COP 21: Paris s'éveille?

Van 30 november tot en met 11 december vindt in Parijs de 21ste jaarlijkse klimaatconferentie van de Verenigde Naties plaats. De verwachtingen rond die zogenaamde COP21 zijn hooggespannen. In Parijs zou er dan eindelijk een internationaal klimaatverdrag uit de bus moeten komen, dat de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd moet beteugelen en dat vanaf 2020 in werking zou treden. Of dat ook gaat lukken is een andere vraag. Een totale flop, zoals in Kopenhagen in 2009, zal het allicht niet worden, maar velen vrezen dat het ‘too little, too late’ zal zijn. De internationale klimaatbeweging zal alvast massaal op de afspraak zijn om druk op de ketel te zetten.

Wat al langer gevreesd werd, wordt nu ook in zoveel woorden gezegd. Christiana Figueres, topvrouw van de VN-klimaatpoot UNFCCC, liet onlangs weten dat de VN er niet langer van uitgaat dat de opwarming beperkt zal kunnen blijven tot twee graden. Voortaan ligt de lat op drie graden opwarming tegen het einde van de eeuw. Figueres: “Van een opwarming van 4 tot 5 graden kan absoluut geen sprake zijn. Is 3 graden aanvaardbaar? Neen. Maar met wat er nu op tafel ligt, vormt dat de basis: de eerste collectieve inspanning om, land per land, de eerste steen te leggen. (1)”

Het is voor het eerst dat de grens van twee graden opwarming zo uitdrukkelijk wordt losgelaten. Nochtans hebben de wetenschappers van het VN-klimaatpanel IPCC ons steevast voorgehouden dat een opwarming van meer dan twee graden tot onvoorziene gevolgen zal leiden. Drie graden wordt gezien als een gevaarlijk kantelpunt, waarbij de veranderingen oncontroleerbaar zouden kunnen worden. Zo wordt bijvoorbeeld de kans extreem groot dat tropische regenwouden blootgesteld worden aan bosbranden. Deze bossen zijn niet bestand tegen droogte en niet geëvolueerd om zichzelf te beschermen tegen bosbranden. Het verbranden van tropisch regenwoud kan ertoe leiden dat grote hoeveelheden CO2 die tot nu toe in die wouden opgeslagen waren, in de atmosfeer terecht komen. Wat de klimaatverandering dan weer verder op hol doet slaan. Drie graden betekent dus spelen met vuur.

Alarmlichten op rood

Maar de stelregel dat de opwarming onder de twee graden dient te blijven, blijkt dus niet langer het uitgangspunt te zijn. Op basis van de investeringsbeslissingen die reeds gebeurd zijn, zoals de opstart van nieuwe fossiele energiecentrales en de investeringen die gepland staan, gaan de meeste waarnemers zelfs uit van een waarschijnlijke opwarming van vier graden tegen 2100, als we niet ingrijpen. Dat is een opwarming met catastrofale gevolgen. Met het loslaten van de dwingende aanbeveling van het IPCC om de lat op maximaal twee graden te leggen, begeeft Figueres zich op een hellend vlak.

Ook als je naar de feiten kijkt, springen de alarmlichten op rood. Volgens registraties van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA was 2014 globaal het warmste jaar ooit sinds de start van de metingen.(2) De tien warmste jaren wereldwijd kwamen allemaal voor na 1997. En België vormt geen uitzondering. Ook voor ons land was 2014 het warmste jaar sinds de start van de metingen. Terwijl de ophoping van broeikasgassen in de atmosfeer maximaal 350 deeltjes per miljoen zou mogen bedragen, wezen metingen uit dat we in 2014 voor het eerst sinds 800.000 jaar aan 400 deeltjes per miljoen zaten. Tal van desastreuze weersfenomen, van droogtes tot orkanen, worden gelinkt aan de klimaatverandering. Het speelt zich voor onze ogen af. Vandaag wordt er in Europa gesproken over een vluchtelingencrisis. De instroom van mensen op zoek naar een veilige plek onder de zon is inderdaad aanzienlijk. Maar indien we naar een opwarming van 3 graden evolueren, zouden er 300 miljoen nieuwe klimaatvluchtelingen bijkomen. Dat is heel wat anders dan vandaag…

Lichtpuntje in het donker

Die ongemakkelijke waarheid is nochtans allerminst nieuw. We weten al jaren dat de klimaatverandering oprukt en veroorzaakt wordt door de uitstoot van broeikasgassen. En dus weten we eigenlijk ook al jaren wat er moet gebeuren om de opwarming een halt toe te roepen: we hebben nood aan een internationaal en bindend klimaatverdrag, dat land per land reductiedoelstellingen bepaalt. Zo’n klimaatverdrag moet ook rechtvaardig zijn, in die zin dat het landen geen kansen op ontwikkeling ontzegt en dat het rekening houdt met de mate waarin de betrokken landen al dan niet hebben bijgedragen tot het probleem. De geindustrialiseerde landen zijn immers verantwoordelijk voor meer dan drie kwart van de uitstoot en dienen dus de zwaarste inspanning te leveren. Die geindustrialiseerde landen moeten volgen het VN-klimaatpanel hun uitstoot verminderen met 40 procent tegen 2020 en 80 tot 95 procent tegen 2050.

