Week van het Bos (1): Mechelen kapt!

Bij vorige generaties was de blokkendoos het favoriete speelgoed voor jongens en wat minder meisjes die geen hoogtevrees hadden. Of beter, steeds hogerop wilden. De constructies waren vaak labiel, maar ruimte-efficiënt, want er moest in die woonkamer nog geleefd worden. Ouders wezen vooraf een veilig plekje aan zodat de statige toren meerdere dagen kon overleven.

Vlaanderen is steeds wees geweest voor verstandig bouwen. Het ‘goede huisvader principe’ van ruimteefficiëntie werd gesmoord door bulldozers en beton. In 1968 kleefde architect Renaat Braem het etiket ‘Lelijkste Land ter Wereld’ op België. Nu kreunen we onder de economische en ecologische gevolgen van die gulzige zestiger jaren. In die periode werden de bouwstenen gelegd voor een grondverkwistend beleid. De Belgische kaart kreeg kleur door lange rode slierten voor lintbebouwing, voor parkachtig wonen, voor woonuitbreidingsgebieden en vooral veel infrastructuur en paarse industrieterreinen. Niemand leek in die zestiger jaren bekommerd om de natuur. Het ambt ‘minister van milieu’ moest nog rijpen in de geest van de beleidsmakers. En een halve eeuw later weigeren Vlaamse besturen nog steeds om de rode en paarse vlekken in te krimpen. Want nieuwe bewoners en verse industrie lijkt hun enige potentieel om de begroting op te krikken. Intussen blijkt het onderhoud van die lange woonslierten onbetaalbaar, en stijgt de verkoop van de bijpassende blitse terreinwagens nog sneller dan de modieuze elektrische fiets.

De Belg heeft een voorkeur voor een bourgondische leefstijl. Dat laatste bij voorkeur in een vrijstaande woning omringd door een diepgroen en sterk bemest gazon. Door de verlinting en de afgelegen

woonuitbreidingsgebieden is er nog een enorme voorraad aan kavels voor vrijstaande woningen. En door de vergrijzing worden ze nu versneld aangeboden en stimulert men de nieuwbouw buiten de kernen. Het gevolg is dat de uitstoot van broeikasgassen door vervoer in Vlaanderen nog steeds toeneemt. Het klimaatbeleid in Vlaanderen is niet los te weken van haar ruimtelijke ordening. Nood aan een nieuwe aanpak dus!

In Mechelen plande het stadsbestuur in 2001 een nieuwe woonontwikkeling op 71 ha in de wijk

Spreeuwenhoek, op stapafstand van het station in de richting van Planckendael, tussen de Leuvense vaart en de Leuvensesteenweg. De ganse woonontwikkeling ligt in stedelijk gebied, waar strikte normen gelden voor lokale verdichting. Een uitgelezen locatie voor duurzame stadsontwikkeling.

De bodem in Spreeuwenhoek is zandlemig tot lemig, erg vruchtbaar voor de actieve landbouwers, maar nauwelijks infiltreerbaar. En de beken aan de grens van het gebied dragen reeds de stempel van een problematische waterhuishouding. De noordelijke Hanswijkbeekvallei van 10 ha herbergt het grachtenstelsel van het kasteel van Betzembroeck met het oudste bos van Mechelen, deels Ferrarisbos. De meeste delen van deze vallei zijn kwetsbaar tot biologisch zeer waardevol gebied. Volgens een recente studie is deze vallei het jachtgebied voor meerdere soorten vleermuizen. En toch ‘plant’ de stad een brede nieuwe ontsluitingsweg door dit ongerepte bos.

Zonder voorafgaande studie van de waterhuishouding gaf de stad aan studiebureau TECHNUM de opdracht voor een ontwerp voor een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Een RUP overschrijft de bestemmingen in het gewestplan dat dateert van begin jaren ‘70 : woonuitbreidingsgebied of landbouwgebied kunnen woongebied worden, en bepaalde percelen kunnen verankerd worden als bos, parkzone of recreatiezone etc. Het ontwerp is moeizaam tot stand gekomen na sterk verweer van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (Gecoro). De leden van de milieuraad wilden dat er een planMER zou worden opgemaakt. De vraag van de milieuraad werd omzeild en hun bezwaar over de wegenis doorheen het bos verdween zelfs uit het bundel. Ook de meeste bezwaren en voorwaarden van tien adviserende instanties (diensten van de Vlaamse overheid en provincie) werden door de stad genegeerd. In de laatste fase heeft het departement Ruimte van de Vlaamse overheid nog bezwaar ingediend bij de minister voor onwettig ruimtegebruik door overwegend villabouw in dit stedelijk gebied. Niets mocht baten. Het RUP werd goedgekeurd in 2012.

