Betere meetmethodes: uitstoot veel groter dan gedacht
Climate Trace ging van start in 2019 toen twee van de startende Ngo’s, WattTime en Transition Zero, een dotatie kregen van Google.org om emissies van energiecentrales te monitoren vanuit de ruimte via satellieten. Vandaag bestaat de coalitie uit een netwerk van meer dan 50 verschillende partners, waaronder Al Gore, universiteiten, Ngo’s en bedrijven. Climate Trace maakt gebruikt van artificiële intelligentie en 'machine learning' om 59 biljoen gigabyte aan data te analyseren. Die data komen voort uit zo’n 300 satellieten, 11000 sensoren en diverse andere databronnen zoals Open Streetmap.
Tot nu toe hadden we decennialang enkel ruwe, algemene data zoals de Keelingcurve (de grafiek die de accumulatie van CO² partikels met sinds 1958 in Mauna Lao) die ons een zicht gaven op de uitstoot. Daardoor weten we dat de uitstoot toeneemt en dat dat komt door het gebruik van fossiele brandstoffen. Maar waar, wanneer en door wie die uitstoot gebeurde, daar hadden we grotendeels het gissen naar. Actieplannen, doelstellingen en akkoorden baseerden zich voor hun data vooral op zelfrapportage. Niet alleen moet er voor die zelfrapportage gerekend worden op eerlijkheid, transparantie en kunde van heel wat participanten (die er vaak belang bij hadden hun aandeel kleiner voor te stellen) maar het zorgde ook voor heel wat vertraging. Zo brengen ontwikkelde landen hun cijfers slechts meer dan een jaar na het gemonitorde jaar naar buiten. In het geval van ontwikkelende landen gebeurt dit slechts zelfs na twee jaar. Dit zorgt onder meer ook voor allerlei conflicten over de cijfers en het relatieve aandeel van uitstoters. Sommige landen, zoals Iran, die de klimaatakkoorden niet ratificeerden dienen zelfs helemaal geen cijfers in.
Het nieuwe onderzoek maakt nu mogelijk om uit al die data real life de uitstoot te meten. Dit kan per locatie, per industrie (een belangrijke focus ligt op de scheepvaart en haar impact, waar de uitstoot per schip kan worden gevolgd), regio of land. Bijvoorbeeld in het geval van energiecentrales is de uitstoot met satellieten alleen moeilijk te meten door achtergrond pollutie, windstromen of het weertype. Door de data van de satellieten echter te combineren met andere data, zoals de hoeveelheid stoom uit koeltorens, infrarood meting van warmte tot zelfs waterrimpelingen die verraden of het water in de buurt gebruikt wordt voor afkoeling.
Al deze data worden ook uitgewisseld met data van locatie met CO² meters. Alle data worden transparant, voor iedereen raadpleegbaar en toegankelijk gemaakt op de website van Climate Trace ( https://climatetrace.org/map ) waar er onder meer een kaart te vinden is van 79 815 fysieke locaties. Op elk van deze locaties kan worden ingezoomd om te zien, wat het is en hoeveel er wordt uitgestoten. Zo leren we voor ons land dat de Arcelor Mittal Staalfabriek in Gent als grootste individuele uitstoter van ons land en 640ste wereldwijd in de lijst van Climate Trace, verantwoordelijk is voor 7,13 miljoen ton uitstoot (dat zou volgens huidige schattingen gelijk zijn aan de uitstoot van zo’n 700 000 Belgen). Total Antwerp voor 4,08 miljoen ton. Exxon Antwerp voor 3,06 miljoen ton. De luchthaven van Zaventem zorgt voor 1,64 miljoen ton co² equivalenten.
De bevindingen die uit de onderzoeken komen zijn verre van mals. Volgens de uiteindelijke totaalschatting die Climate Trace maakt zou de wereld in 2021 in totaal 56,66 gigaton C0² equivalent hebben uitgestoten. Eén gigaton is 1 miljard ton. De schattingen van het Global Carbon Project, dat tot nu toe als autoriteit diende werd, raamden die uitstoot in 2021 op 40,2 gigaton. Kortom de uitstoot zou zo’n 40 % hoger liggen dan tot nu toe werd aangenomen. Zo zouden de cijfers van Climate Trace voor bijvoorbeeld Australië betekenen dat het land 0,65 gigaton uitstoot terwijl het Global Carbon Project de uitstoot van Australië op 0,39 gigaton schatte.
