OVAM: composteren nauwelijks beter dan verbranden.
De Openbare Vlaamse Afval Maatschappij stopte zijn nieuw plan in openbaar onderzoek. Besturen, verenigingen en inwoners kunnen reageren op de voorstellen die OVAM voorziet. Die moeten het restafval (dat wat niet gesorteerd wordt) met tien tot vijftien procent naar beneden halen tegen 2022. Pikant detail: het ophalen en composteren van afval is nauwelijks interessanter dan het verbranden ervan bij het restafval.
Inspraak is niet makkelijk. Wie wil meedoen aan deze democratische operatie moet een plan van 500-tal bladzijden door de kiezen malen.
Doelstelling
Belangrijkste doelstelling van dit plan is om het restafval tegen 2022 met tien tot vijftien procent te beperken. Een beetje weinig kan men denken. Waarop OVAM zegt: “Het laagst hangende fruit is door de inzamelinspanningen uit het verleden al getrokken. Het wordt steeds
moeilijker om beter te doen.” OVAM stipt ook aan dat het door de versplintering van gezinnen steeds moeilijker wordt om in stedelijke omgevingen efficiënt te werken. Meer mensen wonen alleen op een zeer kleine oppervlakte en missen de plaats om vb. te sorteren. Denk aan de kleine kamertjes in steden waar mensen hun toevlucht moeten zoeken.
Reden te meer om op zoek te gaan naar het beperken van de afvalstromen aan de bron en te gaan voor schone productie en consumptie. Over schone productie lezen we niets. Schone consumptie, deeleconomie (samen toestellen aankopen en gebruiken), verantwoord aankopen enz., komen wel aan bod maar worden eigenlijk weinig verder uitgewerkt in actieplannen. Dat is verdomd spijtig en verklaart meteen waarom de doelstellingen beperkt blijven tot een kleine reductie van de inzameling.
Zwerfvuil.
Eén van de thema’s die dit concreet illustreren is het omgaan met zwerfvuil. Zwerfvuil irriteert de Vlamingen mateloos: het aanzien van met blikjes en zakken vol gegooide wegbermen en andere rommel tart ons netvlies. Oplossingen moeten ook hier structureel gezocht worden en dienen verder te gaan dan de klassieke opmerking: “Het is allemaal de fout van de mensen.” Mogelijkheden legio: minder verpakkingen hanteren, taxen heffen op vb. drankautomaten, bepaalde productiemethodes bemoeilijken of verbieden, een voldoende hoog statiegeld invoeren. Niet alle oplossingen passen iedereen. Statiegeld wordt vb. door mensen soms als discriminerend gezien voor diegenen die op het einde van hun loon nog een stuk maand over hebben. Men zou de maatschappelijke discussie daar kunnen op richten.
Dat doet men dus niet in het plan. Integendeel, minister Schauvlieghe bemoeilijkte het plan door op 16 januari een akkoord af te sluiten met de industrie. Via Fostplus gaat die 9,6 miljoen bijleggen om het zwerfvuil beter op te ruimen. De jaarlijkse kostprijs van deze opruimacties worden geraamd op 60 tot 70 miljoen €. In ruil voor wat peanuts mag de industrie verder doen zoals ze bezig is.
Groenafval
Bijzonder pittig zijn ook de vaststellingen rond groenafval. Een aantal gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden halen het groenafval (GFT) apart op en composteren het. OVAM stelt voor om die compostering uit te breiden naar andere gebieden. Een goed lezer is favoriet van de kleine lettertjes. Samen met het afvalstoffenplan ligt ook het Milieu-Effecten-Rapport (MER) ter inzage. Hierin wordt het plan bekeken vanuit
1/2
technisch oogpunt. Zo gaat men ook bij groenafval bekijken wat nu de effectiefste methode is: gewoon verbranden met de rest en energie terugwinnen, composteren enz.
Op p. 44 komt het rapport tot een voor Vlaanderen zéér verrassende conclusie: het inzamelen van GFT is niet bepaald milieuvriendelijker dan het verbranden ervan. De oorzaken: de veroorzaakte milieuschade van de aparte inzamelingen en infrastructuur die daarvoor nodig zijn. Een andere oorzaak: een niet afgestemd landbouwbeleid dat in Vlaanderen weinig compost kan gebruiken waardoor men een groot deel vb. in Frankrijk moet gaan afzetten. Ook hier is decentralisatie in de vorm van huis- en wijkcompostering een mogelijke oplossing die niet verder uitgewerkt wordt. Integendeel, de overheid blijft elke Vlaming een plastic kompostbak in de hand duwen, ook al heeft die thuis plaats om een komposthoop te voorzien of zijn groenafval op te stapelen.
Men zou op zijn minst verwachten dat diegenen die het goed doen beloond worden.
Lokaal.
Ondertussen boeren de lokale overheden voort. Zo plant de Intercommunale Land van Aalst (ILVA) een nieuwe compostinstallatie op het industrieterrein van Aalst. Ze werkt samen met de privé-partner WIPS. ILVA betaalt 6 van de 10 miljoen € aan investeringen en rekent nadien op een verwerkingsprijs van 70 € per ton. Men denkt om jaarlijks in de streek 28.000 ton op te halen. De kosten worden betaald via de milieubelastingen die de gemeenten heffen en het bedrag dat men betaalt om de container op te halen. Afvalverwerking is een miljoenenbusiness. Men kan zich inbeelden dat dit geld op andere manieren mee kan zorgen voor een klimaat-neutrale samenleving.
Waar men nu wel beleidsmatig wil mee beginnen is het organiseren van afvalbeleid volgens een andere structuur. Tot nu toe gebeurde dat via Intercommunales die voor hun werkingsgebied dezelfde normen hanteren. Bijvoorbeeld: ILVA haalt compost op in Z.O.-Vlaanderen. In een stad als Aalst is dat zinnig, in buitengemeenten zou men beter thuis composteren bevorderen. Als deze nieuwe manier van werken het einde van de inspraakronde haalt, dan is dit een stap vooruit naar minder afval toe.
Filip De Bodt