Tja, zo bekeken lijkt het bijna logisch dat we niet onder die twee graden opwarming zullen blijven. In Parijs wordt er immers gesproken over een klimaatverdrag dat in voege zal treden in… 2020. Niet dat er op dat moment nergens al inspanningen zullen gebeurd zijn, maar die zullen heel ver onder de lat van het VN-klimaatpanel liggen. Lichtpuntje in dit donkere verhaal: in 2014 stagneerde voor het eerst de globale uitstoot van

broeikasgassen, terwijl de economie groeide met drie procent. (3) Optimisten zien er een eerste kentering in en menen dat die stagnering erop wijst dat de economische groei zich dankzij de hernieuwbare energie loskoppelt van de uitstoot van broeikasgassen. Voorts is het ook duidelijk dat er van onderop heel wat goede dingen gebeuren: heel wat steden voeren een ambitieus klimaatbeleid en vele gewone mensen organiseren zich in coöperatieven voor hernieuwbare energie of zijn bezig met stadslandbouw en duurzame mobiliteit. Maar dat kleine verzet kent veel te weinig navolging op het nationale of internationale niveau…

De kans dat er toch één of ander akkoord uit de bus zal komen is echter een stuk groter dan in Kopenhagen. Dat heeft vooral te maken met de gewijzigde houding van twee grote en machtige landen. In de VS heeft president Obama alvast de verdienste dat hij het klimaatprobleem erkent en niet negeert zoals zijn voorganger. Obama pleit voor een ‘marktgebaseerde oplossing voor de klimaatverandering’ en hij wil 26 tot 28 procent minder CO2 uitstoten tegen 2025. Dat hij daarbij 2005 als referentiejaar neemt en niet 1990, zoals bij Kyoto, zet één en ander in perspectief. Mocht je 1990 als referentiejaar nemen, kom je aan een reductie van 15 procent. Diezelfde Obama kondigde in november 2014 samen met de Chinese president Xi Jinping aan dat beide landen het voortouw willen nemen om tot een klimaatakkoord te komen in Parijs. China is aan de één kant de sterkste stijger op het vlak van de uitstoot van broeikasgassen. De uitstoot van de gemiddelde Chinees is nu al even groot als die van de gemiddelde Europeaan. Aan de andere kant investeert het land ook op grote schaal in hernieuwbare energie. Geen land deed beter in 2014. Slotsom: met de medewerking van de VS en China is de kans op een akkoord in Parijs veel groter dan zes jaar geleden. Maar, de ambities reiken niet ver genoeg om gevaarlijke vormen van klimaatverandering te ontlopen.

Maat voor niets

Hoe verlopen de voorbereidingen van de klimaattop in Parijs nu eigenlijk? De vorige klimaatconferentie, COP20, vond plaats in Lima in december 2014 en stond in het teken van de voorbereiding van Parijs. Die conferentie liep uit op een sisser. Het Belgische platform Klimaatgerechtigheid drukte er zijn ongenoegen over uit in een open brief. (4) “De klimaattop in Lima werd een maat voor niets. Er zijn geen duidelijke richtlijnen over wat landen op tafel moeten leggen in aanloop naar een nieuw klimaatakkoord in Parijs volgend jaar. (…) De rechtvaardige transitie naar een lage koolstofmaatschappij is dode letter gebleven”, zo klonk het vernietigend. De onderhandelingen liepen sindsdien door in beperkte sessies. Twee in het voorjaar, twee in het najaar.

De voorlaatste onderhandelingssessie vond plaats in Bonn van 31 augustus tot 4 september. Waarnemers zijn erg op hun hoede. Het was de bedoeling om tijdens die onderhandelingssessie de ontwerptekst voor Parijs in te korten van 80 naar 20 pagina’s. Die tekst is zo lang omdat hij bulkt van niet gemaakte keuzes en onenigheden. De sessie van Bonn slaagde er niet in om de tekst in te korten, en dus knopen door te hakken. Het is nu aan de voorzitters van het platform en aan de laatste sessie van oktober om de tekst te stroomlijnen.

Bindend verdrag of vrijwillige engagementen?