Professor duurzaamheid Paul Newman van de Curtin University zegt het volgende: “Climate Trace toont dat Olie en gas de grote fouten zijn in het verhaal. Ze rapporteren blijkbaar maar de helft van hun eigenlijke uitstoot die voortkomt uit de productie van hun brandstof. De rapportage van hun eigenlijke uitstoot, die ook methaanlekken omvat, beslaat zelfs slechts een derde. De tweede grote fout ligt bij de onderrapportage energiecentrales. De 500 grootste uitstoters op de Climate Trace lijst stoten evenveel uit als de Verenigde Staten. 51 % van die uitstoters zijn energiecentrales.”
De betekenis van dit alles in het klimaatdebat is enorm. Ten eerste kunnen objectiveerbare en transparante cijfers het cijfers debat uit het politieke steekspel halen. Meten is weten en maakt vrij van retoriek en machtsdiscours. Bovendien dienen de geschatte huidige cijfers ook om de offset te bepalen van de bedrijven, namelijk hoeveel ze moeten betalen om de CO² die ze produceerden te betalen. Voor een aantal bedrijven, vooral uit de fossiele sector en de energiesector, zie het plaatje er plots heel wat slechter uit. Zeker ook voor wat ‘scope 3’ emissies worden genoemd: indirecte uitstoot door de activiteiten van bedrijven. Het komt er nu op aan zo snel mogelijk deze cijfers als bron te nemen en de kosten voor de bedrijven aan te passen. Ook belangrijk is dat we betrouwbaardere cijfers krijgen per land, zodat er minder mist kan worden gespoten hierover.
Wat betekent dit alles voor ons land? Volgens klimaat.be bedroeg de uitstoot van voor 2020 broeikasgassen 106,4 miljoen ton CO² equivalenten. Een daling met 26,9 % in vergelijking met 1990 zo wordt daarbij verteld. Als we kijken bij België op de site van Climate Trace, dan zien we daar dat België 0,83 miljard ton uitstootte in de zes jaar van 2015 tot en met 2020. Dat is gemiddeld 138,3 miljoen ton per jaar, kortom een heel stuk hoger dan de tot nu toe gehanteerde cijfers en zowat gelijk met wat ons land uitstootte in 1990 volgens de oude berekeningen.
Rekening houdende met de onderrapportage door energieproducenten van hun uitstoot, zou het zeker interessant zijn om bijvoorbeeld eens te kijken wat de impact van deze manier van berekenen zou zijn op de cijfers van de op een na grootste uitstoter van ons land: Engie. Maar wat zeker ook interessant is, zijn de cijfers van de raffinaderijen in de Antwerpse haven. Het is zeer moeilijk gerapporteerde cijfers te vinden online, maar van Gumvor wordt gedacht dat ze jaarlijks ongeveer een half miljoen ton co2 uitstoten. Als we kijken op de kaart van Climate Trace komen we voor Gumvor uit bij een uitstoot van 1,22 miljoen ton CO². Meer dan heet dubbele. De ETS Registry gaf voor 2010 een CO² uitstoot van de Total Antwerp Refinery van 3 miljoen ton co². Op de Climate Trace kaart gaat het 4,08 miljoen ton. Of 33 % meer. Het zal dus de moeite lonen om de rapportages hier ter vergelijken met de cijfers van Climate Trace. Wat zeker ook interessant is voor de actuele debatten zijn de cijfers van de lokale luchthavens. Antwerpen-Deurne stootte in 2021 8,37 kiloton co² uit. Luik stootte 863 kiloton uit. Oostende 104 kiloton.
De bevindingen van Climate Trace maken duidelijk waarom ze veel ophef veroorzaakten op de klimaatconferentie vorige maand en dat er veel opwinding hieromtrent was bij zowel de VN als bij veel Ngo’s. Nu nog de politiek meekrijgen. Het zou toch de bedoeling moeten zijn dat onze regeringen en parlementsleden die de dossiers opvolgen deze cijfers bestuderen, vertalen naar de situatie in ons land en daar aangepast beleid rond ontwerpen.
Sammy Roelant