De Gecoro noemt dit RUP een vertaling van een banale verkaveling van de jaren zeventig. Naar vorm wordt er gezondigd tegen de eigentijdse principes van de stedenbouw. Een klimaatonvriendelijk plan dus. De open ruimte wordt geconsumeerd voor villabouw terwijl er nood is aan voldoende oppervlakte om het hemelwater te laten infiltreren. Het ontwerp voor de waterhuishouding werd sterk gemanipuleerd waarbij de bufferruimten 2,5 tot 3 maal te klein blijken. Langs de Hanswijkbeek vereist een nieuwe ontsluitingsweg van 15 m breed een gedeeltelijke kap van het waardevolle bos en veroorzaakt er een sterke verstoring van het valleigebied. Door de grote afvloei van hemelwater zal de grondwaterstand in deze beekvallei sterk wijzigen, met verlies van biotoop tot gevolg. Ook de historische relictzone, waarvoor afdeling onroerend erfgoed bescherming vroeg, zal worden aangetast.

Waarom pleit de stad Mechelen voor dergelijk klimaatonvriendelijk ontwerp? Het is een resultaat van een planeconomische studie. De stad wenst met dit plan nieuwe bewoners aan te trekken met een hoog kadastraal inkomen en personenbelasting. De stad is bereid om daarvoor grote investeringen te doen zoals deze nieuwe ontsluitingsweg door het bos. Duurzame stadsontwikkeling is hier niet de drijfveer voor de stad. Voor het klimaat is dit alvast een ‘rampplan’. Vrijstaande woningen met ruime parkeermogelijkheid staan immers haaks op de principes van een duurzame stadsontwikkeling. Die planeconomische studie werd niet vrijgegeven in het kader van openbaarheid van bestuur, synoniem voor bestuurlijke transparantie.  Het verzoek voor inzage van de studie wordt momenteel behandeld door de Raad van State

Ook de grondeigenaars en de projectontwikkelaars wensen een hoog rendement in dit gebied. Als je het overleg tussen de stad en deze eigenaars/ontwikkelaars analyseert, dan blijkt dat de stad sterk ten dienste staat van deze ontwikkelaars:

  • Een landbouwersgezin mag het bedrijf pas ruilen voor een nieuwe bedrijfslocatie als er geen bezwaar wordtingediend tegen het project voor villaappartementen van de grootste ontwikkelaar en wegenbouwer van het land. Reeds in 2010 had de stad aan het ministerie van landbouw de belofte gemaakt dat de ruil snel zou gebeuren. Een onvoorwaardelijke ruil weliswaar!
  • Voor een grote deelverkaveling wil de stad geen openbaar onderzoek organiseren hoewel de waterhuishoudingen mobiliteit sterk afwijken voor het goedgekeurde RUP.

Een ontwikkelaar slaagt er zelfs in om meer dan 4 ha bouwpercelen voor vrijstaande woningen door te verkopen aan zijn privaat-sociale huisvesting maatschappij (SHM). Dergelijke praktijken tonen aan dat er hier sprake is van een carroussel. Want een SHM ontvangt overheidssteun en moet handelen volgens strikte regels. Je zou haast concluderen dat de vastgoedsector mag bepalen wat duurzaam heet, en wat het mag kosten.

Spreeuwenhoek is één van de laatste “groene vingers” van de stadsregio Mechelen en wordt geofferd als een wingewest, op korte termijn voor de ontwikkelaars, en mogelijk zal ook de stad later inkomsten ontvangen. En op heel korte termijn  voor de studiebureaus die erg gewillig schrijven wat er niet is, of nalaten te beschrijven wat wel aanwezig is (zoals hoge concentraties fijnstof op de aanpalende Leuvensesteenweg). Je kan hen dus mee verantwoordelijk stellen voor de fouten en de misleidingen naar de bewoners en de adviesinstanties  van de Vlaamse overheid en de provincie.

En toch had de schepen voor ruimtelijke ordening in de vroege fase van het project goede intenties. Spreeuwhoek moest een duurzaam RUP worden, volgens een gemeenteraadsbesluit van 2005 zelfs “een voorbeeld voor Vlaanderen met bijzondere aandacht voor de waterhuishouding”. Een voorbeeld kan je het nog steeds noemen: hoe het niet mag! In dit mooie gebied dicht bij de stad is er zeker plaats voor duurzaam bouwen volgens de Vlaamse regelgeving. Maar dan met respect voor de schaarse natuur en voldoende ruimte voor water.

De strijd is echter nog niet verloren. Het RUP werd in 2012 goedgekeurd, maar tot nu toe werden er slechts 4 van de 369 geplande wooneenheden gerealiseerd. De projectontwikkelaars wachten op het tweevoudig oordeel van de Raad voor Vergunningsbetwistingen over de wettigheid van het RUP. Maar ook als burger kan je je steun betuigen door op petitie.be  ‘geen sloop van het bos van Loos’ te ondertekenen (zie ook Facebook-groep met zelfde naam) en door je aanwezigheid tijdens de week van het bos op 16 oktober met een wandeling rond en vele toelichtingen over de vallei van de Hanswijkbeek (website ‘Week van het Bos 2016’ – Activiteiten – provincie Antwerpen). Peter Boogaerts

Morgen publiceren wij een artikel over Het Dievegat, een uniek biotoop dat verdwijnt in Het Zwin. Zaterdag sluiten we deze reeks af met een artikel over de 'palmoliestreken' van het WWF.