Palmolie: Groen goud of greenwash?
Palmolie is een plantaardige olie die terug te vinden is in heel wat producten, van voedingsmiddelen tot zeep. Bovendien maken ook steeds meer biomassacentrales gebruik van palmolie om hun energie op te wekken.
Palmolie wordt geperst uit de vrucht van de oliepalm. De meeste palmolie komt uit Indonesië en Maleisië. De aanwezigheid van land en goedkope arbeid heeft ervoor gezorgd dat deze landen instaan voor 85% van de palmolieproductie. Op heel wat plekken is het regenwoud er moeten wijken voor plantages van oliepalm. Dezelfde bedrijven breiden nu uit naar West en Centraal Afrika.
De productie van palmolie gaat gepaard met grote problemen voor mens en milieu. Voor de aanleg van plantages kapt de palmolie-industrie enorme stukken tropisch bos, waardoor er meer CO2 in de lucht komt en ze de biodiversiteit bedreigen. Bovendien zijn de arbeidsomstandigheden op deze plantages vaak zeer slecht en worden de rechten van de inheemse bevolking keer op keer geschonden.
De oprichting van de ‘Belgische Alliantie voor Duurzame Palmolie’ wekt de indruk dat palmolie en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan. Deze alliantie stelt zichzelf tot doel: “… er voor te zorgen dat tegen 2020 de voedingsproducten waarin palmolie verwerkt is en die finaal bedoeld zijn voor de Belgische markt enkel en alleen maar duurzame palmolie bevatten. Een eerste stap is dat zij voor die producten tegen einde 2015 enkel en alleen RSPO gecertifieerde palmolie op de Belgische markt gebruiken.”
Naar analogie met FSC (Forest Stewardship Council) en MSC (Marine Stewardship Council) zit WWF mee aan tafel voor een label dat duurzame palmolie moet garanderen. WWF stelt: “Gecertificeerde duurzame palmolie kan niet geteeld worden in een primair bos of een beschermd gebied. De boeren moeten de beste technieken gebruiken om de bodem en het water zuiver te houden en om de vervuiling en de CO2-uitstoot te verminderen. Ze moeten ook een goed loon betalen aan hun arbeidskrachten en de lokale gemeenschappen, en hun rechten respecteren.”
Deze labels zijn echter ontoereikend om de vele misbruiken tegen te houden. In februari 2015 kwam Friends of the Earth Oeganda nog naar buiten met een klacht tegen Wilmar International. De lokale gemeenschap klaagt de Singaporese multinational aan omdat het bedrijf hun land heeft ingenomen zonder enige compensatie. De plaatselijke bevolking waren jobs en een betere toekomst beloofd, maar drie jaar later moet de hele gemeenschap vechten om te overleven zonder toegang tot land en inkomen.(1) Wilmar is nochtans sinds 2005 actief lid van de ‘Roundtable on Sustainable Palm Oil’ (RSPO).
In de publicatie “Conflict or consent? The oil palm sector at a crossroads” onderzoeken diverse milieuorganisaties aan de hand van 16 cases uit zes landen of er veel veranderd is sinds een aantal bedrijven lid zijn geworden van de Roundtable on Sustainable Palm Oil. De bevindingen zijn somber. Een aantal bedrijven hebben een certificering gekregen en op papier hun aanpak aangepast, maar in de realiteit verandert er weinig tot niets voor de bevolking en het milieu. (2)
In Indonesië bijvoorbeeld werden eind 2007 voorbereidingen getroffen om PT Surya Sawit Sejati (PT SSS) een RSPO certificering toe te kennen. Het bedrijf heeft een gebied van 15.550 hectare in Central Kalimantan waar verschillende inheemse bevolkingsgroepen leven. De lokale gemeenschappen kwamen hier tegen in opstand wat leidde tot sociale conflicten in 2008. Verschillende dorpsbewoners werden hierbij gearresteerd en ondervraagd door de politie. PT SSS beschuldigde hen van belemmering van economische activiteiten en van geweldpleging. Ondanks deze conflicten liep het certificeringsproces gewoon verder en kreeg PT SSS een certificaat in augustus 2008. Het conflict gaat sindsdien gewoon door.
De RSPO is opgericht in 2004 en bestaat uit producenten, handelaars, banken, investeerders en een aantal NGO’s. De leden staan momenteel in voor ongeveer 40% van de wereldwijde palmolieproductie. De standaarden waaraan voldaan moeten worden, zijn echter totaal niet goed genoeg om ontbossing en schending van sociale rechten tegen te gaan. Zo kan bos dat niet erkend is als ‘primair’ bos gewoon gekapt worden. ‘Secundair’ bos is nochtans even belangrijk in de strijd tegen klimaatverandering
Daarom nomineert Climaxi de ‘Belgische Alliantie voor Duurzame Palmolie’ voor de Greenwash award 2015.
Andere genomineerden zijn BP, Colruyt en het Nucleair Forum. Stemmen kan je hier
http://www.forestpeoples.org/sites/fpp/files/publication/2013/11/conflic...