Oudste Belgische kerncentrale tien jaar langer open
Belgische regering blijft geloven in het sprookje van veilige en goedkope kernenergie.
De organisaties Friends of the Earth vzw, Climaxi vzw, ’t Uilekot en Klimaat en Sociale Rechtvaardigheid vinden dat het kernkabinet de wet op de kernuitstap van 2003 uitholt door deze wet slechts ten dele in uitvoering te brengen. In de volgende tekst verduidelijken ze hun standpunt.
Enerzijds is beslist om de oude kernreactoren van Doel in 2015 conform het tijdschema in de wet te sluiten. Maar de organisaties vinden het onverantwoord dat de overheid de oudste Belgische kernreactor Tihange 1 nog tot 2025 operationeel wil houden.
Het upgraden van de onveilige Tihange 1 kernreactor vergt nieuwe investeringen in nucleaire technologie. Dit geld kan beter besteed worden in veilige en hernieuwbare energiesystemen en in het stimuleren van energiebesparing. Daarnaast moeten er ook bijkomende investeringen gebeuren in de opslagmogelijkheden van hernieuwbare energie en in een beter netwerk met de buurlanden om energietekorten of overschotten op te vangen.
Greenpeace en INFORSE hebben scenario's ontwikkeld voor een 100% hernieuwbare energieopwekking tegen
2050. Maar om dit te realiseren is het van vitaal belang dat de federale regering duidelijk stelt dat de wet van 2003 behouden blijft waardoor de sluiting van België's oudste kernreactoren vanaf 2015 wordt gegarandeerd. Het kernkabinet heeft er echter anders over beslist.
Sleutelfiguren uit de industrie en politici hebben de wet van 2003 voortdurend in vraag gesteld. Dit heeft ertoe geleid dat er vandaag een gebrek is aan investeringen vanuit de overheid en een aanslepende onzekerheid bij private investeerders, hetgeen een heel ongunstig klimaat schiep voor de ontwikkeling van energie-efficiëntie en projecten van hernieuwbare energie. Een rapport van het Belgische directoraat-generaal voor Energie suggereerde dat “de lichten zouden uitgaan” ingevolge de uitfasering van kernenergie. In dat rapport werd echter niet gesproken over het potentieel voor energie-efficiëntie en wordt abstractie gemaakt van de bijdrage van hernieuwbare energietoepassingen. Nochtans hebben talrijke studies aangetoond dat zowel in België als in geheel Europa iedereen van voldoende energie kan voorzien worden zonder kernenergie.
De vrees van de vakbonden en andere opiniemakers dat er door de sluiting van Doel 1 en 2 honderden jobs verloren zouden gaan, is nogal overtrokken, aangezien het personeel van deze kerncentrales nog jarenlang ingezet kan worden bij de ontmanteling ervan. Bovendien wordt hier ook niet stilgestaan bij de jobs, gecreëerd door hernieuwbare energietoepassingen. Er zijn reeds 6000 jobs in de windenergiesector en er wordt voorzien dat dit zal toenemen tot 13000 in 2020. Het ABVV vreest dat Electrabel uit onvrede met de overheidsbeslissing om Doel 1 en 2 in 2015 te sluiten, ook Tihange 1 vroegtijdig zal sluiten. Voor de organisaties die deze opinie ondertekenen, is een vroegtijdige sluiting uiteraard wenselijk, omdat deze centrale van 1975 dateert en dus té oud is. Volgens het ABVV zijn er na de positieve resultaten van de stresstests geen goede redenen meer om vast te houden aan de kernuitstap. Er dient echter op gewezen te worden dat deze stresstests van de kerncentrales werden uitgevoerd door de nucleaire industrie zelf en er geen tegenexpertise van onafhankelijke deskundigen werd toegelaten.
VUB Professor Gilbert Eggermont, nucleaire veiligheidsexpert, heeft verklaard dat de stresstests die de kerncentrales ondergingen grote beperkingen vertoonden. Sedert Fukushima heeft het vertrouwen van deze expert in de zelfregulering van de nucleaire sector een flinke deuk gekregen. De nucleaire sector is volgens hem een voorbeeld van een experteneiland, waar de rangen worden gesloten na een nucleaire ramp van het kaliber van Fukushima, en waar men enkel nog onkritisch en zelfverdedigend denkt. De laatste drie grote rampen
1/2
geven toch duidelijk aan dat er iets ernstigs schort met de betrouwbaarheid van deze risicobepalingen. Wetenschappers van het Max Planck Instituut voor Chemie hebben in 2011 berekend dat een zware kernramp gemiddeld om de 10 à 20 jaar kan plaatsvinden. Zij bevelen een onmiddellijke internationaal gecoördineerde afbouw van kerncentrales aan.