Voorts was het de afspraak dat er een oplijsting zou komen van de engagementen die de afzonderlijke landen zouden aangaan inzake het terugdringen van hun CO2-uitstoot. Johannes Nissen, Beleidsmedewerker klimaat van Bond Beter Leefmilieu stelt daarover het volgende: “Op negentig dagen van de top in Parijs hebben 56 landen engagementen ingediend. (…) Van 140 landen worden nog toezeggingen verwacht. Maar met de beloftes van vandaag komen we er niet: deze toezeggingen zijn ruim onvoldoende om de opwarming van de aarde tot 2°C te beperken.”(5) Hij trekt dan ook dezelfde conclusie als heel wat andere waarnemers uit de klimaatbeweging: het zou onverstandig zijn om die erg magere beloftes zomaar te gaan betonneren in een klimaatakkoord in Parijs.

Er wordt dan eerder gedacht aan een flexibel revisie- en verbeteringsmechanisme, waarbij landen bijvoorbeeld om de vijf jaar hun ambities kunnen opkrikken. De vraag is of je nog kan spreken van een internationaal en bindend verdrag wanneer landen zelf hun ambitieniveau bepalen en ook zelf bepalen wanneer ze dat ambitieniveau opkrikken. Spreek je in dat geval niet eerder over vrijwillige engagementen, die vastgelegd worden in een internationale afspraak, dan wel over een bindend verdrag, dat vertrekt vanuit wat nodig is, niet vanuit wat men al dan niet bereid is om te doen. Dit alles lijkt erop te wijzen dat Christiana Figueres met haar verklaring over de drie graden opwarming eigenlijk al anticipeert op de zwakke engagementen die de landen tot hiertoe lieten optekenen. Het betekent eigenlijk niets anders dan je neerleggen bij die magere beloftes en je dus neerleggen bij een gevaarlijke opwarming, met niet te voorspellen gevolgen…

Met Air-France voor het klimaat

De klimaatconferentie van Parijs wordt, net als eerdere conferenties, gesponsord door een hele reeks private bedrijven, vaak met een bedenkelijke reputatie op milieuvlak. COP21 blijkt niet enkel gesponsord door AirFrance, een maatschappij gekant tegen emissiereducties in de luchtvaart, maar ook door energiebedrijven Suez, EDF en Engie, gekend van kolen, gas en kernenergie of autobouwers als Renault en Nissan. De Franse regering hoopt zo om een vijfde van de kosten te recupereren. Deze zichtbare ‘partners’ zijn echter slechts de voorhoede van het leger lobbyisten dat de top zal omcirkelen met slechts één doel: alles vertragen en een doeltreffend en bindend klimaatverdrag op de lange baan schuiven. Voor iedereen die wakker ligt van het klimaat en die graag een leefbare planeet wil doorgeven aan de komende generaties zit er maar één zaak op: massaal aanwezig zijn in de straten van Parijs en een stem laten horen die luider klinkt dan de lobbyisten. Paris s’éveille…

Van klimaatmars tot Climate Games

De internationale klimaatbeweging zal massaal op de afspraak zijn in Parijs. Op zondag 29 november, net voor de start van de onderhandelingen vindt er in de Franse hoofdstad een klimaatmars plaats. Alleen al vanuit ons land zullen zo’n 10.000 mensen de oversteek naar Parijs maken. Op diezelfde dag zal er in steden wereldwijd gemanifesteerd worden voor een rechtvaardig, internationaal klimaatverdrag. Een tweede belangrijk actieweekend vindt plaats aan het einde van de top, van 11 tot 13 december. Parijs wordt dan met de Climate Games omgetoverd in een gigantisch speelterrein, met een brede waaier aan creatief geweldloos verzet en actie. Activisten vanuit alle hoeken van Europa zullen de stad binnenstromen om de kracht van de klimaatbeweging in de verf te zetten en mee de agenda voor de komende jaren te bepalen. In België is het de Climate Express die de mobilisatie naar Parijs coördineert. Er worden volop treinen en bussen ingelegd en een hele groep landgenoten zal per fiets de weg naar Parijs vinden. Climate Express maakt het eigenlijk heel makkelijk om vanuit België deel te nemen aan één van de twee actieweekends. Alle info: http://nl.climateexpress.be/.

David Dessers en Deirdre Maes zijn klimaatactivisten, beiden actief in de Vlaams-Brabantse poot van de VZW Climaxi.

 

  1. http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.2441751
  2. http://www.demorgen.be/wetenschap/2014-was-het-warmste-jaar-ooit-a2184544/
  3. http://www.bondbeterleefmilieu.be/page.php/30/843/15608
  4. http://www.11.be/component/zoo/item/klimaattop-lima-in-2015-zullen-twee-...
  5. http://www.bondbeterleefmilieu.be/page.php/30/861/15755