Wat met ons openbaar vervoer?
Interview met Stan Reusen, Adjunct Federaal secretaris bij ACOD De Lijn.
Climaxi: Begin januari ging het nieuwe vervoersplan van De Lijn in werking. 1 op 6 bushaltes werden geschrapt volgens de beginselen van ‘basisbereikbaarheid’. Europa heeft een visie uitgewerkt rond mobiliteit en die staat haaks op de afbouw van het aantal haltes.
Stan Reusen: Het Europese beleid trekt een duidelijke kaart voor meer openbaar vervoer zowel in steden als op het platteland. Dit plan zou tegen 2027 in werking moeten zijn en zet in op een mobiliteitsmix van parkings aan stations, deelfietsen, treinverkeer en deelauto’s. Europa zet daarbij in op de elektrificering van auto’s en bussen. België heeft dit akkoord ondertekend. Maar het beleid staat in schril contrast met bijvoorbeeld Luxemburg. Daar heeft men massaal geïnvesteerd in openbaar vervoer waardoor mensen uitgenodigd worden om zich op een andere manier te verplaatsen. Het beleid van Europa geeft richtlijnen en is sturend, maar heeft geen stok achter de deur. Als België en daarbij Vlaanderen niet volgt in het elektrificeren of investeren in openbaar vervoer, is er geen consequentie. Daarnaast heeft Europa zelf ook een aantal steken laten vallen. Ze heeft niet geïnvesteerd in batterijfabrieken of aangestuurd op groepsaankopen voor lidstaten van elektrische bussen. Het resultaat is dat elke lidstaat nu naar de goedkoopste bus zoekt en die vindt in Azië, niet op de Europese markt.
Climaxi: Minister van mobiliteit Lydia Peeters sloeg zichzelf op de borst met forse investeringen in De Lijn tijdens haar legislatuur.
SR: De investeringen in De Lijn lopen al jaren achter waardoor het wagenpark verouderd is en stelplaatsen niet gerenoveerd worden. Minister Lydia Peeters heeft inderdaad een inhaalbeweging gedaan, maar die is nog steeds te weinig voor jaren van onderinvestering. Daarbij komt dat we een groot onderscheid moeten maken tussen investeringen en exploitatiemiddelen. Europa maant lidstaten aan om forse investeringen te doen, onder andere in elektrificering. Daarvoor kunnen er ook gemakkelijk middelen gekregen worden via Europese investeringsbank. Maar De Lijn heeft ook nood aan mensen die dit allemaal organiseren, mensen die investeringsdossiers aanvragen, opvolgen, nieuwe bussen inplannen en laten rijden. We zijn niets met een nieuwe bus waar geen kat naar kijkt om ze in te zetten. De exploitatiemiddelen worden vergeten en de begroting gaat in het rood. Daardoor is De Lijn genoodzaakt om haar tickets te verhogen en zo de prijs voor de reiziger te doen stijgen.
Vlaanderen is de logistieke hub van West Europa, via onze haven komt de wereld binnen die verspreid moet worden door Europa. Het idee dat zoveel mogelijk personenvervoer dan van de weg gehaald wordt waardoor er minder files zijn, is enkel een goede zaak voor de doorstroom van goederen en daaraan gekoppeld onze welvaart.
Climaxi: De Lijn kreeg in 1991 de opdracht van de Vlaamse Overheid om het openbaar vervoer autonoom te organiseren. Sinds de vorige legislatuur zijn er vervoersregioraden opgericht met lokale besturen en Vlaamse administraties. Zij krijgen meer beslissingsrecht over waar bussen moeten rijden en hoe middelen gespendeerd worden.
SR: Europa dringt aan op een stevig wetgevend kader waarbinnen privé spelers het openbaar vervoer kunnen aanbieden. Dit systeem is vatbaar voor achterpoortjes en zet geen dam tegen winstmaximalisatie van de privéspelers. Persoonlijk vind ik het systeem in Vlaanderen nog niet zo slecht. De Lijn heeft 50% van de markt van het openbaar vervoer in handen en zet zo ook kwalitatief de norm. De contracten van buschauffeurs bij De Lijn zetten zo een norm voor contracten bij onderaannemers.
De vervoersregio’s zetten het solidariteitsprincipe onder druk. Op plaatsen waar openbaar vervoer veel gebruikt wordt kan men kosten compenseren en eventueel winst maken, zoals in steden. Deze winst dient dan om bussen die niet zo vaak vol zitten maar nodig zijn om bereikbaarheid te bekostigen. Europa en nu ook de vervoersregio’s geven meer macht aan de steden. Je ziet dat in een vervoersregio als Antwerpen. Kennis is macht en dit spelen vooral de steden uit binnen de vervoersregioraden. Zij komen met kennis van zaken aan binnen zo een raad ten opzichte van kleinere gemeenten. Hierdoor zijn zij beter in staat om de beperkte middelen (budgetneutraliteit van basisbereikbaarheid) naar zich toe te trekken.
Climaxi: Wat is er volgens jou nodig om de befaamde modal shift, omslag naar meer openbaar vervoer, waar te maken?
SR: Het beleid moet in eerste instantie werk maken van de onderinvesteringen op te trekken. Ik ben geen pleitbezorger om dit ineens met grote stappen te doen. De bovenbouw van De Lijn is zo uitgehold dat we eerst opnieuw ook personeel moeten aanwerven die zich organiseren om de nieuwe investeringen in goede banen te leiden en zichtbaar te maken voor reizigers. Dit loopt samen met extra aanwervingen van chauffeurs en planners. Daarnaast moet er een beleid komen dat straten anders inricht. Nu is de auto overal koning. Dit kan anders. Zo kan er beter ingezet worden op buurtparkings, parkings uit straatbeeld halen en ontharden van straten. Het principe van combimobiliteit moet uitgerold worden, zeker voor het platteland. Mensen moeten, ook in hun vrije tijd, gemakkelijk en goedkoop het openbaar vervoer kunnen nemen en overstappen op fiets, deelauto of andere modi. Nu zijn er nog veel te veel salariswagens en worden tarieven niet gelijkgeschakeld met trein, tram, bus. Belangrijk bij deze combimobiliteit is dat deze de sociale zekerheid niet verder uitholt zoals salariswagens dat nu wel doen.
Ik ben voorstander om alle openbaar vervoer op Vlaams niveau te organiseren, weg van steden. Zodat bussen vervoersoverschrijdend rijden en dat er overzicht is van financiën. Nu dreigen we in een kluwen tussen vervoersregio’s, Vlaanderen en steden en gemeenten te geraken. Van dit kluwen heeft de gebruiker het meeste last.
Willen we naar een modelshift waar verplaatsingen duurzamer verlopen? Deze vraag is eigenlijk een no-brainer als je kijkt naar onze klimaatdoelstellingen. Als we onze welvaart willen behouden hebben we volgens mij geen andere keuze. Maar we moeten eerlijk zijn als politici vanuit hun ivoren toren niet zien dat we iedereen hierin mee moeten krijgen, dan hebben we een groot probleem. Mensen verplichten creëert afgunst en deze verliezen we aan klimaatontkenners. Dus voor mij is een klimaatbeleid waar ook onze mobiliteit onder valt onlosmakelijk verbonden aan een sociaal beleid. Neem iedereen mee, overtuig hen en stel hun koopkracht veilig.
Op 24 april voert de busbeweging actie in Gent. Een herdenkingsceremonie voor de bushaltes. Om 14u op het Woodrow Wilsonplein in Gent
Katrin Van den Troost
Cartoon: Arnulf