen. Dat zijn kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap aan mijnafval blootgesteld werden. In Arlit in Niger, waar Frankrijk uranium delft, is een stralingsniveau hoger dan rond Tsjernobyl. Opgemerkt moet worden dat het voor omwonenden gaat om een levenslange en permanente blootstelling waarbij straling en giftigheid elkaar over en weer versterken. In Australië sterven Aboriginals, in de VS de Navajo’s. Wat opvalt in de passsages in de BMJ over uraniummijnen, is dat voornamelijk zuigelingen en kinderen slachtoffer worden.
Waarschijnlijk onder druk van de groeiende bewijslast in wetenschappelijke studies is een kentering zichtbaar. In 2022 erkende de ICRP dat belangrijke parameters moeten worden herzien en risicomodellen verbeterd. Het lijkt bedekte taal voor het afscheid van de Reference Man. De Belgische Hoge Gezondheidsraad is stelliger in zijn adviezen en dringt aan op meer bescherming van kinderen en zwangere vrouwen. Hopelijk blijft het niet bij woorden en wint de gezondheid het ten langen leste van geld.
Els de Groen